Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/720126-16, 05/720268-16, 05/720146-13 (tul) en 05/842126-13 (tul)
Datum uitspraak : 18 oktober 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te PI Flevoland, locatie Lelystad.
Raadsvrouw: mr. J. Steenbrink, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
12 juli 2016 en 04 oktober 2016.
1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een op 4 oktober 2016 toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, onder parketnummer 05/720126-16 ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe, op/aan de
openbare weg (A325, parkeerplaats 't Kempke)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon, in
elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en/of zijn mededaders (op dreigende wijze/toon) heeft/hebben gezegd: "Mobiel.
Anders schiet ik je dood",
althans indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe, op/aan de
openbare weg (A325, parkeerplaats 't Kempke)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon, in
elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
en/of zijn mededaders (op dreigende wijze/toon) heeft/hebben gezegd: "Mobiel.
Anders schiet ik je dood", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe, op/aan de openbare weg (A325, parkeerplaats ’t Kempke) medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn, door
–tijdens bovenomschreven feit aanwezig te zijn en/of te blijven aldus bijdragend tot een numeriek overwicht ten opzichte van [slachtoffer] , althans (aldus) een sfeer van onverdraagzaamheid jegens die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen/laten ontstaan en/of
-tijdens bovenomschreven feit zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen,
Aldus de omstandigheden in het leven heeft geroepen die het mogelijk maakten dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] dit feit pleegden.
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe, op/aan de openbare weg (A325, parkeerplaats ’t Kempke) medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn, door
–tijdens bovenomschreven feit aanwezig te zijn en/of te blijven aldus bijdragend tot een numeriek overwicht ten opzichte van [slachtoffer] , althans (aldus) een sfeer van onverdraagzaamheid jegens die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen/laten ontstaan en/of
-tijdens bovenomschreven feit zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen,
Aldus de omstandigheden in het leven heeft geroepen die het mogelijk maakten dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] dit feit pleegden.
2.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe,
op/aan de openbare weg (A325, parkeerplaats 't Kempke)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
rijbewijs en/of een ID-kaart en/of een ANWB-pas en/of een Makro-pas en/of een
Menzis-pas en/of een Rabo-bankpas en/of een of meerdere ABN AMRO bankpas(sen)
en/of een of meerdere sieraden, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
verdachte en/of zijn mededaders (op dreigende wijze/toon) heeft/hebben
gezegd: "Ik heb een pistool bij me. Ik schiet je anders dood!"
althans indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst, gemeente Overbetuwe,
op/aan de openbare weg (A325, parkeerplaats 't Kempke)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
rijbewijs en/of een ID-kaart en/of een ANWB-pas en/of een Makro-pas en/of een
Menzis-pas en/of een Rabo-bankpas en/of een of meerdere ABN AMRO bankpas(sen)
en/of een of meerdere sieraden, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
verdachte en/of zijn mededaders (op dreigende wijze/toon) heeft/hebben
gezegd: "Ik heb een pistool bij me. Ik schiet je anders dood!", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 december te Elst, gemeente Overbetuwe, op/aan de openbare weg (A325, parkeerplaats ’t Kempke) medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn door,
- [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Laat die tas maar hier” en/of
-tijdens bovenomschreven feit aanwezig te zijn en/of te blijven aldus bijdragend aan een numeriek overwicht ten opzichte van [slachtoffer] , althans (aldus) een sfeer van onverdraagzaamheid jegens die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen/laten ontstaan en/of
-tijdens bovenomschreven feit zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen,
Aldus de omstandigheden in het leven heeft geroepen die het mogelijk maakten dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] dit feit pleegden.
3.
hij op (een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 17 december 2015 te Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een hoeveelheid geld ( Euro 860,--), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders, (telkens) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van een valse sleutel (door het gebruik maken van (een) ontvreemde
bankpas(sen) en/of daarbij horende pincode(s);
althans indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op (een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 17 december 2015 te Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een hoeveelheid geld ( Euro 860,--), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ,
waarbij [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , (telkens) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
(door middel van een valse sleutel (door het gebruik maken van (een) ontvreemde
bankpas(sen) en/of daarbij horende pincode(s));
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 december 2015 te Arnhem medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn door zich op/in de onmiddelijke nabijheid van de plaats van het misdrijf op te houden en/of door op de uitkijk te staan teneinde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) ander(en) bij gevaar en/of onraad te waarschuwen en/of zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen.
