In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Ermelo. De heffingsambtenaar had per abuis een bedrag van € 121 aan kostenvergoeding niet toegekend. Na de mededeling van de verweerder dat dit bedrag alsnog zou worden vergoed, heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken, maar verzocht om een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft de verzoeker in het gelijk gesteld en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het beroep niet afdoet aan het recht van verzoeker om een proceskostenvergoeding aan te vragen, ook al was de fout van de verweerder eenvoudig te herstellen. De rechtbank heeft de kosten van rechtsbijstand begroot op € 124, en verweerder is verplicht dit bedrag aan verzoeker te vergoeden. Daarnaast kan verzoeker het betaalde griffierecht van € 46 terugvorderen van de verweerder. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes op 18 oktober 2016 en is openbaar uitgesproken.