Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2016;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 juli 2016.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderen [eiseres 1] en [eiseres 2], beide besloten vennootschappen, betaling van bedragen die zij hebben geleend aan Curves Holding B.V. De leningsovereenkomsten zijn op 17 december 2010 ondertekend, waarbij een bedrag van € 50.000,- is geleend met een rente van 6% per jaar. Curves heeft echter niet voldaan aan haar verplichtingen om de lening terug te betalen, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. De eisers stellen dat Curves in verzuim is en vorderen betaling van de openstaande hoofdsommen en rente. Curves voert verweer en stelt dat de vorderingen niet opeisbaar zijn, omdat de overeenkomsten geen verplichting tot afbetaling bevatten en dat er constructief overleg heeft plaatsgevonden over de schuldenpositie. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomsten wel degelijk een verplichting tot afbetaling bevatten en dat Curves in beginsel moet voldoen aan de verplichtingen uit de leningsovereenkomsten. Het beroep van Curves op de derogerende werking van redelijkheid en billijkheid wordt verworpen, omdat de eisers recht hebben op nakoming van de overeenkomsten. De rechtbank veroordeelt Curves tot betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.