4.
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst en/of Arnhem, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd
gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s)met dat
opzet:
- [slachtoffer] gedwongen in de auto van die [slachtoffer] (als bestuurder)
plaats te nemen
en/of
tegen de wil van die [slachtoffer] als passagiers plaatsgenomen in die auto van die
[slachtoffer]
en/of
(met dreigende toon) gezegd: "Ik heb een pistool bij me. Ik schiet je anders
dood." en/of "Rijden!"
en/of
die [slachtoffer] gedwongen van Elst naar en door Arnhem en naar Elst te rijden,
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 17 december 2015 te Elst en/of Arnhem, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd
gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s)met dat
opzet:
- [slachtoffer] gedwongen in de auto van die [slachtoffer] (als bestuurder)
plaats te nemen
en/of
tegen de wil van die [slachtoffer] als passagiers plaatsgenomen in die auto van die
[slachtoffer]
en/of
(met dreigende toon) gezegd: "Ik heb een pistool bij me. Ik schiet je anders
dood." en/of "Rijden!"
en/of
die [slachtoffer] gedwongen van Elst naar en door Arnhem en naar Elst te rijden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 december 2015 te Elst en/of Arnhem, althans in Nederland medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichten en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn, door
-als passagier plaats te nemen in de auto van [slachtoffer] en/of (vervolgens) in de auto aanwezig te zijn en/of te blijven en/of in Cafetaria [naam 1] aanwezig te zijn en/of te blijven, aldus bijdragend tot een numeriek overwicht ten opzichte van die [slachtoffer] , althans (aldus) een sfeer van onverdraagzaamheid jegens die [slachtoffer] heeft gecreëerd en/of doen/laten ontstaan en/of
-tijdens bovenomschreven feit zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen,
-tijdens bovenomschreven feit zich niet te distantiëren en/of niet in te grijpen en/of geen afstand te nemen,
Aldus (de) omstandigheden in het leven heeft geroepen die het mogelijk maakten dat [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] dit feit pleegden.
Aan verdachte is onder parketnummer 05/720268-16 ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 juni 2016 te Arnhem en/of Westervoort, althans in Nederland, een goed, te weten een personenauto (merk Kia, kenteken [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2A. Vrijspraak parketnummer 05/720126-16 (feit 1 tot en met 4)
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van verdachte van oordeel dat verdachte vrij moet worden gesproken van de feiten 1 tot en met 4. Vast staat dat verdachte op de betreffende dag aanwezig was bij de gepleegde feiten. De rechtbank heeft echter niet de overtuiging dat verdachte meer heeft gedaan dan enkel aanwezig zijn. Niet is vast komen te staan dat verdachte een bijdrage heeft geleverd, ook niet in de zin van medeplichtigheid, aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de feiten 1 t/m 4.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs (parketnummer 05/720268-16) [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. Verdachte wist, gelet op alle omstandigheden, dat de auto van diefstal afkomstig was.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het tenlastegelegde feit. Verdachte wist niet dat de auto gestolen was en hoefde dat ook niet te weten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht voor de beoordeling van het feit het volgende van belang. In de aangifte staat dat de betreffende auto op 13 juni 2016 tussen 10.00 uur en 12.20 uur is weggenomen. [4] Verdachte reed op 14 juni 2016 omstreeks 02.30 uur in deze auto over straat, zonder verlichting. De politie kreeg verdachte in het vizier en ging achter hem aan. Verdachte verhoogde daarop zijn snelheid naar in elk geval 100 kilometer per uur, op een weg waar een maximumsnelheid van 50 km per uur geldt. Verdachte wisselde van rijstrook zodat hij tegen het verkeer in reed. Daarop ging verdachte op de busbaan rijden. De verbalisanten zetten hierop de blauwe zwaailichten aan en gaven een stopteken. Verdachte negeerde dit. De snelheid was inmiddels boven de 100 kilometer per uur. Verdachte sloeg af zonder richting aan te geven en bleef met een hoge snelheid rijden. Op enig moment reed verdachte met de auto de dijk af. Hij stapte uit de auto en rende weg. Hij werd enige tijd later aangehouden. Op de auto was de tekst “ [tekst] ” zichtbaar. [5]
Verdachte heeft verklaard dat een vriend van hem met de auto aan kwam rijden en hij, verdachte, een rondje wilde rijden. Daarop kreeg hij de sleutels en ging hij rijden. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij op de vlucht sloeg voor de politie omdat hij geen rijbewijs had.
