ECLI:NL:RBGEL:2016:543
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en onregelmatige opzegging in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter te Arnhem op 7 januari 2016 uitspraak gedaan over een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was op staande voet ontslagen via WhatsApp, maar de kantonrechter oordeelde dat de werkgever geen dringende reden had voor dit ontslag. De werknemer had zijn werkgever tijdig geïnformeerd over zijn afwezigheid en had een vervanger geregeld. De kantonrechter concludeerde dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat er geen schriftelijke instemming van de werknemer was en de situaties zoals genoemd in artikel 7:671 BW niet van toepassing waren. Hierdoor had de werknemer recht op een vergoeding wegens onregelmatige opzegging op basis van artikel 7:672 lid 10 BW en een billijke vergoeding op basis van artikel 7:681 BW. De kantonrechter kende de werknemer een billijke vergoeding van € 1.000,00 toe, naast een vergoeding van € 563,00 voor de onregelmatige opzegging en een transitievergoeding van € 389,60. De werkgever werd ook veroordeeld tot het verstrekken van een deugdelijke bruto/netto-specificatie van de betalingen en werd in de proceskosten veroordeeld.