ECLI:NL:RBGEL:2016:5208

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
298987
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nakoming van geldlening en derogerende werking van redelijkheid en billijkheid in civiele procedure

In deze zaak vorderen [eiseres 1] en [eiseres 2], beide besloten vennootschappen, betaling van bedragen die zij hebben geleend aan Curves Holding B.V. De leningsovereenkomsten zijn op 17 december 2010 ondertekend, waarbij een bedrag van € 50.000,- is geleend met een rente van 6% per jaar. Curves heeft echter niet voldaan aan haar verplichtingen om de lening terug te betalen, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. De eisers stellen dat Curves in verzuim is en vorderen betaling van de openstaande hoofdsommen en rente. Curves voert verweer en stelt dat de vorderingen niet opeisbaar zijn, omdat de overeenkomsten geen verplichting tot afbetaling bevatten en dat er constructief overleg heeft plaatsgevonden over de schuldenpositie. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomsten wel degelijk een verplichting tot afbetaling bevatten en dat Curves in beginsel moet voldoen aan de verplichtingen uit de leningsovereenkomsten. Het beroep van Curves op de derogerende werking van redelijkheid en billijkheid wordt verworpen, omdat de eisers recht hebben op nakoming van de overeenkomsten. De rechtbank veroordeelt Curves tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/298987 / HA ZA 16-112
Vonnis van 14 september 2016
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 1],
gevestigd te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 2],
gevestigd te [plaats],
eiseressen,
advocaat mr. M. van Hunnik te Barneveld,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CURVES HOLDING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. W.A.J. Hagen te Arnhem.
Eisers zullen hierna [eiseres 1] en [eiseres 2] worden genoemd, gedaagde zal Curves worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 mei 2016;
  • het proces-verbaal van comparitie van 15 juli 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Curves is een holdingvennootschap die de aandelen bezit van Curves Holland B.V. en Curves Deutschland GmbH. Deze ondernemingen houden zich bezig met de exploitatie van Curves-filialen die zich richten op fitness voor vrouwen. Aandeelhouder van Curves is Master Point B.V.
2.2.
Op 17 december 2010 hebben [eiseres 1] en [eiseres 2] als kredietverstrekkers en Curves als kredietnemer aktes van geldlening ondertekend. Uit die aktes, die inhoudelijk gelijkluidend zijn, wordt geciteerd:
(...)
In aanmerking nemende dat:
a. Kredietverstrekker per 9 oktober 2007 aan Kredietnemer een bedrag van Euro 50.000 (Zegge: vijftigduizend Euro) heeft geleend en dat partijen de voorwaarden waaronder deze lening plaatsvindt thans schriftelijk wensen vast te leggen;
b. (...)
Komen overeen als volgt:
1. Kredietverstrekker heeft aan Kredietnemer een bedrag geleend die erkent dit bedrag geleend te hebben ter grootte van Euro 50.000 (Zegge: vijftigduizend Euro). Dit bedrag is een restant van een grotere lening, dat is overgebleven nadat hiermee aandelen in kredietnemer zijn gekocht.
2. Over het geleende bedrag zoals bedoeld in lid 1 wordt een vaste rente vastgesteld van 6% per jaar. De eerste rentetermijn is verschuldigd per 31 december 2010, over de looptijd van de lening vanaf ingangsdatum en vervolgens per kwartaal over de daar aan voorafgaande periode berekend over het dan nog openstaande saldo.
3. Het bedrag van de schuld zal in 20 kwartaal termijnen door kredietnemer worden afgelost. Betaling van de aflossingstermijnen ad Euro 2.500,- vindt plaats per de eerste van elke kalenderkwartaal tot algehele aflossing, met als eerste datum voor rentebetaling en aflossingsverplichting, 31 december 2010. De laatste termijn dient te worden voldaan per 1 oktober 2015. Het is kredietnemer toegestaan om eerder, mits in ronde bedragen van Euro 1.000,- aflossingen te doen, ook indien deze tot algehele vroegtijdige aflossing leiden.
4. Indien kredietnemer tijdens de looptijd van onderhavige overeenkomst zijn verplichtingen uit onderhavige overeenkomst herhaaldelijk niet nakomt, zonder dat onmiddellijk herstel hiervan plaatsvindt, is het nog resterende gedeelte van de vordering die kredietverstrekker alsdan nog op kredietnemer heeft direct in zijn geheel en zonder dat hiervoor enige aanmaning vereist is, opeisbaar.