De rechtbank overweegt dat verdachte in de nacht van 13 op 14 juni 2016, dat is kort na de diefstal, in de auto is aangetroffen. De sleutels had hij onder zich. Verdachte komt niet met een aannemelijke verklaring voor het feit dat hij in een gestolen auto zit. Hij wil niet nader verklaren over de omstandigheden waaronder en de persoon van wie hij de auto geleend had. Voorts geeft hij geen aannemelijke verklaring voor het feit dat hij om 02.30 uur zonder verlichting op de weg reed. De verklaring die verdachte geeft ten aanzien van het vluchten voor de politie schuift de rechtbank als onaannemelijk terzijde. De rechtbank neemt eveneens mee in haar overweging dat de auto voorzien was van een duidelijk waarneembare naam van een bedrijf. Het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte op zijn minst redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de auto van enig misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht daarom schuldheling wettig en overtuigend bewezen.
3.Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 05/720268-16 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks14 juni 2016 te Arnhem en
/ofWestervoort,
althans in Nederland,een goed, te weten een personenauto (merk Kia, kenteken [kenteken] )
heeft verworven,voorhanden heeft gehad,
en/of overgedragen,terwijl hij
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
of omstreeks14 juni 2016 te Arnhem en
/ofWestervoort,
althans in Nederland,een goed, te weten een personenauto (merk Kia, kenteken [kenteken] )
heeft verworven,voorhanden heeft gehad,
en/of overgedragen,terwijl hij
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/720268-16:
‘schuldheling’
5.De strafbaarheid van het feit
Het feit is strafbaar.
6.De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/720268-16 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot 75 dagen jeugddetentie waarvan 30 dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft voorts gevorderd hierbij de voorwaarden op te leggen zoals opgenomen in het rapport van de Jeugdreclassering d.d. 30 september 2016.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte een werkstraf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 22 augustus 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland, gedateerd 30 september 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland (t.b.v. rechtszitting), gedateerd 30 september 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland (plan van aanpak deel B), gedateerd 15 augustus 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland (verzoek wijziging bijzondere voorwaarden), gedateerd 28 juli 2016;
- een brief van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland (gele kaart in Harde Kern Aanpak), gedateerd 18 augustus 2016;
- een brief van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland (definitieve gele kaart in Harde Kern Aanpak), gedateerd 8 september 2016;
- een brief van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland (terugmelding- rode kaart), gedateerd 27 september 2016.
De rechtbank vindt ten aanzien van de strafmaat het volgende van belang. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een schuldheling. Verdachte heeft hierdoor een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de markt voor gestolen goederen. Verdachte heeft, ondanks zijn jonge leeftijd, een fors strafblad opgebouwd en de rechtbank maakt zich hier zorgen over. Verdachte is reeds bekend in het hulpverleningscircuit. De Jeugdreclassering is bereid om zich verder in te zetten om verdachte te helpen om zijn leven op de rit te krijgen. De rechtbank zal daarom de straf opleggen zoals gevraagd door de officier van justitie, te weten een gedeeltelijk voorwaardelijke jeugddetentie. De rechtbank brengt hiermee tot uiting dat zij verdachte nog een laatste kans wil geven maar tegelijkertijd de ernst van het feit wil benadrukken. De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden opleggen zoals opgenomen in het rapport van de Jeugdreclassering.
