ECLI:NL:RBGEL:2016:5193

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
05/820703-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in openlijke geweldpleging

Op 29 september 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een 43-jarige man uit Nijmegen, die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De tenlastelegging omvatte meerdere geweldsdelicten, waaronder het slaan, stompen en schoppen van verschillende slachtoffers tijdens een incident op 22 februari 2014 in Arnhem. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. De verdachte verklaarde dat hij enkel had geprobeerd om de vechtende menigte uit elkaar te halen, wat werd ondersteund door camerabeelden. Deze beelden toonden aan dat de verdachte betrokken was bij het helpen van slachtoffers en het scheiden van vechtende personen, zonder zelf geweld te gebruiken.

De rechtbank heeft ook de civiele vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld. Beide benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De rechtbank benadrukte dat de benadeelde partijen hun vorderingen alleen bij de burgerlijke rechter konden indienen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in tegenwoordigheid van griffiers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/820703-14
Datum uitspraak : 29 september 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. C.L. Pas, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 december 2015 en 15 september 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 februari 2014 in de gemeente Arnhem
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Varkensstraat (voor
horecagelenheid/café [naam] ), in elk geval op of aan een openbare weg,
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of (een) tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en),
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (hard/met kracht) (met de vuisten) slaan en/of stompen in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- meermalen, althans éénmaal (hard/met kracht) (terwijl die perso(o)n(en) op de grond lag(en) en/of een of meerdere medeverdachte(n)/andere(n) bovenop die perso(o)n(en) lag(en)/zat(en) en/of terwijl die perso(o)n(en) werd(en) vastgehouden) trappen en/of schoppen in/op/tegen het hoofd en/of het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- ( hard) duwen en/of trekken op/tegen het/de lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of die perso(o)n(en) en/of - met (een) voorwerp(en) gooien naar en/of in de richting van en/of op/tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of die perso(o)n(en).

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Vrijspraak
De rechtbank is - evenals de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de hem tenlastegelegde openlijke geweldpleging, nu niet kan worden bewezen dat hij een significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld. Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende de twee geweldsincidenten geen gewelddadige handelingen heeft verricht en enkel heeft geprobeerd personen uit elkaar te halen. Zijn verklaring vindt steun in het onderliggende dossier. Op de uitgekeken camerabeelden is te zien dat verdachte bij het eerste geweldsincident een vrouw overeind helpt die voor de ingang van [naam] op de grond lag en verderop in de straat een manspersoon overeind helpt die ten val was gekomen. Verder blijkt uit de beelden dat verdachte duwende en trekkende personen uit elkaar heeft proberen te halen en geprobeerd heeft om mensen weg te sturen. Uit het dossier volgt niet dat verdachte zelf geweldshandelingen heeft verricht of de vechtende personen op een andere wijze heeft aangemoedigd.
3. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van
€ 187,50.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van in totaal € 4.433,11 (waarvan € 2.633,11 aan materiële schade en € 1.800,- aan immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente. Voorts is verzocht om de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen tot dit bedrag.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het hem tenlastegelegde feit ter zake waarvan de schadevergoeding is gevorderd, zal de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering. De benadeelde partij kan derhalve de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

3.De beslissing

De rechtbank:

spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijkin zijn vordering;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin haar vordering tot schadevergoeding.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse (voorzitter), mr. G. Noordraven en mr. S.H. Keijzer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.P.J. Leenders en mr. M.E. Bongers, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 september 2016.