5. (...)
2.3.
Bij akte van 28 december 2010 heeft Master Point aan [eiseres 1] en [eiseres 2] elk 1.801 gewone aandelen in het kapitaal van Curves verkocht (genummerd respectievelijk 14.409 tot en met 16.209 en 16.210 tot en met 18.010). In de akte is opgenomen dat de koopprijs voor elk van beide kopers € 100.000,- bedraagt en dat deze wordt verrekend met een door elk van beide kopers aan verkoper geleend bedrag van € 150.000,-, zodat verkoper aan elk van beide kopers per saldo nog € 50.000,- verschuldigd is uit hoofde van geldlening.
2.4.
Op 22 februari 2011 en op 7 april 2011 heeft Curves € 2.500,- rente voldaan op de lening van [eiseres 2], derhalve in totaal € 5.000,-. Op 8 maart 2011 en op 21 april 2011 heeft Curves € 2.500,- rente voldaan op de lening van [eiseres 1], derhalve eveneens in totaal € 5.000,-.
2.5.
Op 10 juli 2014 heeft een algemene vergadering van aandeelhouders van Curves plaatsgevonden. Daar is onder meer gesproken over de financiële positie van Curves. De volgende dag, 11 juli 2014, heeft [naam], accountant van Curves, een memorandum opgesteld over de schuldenlast van Curves, dat aan de aandeelhouders is toegezonden. Bij e-mail van 31 juli 2014 heeft Curves aan [eiseres 1] en [eiseres 2] gevraagd terug te komen op het memo van 11 juli 2014. Dat hebben zij niet gedaan.
2.6.
Bij aangetekende brief van 1 september 2014 van hun advocaat hebben [eiseres 1] en [eiseres 2] Curves gesommeerd het totaal verschuldigde bedrag van € 100.000,- uiterlijk dinsdag 16 september 2014 aan hen te betalen, bij gebreke waarvan zij aanspraak maken op € 1.775,- vergoeding van incassokosten.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
[eiseres 1] en [eiseres 2] vorderen dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Curves veroordeelt tot betaling aan [eiseres 1] van € 69.835,77 en aan [eiseres 2] van € 69.818,16, te vermeerderen met rente en kosten. Zij baseren hun vorderingen op de overeenkomsten van geldlening van 17 december 2010. Zij stellen dat Curves langdurig niet heeft voldaan aan haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening en dat zij daarom in verzuim is, zowel op grond van die overeenkomsten als op grond van de ingebrekestelling van 1 september 2014. De gevorderde bedragen zijn de openstaande hoofdsommen van € 50.000,00 vermeerderd met de contractuele rente tot en met 15 december 2014 en verminderd met de betaalde bedragen.
3.2.
Curves voert verweer. Zij voert daartoe allereerst aan dat de vorderingen uit hoofde van de overeenkomsten van geldlening niet opeisbaar zijn omdat die overeenkomsten geen verplichting tot afbetaling bevatten. Voorts betoogt zij dat [eiseres 1] en [eiseres 2] de overeenkomsten van geldlening niet hebben opgezegd of anderszins beëindigd, waaruit zij concludeert dat zij geen aanspraak kunnen maken op terugbetaling van de geleende bedragen.
3.3.
Hierover wordt geoordeeld als volgt. In de de overeenkomsten van geldlening staat dat de geleende bedragen in twintig kwartaaltermijnen zullen worden afgelost, ingaande op 31 december 2010 en eindigende op 1 oktober 2015 (artikel 3). Verder staat er dat over de geleende bedragen 6% rente per jaar verschuldigd is, waarvan de eerste termijn verschuldigd is per 31 december 2010 (artikel 2). Gezien deze inhoud van de overeenkomsten wordt het standpunt dat deze geen verplichting tot afbetaling bevatten als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd. Het is niet in geschil dat Curves de termijnen niet heeft afgelost en niet meer dan twee maal € 5.000,00 aan rente heeft betaald. Curves dient dus in beginsel te worden veroordeeld tot nakoming van de overeenkomsten van geldlening door aflossing van de termijnen en betaling van de rente (artikel 3:296 lid 1 BW). Dat de overeenkomsten worden opgezegd of anderszins beëindigd is daarvoor niet nodig.
3.4.