Uit het rapport van Jeugdreclassering en jeugdbescherming Gelderland van 30 september 2016 komt naar voren dat de contacten met de jeugdreclassering redelijk tot voldoende verlopen. Verdachte is bereikbaar en gaat gesprekken aan. Gebleken is wel dat verdachte voorwaarden onvoldoende is nagekomen. Niettemin heeft verdachte aangegeven open te staan voor begeleiding en hulpverlening. De Jeugdreclassering staat ervoor open om verdachte verder te begeleiden. Verdachte staat onder behandeling van FACT. Uit het intakegesprek komt naar voren dat traumabehandeling in de vorm van EMDR wenselijk is dan wel noodzakelijk om verder te komen op diverse leefgebieden. Naast lichamelijke klachten ondervindt verdachte mentale en emotionele klachten die hem in het dagelijks functioneren belemmeren. Verdachte is gebaat bij hulpverlening en behandeling om recidive in de toekomst mogelijk te kunnen voorkomen en hem te ondersteunen in zijn weg naar volwassenheid. Geadviseerd wordt een gedeeltelijk voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen het rapport van Reclassering Nederland, ter terechtzitting toegelicht door [naam 2] , medewerker van de Jeugdreclassering.
Daaruit komt naar voren dat verdachte is geschorst met onder andere als voorwaarde het jeugdreclasseringstraject Harde Kern Aanpak en elektronisch toezicht. Verdachte heeft structuur nodig, zodat wordt vastgehouden aan de behandeling en dagbesteding binnen dit kader. Het is voor verdachte echter lastig om zich volledig aan de afspraken te houden, zodat er in het geval van verdachte in tegenstelling tot wat gebruikelijk is iets coulanter mee zal worden omgegaan.
De rechtbank ziet gelet op het rapport van Reclassering Nederland en de daarop door de deskundige [naam 2] gegeven toelichting aanleiding voor toepassing van het adolescentenstrafrecht.
Gelet op de ernst van het feit, het feit dat verdachte in een proeftijd liep van een eerdere veroordeling en gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en geboden.
Met de Jeugdreclassering is de rechtbank van oordeel dat de persoonlijke situatie van verdachte zorgelijk is en dat begeleiding noodzakelijk is.
7a. De beoordeling van de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
Parketnummer 05/720146-13:
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 23 augustus 2016 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank te Gelderland van 3 september 2013 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van 134 dagen van oordeel, dat - gelet op de persoon en omstandigheden van de veroordeelde en de vrijspraak ten aanzien van parketnummer 05/720126-16 - de vordering moet worden afgewezen.
Parketnummer 05/842126-13:
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 23 augustus 2016 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank te Gelderland van 25 september 2014 voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen jeugddetentie van oordeel, dat - gelet op de persoon en omstandigheden van de veroordeelde en de vrijspraak ten aanzien van parketnummer 05/720126-16 - de vordering moet worden afgewezen.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 27, 77a, 77g, 77h, 771, 77x, 77y, 77z, 77aa en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
9.De beslissing
De rechtbank:
spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 05/720126-16 onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair en 4 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten;
verklaart bewezen dat verdachte het overige tenlastegelegde feit zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
75 (vijfenzeventig) dagen jeugddetentie;
75 (vijfenzeventig) dagen jeugddetentie;
bepaalt, dat een gedeelte van de jeugddetentie groot 30 (dertig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Jeugdreclassering van Jeugdbescherming Gelderland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende een maximale periode van zes maanden, of zoveel korter als de Jeugdreclassering noodzakelijk acht, meewerkt aan elektronische controle;
- meewerkt aan de intensieve trajectbegeleiding Harde Kern Aanpak, uit te voeren door de Jeugdreclassering van Jeugdbescherming Gelderland;
- meewerkt aan een behandeling bij het FACT en, indien dit door het FACT en de Jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht, binnen deze behandeling aandacht besteedt aan middelengebruik, en meewerkt aan urinecontroles indien het FACT of de Jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- meewerkt aan het volgen van dagbesteding conform het rooster of werktijden in de vorm van school of een door de Jeugdreclassering en/of het Werkplein aangewezen voorziening of project.
Geeft opdracht aan de Jeugdreclassering van Jeugdbescherming Gelderland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
De beslissing op de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
Parketnummer 05/720146-13:
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 23 augustus 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland van 3 september 2013 voorwaardelijk opgelegde 134 dagen jeugddetentie;
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 23 augustus 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Gelderland van 3 september 2013 voorwaardelijk opgelegde 134 dagen jeugddetentie;
Parketnummer 05/842126-13:
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 23 augustus 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank Gelderland van 25 september 2014 voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.
wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 23 augustus 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de kinderrechter van de rechtbank Gelderland van 25 september 2014 voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en
mr. K.A.M. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 oktober 2016.