In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een incident dat voortvloeit uit een geschil tussen CHECK ON ASIA LTD (COA) en HAPZAL BOYS B.V. (Hapzal Boys) aan de ene kant, en STRONG VIKING GROUP B.V. (SVG) aan de andere kant. De procedure is gestart door COA, die op 14 maart 2016 haar vordering heeft gecedeerd aan Hapzal Boys. Dit leidde tot een schorsing van de procedure vanaf 16 maart 2016. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 11 mei 2016 vastgesteld dat de procedure geschorst was en dat de zaak naar de parkeerrol was verwezen. Op 3 augustus 2016 hebben Hapzal Boys en SVG verzocht om hervatting van de procedure, wat door de rechtbank is toegewezen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat COA, ondanks de cessie, partij blijft in de procedure. Dit is van belang omdat SVG aanspraak maakt op proceskosten die door COA moeten worden vergoed. De rechtbank heeft geoordeeld dat de cessie niet leidt tot het verlies van de procespositie van COA, en dat beide partijen, COA en Hapzal Boys, als eisers in de procedure blijven. De rechtbank heeft COA veroordeeld in de proceskosten van het incident, omdat de schorsing aan haar zijde is ontstaan door de cessie.
Daarnaast heeft de rechtbank de incidentele vordering van SVG om COA te veroordelen zekerheid te stellen voor de proceskosten behandeld. SVG heeft gesteld dat COA gevestigd is in China en geen activiteiten in Nederland heeft, wat de vordering tot zekerheidstelling onderbouwt. De rechtbank heeft geoordeeld dat COA zekerheid moet stellen voor een bedrag van € 5.485,00, en dat dit moet gebeuren in de vorm van een bankgarantie van een Nederlandse bank. De zaak is verwezen naar de rol voor conclusie van eis aan de zijde van Hapzal Boys, en alle overige beslissingen zijn aangehouden.