Curves betoogt dat de vorderingen niettemin moeten worden afgewezen, waartoe zij het volgende aanvoert. [eiseres 1] en [eiseres 2] zijn financierende aandeelhouders van Curves. Zij hebben gedurende vele jaren geen aanspraak gemaakt op afbetaling. In de financiële situatie van Curves is de afgelopen jaren geen verandering gekomen. Voordat [eiseres 1] en [eiseres 2] aanspraak gingen maken op afbetaling, hebben partijen constructief overleg gevoerd over de schuldenpositie van Curves. Onder deze omstandigheden is opvordering van de geleende bedragen volgens Curves naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onacceptabel.
3.5.
Het betoog van Curves houdt een beroep in op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW). Dat beroep kan slechts slagen als toepassing van een ingevolge een overeenkomst geldende regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. [eiseres 1] en [eiseres 2] maken aanspraak op nakoming van de hoofdverplichting van Curves, te weten aflossing van de geleende bedragen en betaling van rente. Curves heeft er vanaf het aangaan van de leningen rekening mee moeten houden dat [eiseres 1] en [eiseres 2] deze aanspraak geldend zouden kunnen maken. Dat [eiseres 1] en [eiseres 2] in dat opzicht aanvankelijk coulant zijn geweest en bereid oplossingen te zoeken voor de schuldenpositie van Curves, maar die oplossing uiteindelijk niet hebben gevonden, leidt er niet toe dat zij die aanspraak thans niet alsnog geldend kunnen maken, zeker niet nu zij reeds begin 2014 zijn gaan aandringen op betaling. Dat wordt niet anders doordat continuering van de reeds lang bestaande financieringssituatie voor Curves van groot belang is, zoals zij stelt. Dit verweer van Curves faalt daarom.
3.6.
[eiseres 1] en [eiseres 2] vorderen rente van 6% per jaar vanaf 9 oktober 2007. Zij beroepen zich op artikel 6 van de overeenkomsten van geldlening. Curves voert verweer tegen de ingangsdatum van de gevorderde rente. Zij betoogt dat de overeenkomsten van geldlening dateren van 17 december 2010 en dat daarin is bepaald dat de eerste rentetermijn per 31 december 2010 is verschuldigd over de lening vanaf die ingangsdatum.
3.7.
De rechtbank begrijpt dat [eiseres 1] en [eiseres 2] hun vordering baseren op artikel 2 van de overeenkomsten van geldlening omdat deze overeenkomsten geen artikel 6 hebben, terwijl artikel 2 over rente gaat. De partijen verschillen dus van mening over de uitleg van artikel 2. Volgens dat artikel is rente verschuldigd ‘over de looptijd van de lening vanaf ingangsdatum’. Een redelijke uitleg van deze bepaling, gelezen in de context van de gehele overeenkomst, brengt mee dat Curves rente verschuldigd is vanaf 9 oktober 2007. In de considerans onder a is immers opgenomen dat Curves de bedragen per die datum heeft geleend. Als de uitleg van Curves zou worden gevolgd, dan zou daarmee rente over ruim drie jaar aan haar zijn kwijtgescholden. Aanwijzingen daarvoor ontbreken. Dit verweer faalt dus. De rente is toewijsbaar als gevorderd.
3.8.
[eiseres 1] en [eiseres 2] maken aanspraak op betaling van € 1.775,00 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Curves heeft daartegen geen afzonderlijk verweer gevoerd. [eiseres 1] en [eiseres 2] hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag is overeenkomstig de staffel van het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Deze vordering zal daarom worden toegewezen.
3.9.
Curves zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
veroordeelt Curves tot betaling aan [eiseres 1] van € 69.835,77 te vermeerderen met de contractuele rente daarover van 6% per jaar vanaf 16 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.2.
veroordeelt Curves tot betaling aan [eiseres 2] van € 69.818,16 te vermeerderen met de contractuele rente daarover van 6% per jaar vanaf 16 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;
4.3.
veroordeelt Curves tot betaling aan [eiseres 1] en [eiseres 2] van € 1.775,00 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, waarbij geldt dat Curves wanneer zij tegenover een van hen zal hebben gepresteerd ook tegenover de ander zal zijn gekweten;
4.4.
veroordeelt Curves in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van [eiseres 1] en [eiseres 2] begroot op € 77,52 aan explootkosten, € 3.864,00 aan vast recht en € 2.842,00 aan salaris voor de advocaat;
4.5.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2016.