ECLI:NL:RBGEL:2016:515

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 januari 2016
Publicatiedatum
2 februari 2016
Zaaknummer
05/720147-15 en 15/801470-13 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor valsheid in geschrift en poging tot oplichting met gebruik van vervalste documenten

Op 21 januari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van valsheid in geschrift en poging tot oplichting. De zaak betrof meerdere incidenten waarbij de verdachte zich voordeed als de eigenaresse van verschillende bedrijven en probeerde bankpassen aan te vragen met behulp van vervalste documenten, waaronder een rijbewijs en volmachten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk een vervalst rijbewijs voorhanden had en valsheid in geschrift had gepleegd door volmachten valselijk op te maken. De verdachte had zich op 7 juli 2015 in Nijmegen voorgedaan als een andere persoon en had een vals rijbewijs bij zich. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte met opzet handelde en dat zij wist dat de documenten vervalst waren. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling bij een forensische instelling. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij voor de geleden schade.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720147-15 en 15/801470-13 (tul)
Datum uitspraak : 21 januari 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , [woonplaats]
thans gedetineerd te [verblijfplaats]
Raadsvrouw: mr. S. Grilk, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 15 oktober 2015 en 7 januari 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na twee door de rechtbank toegewezen vorderingen wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 07 juli 2015 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of
voorhanden heeft gehad een vals of vervalst rijbewijs - zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl zij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als
ware het echt en onvervalst, immers stond het rijbewijs op naam van een ander,
[naam] , - de persoon als wie verdachte zich heeft voorgedaan
- en/of was het rijbewijs voorzien van de foto van verdachte en/of kwam het
document qua kleur, detaillering en gebruikte druk- en beveiligingstechnieken
niet overeen met een origineel afgegeven rijbewijs van dit model,
en/of was het rijbewijs voorzien van twee verschillende documentnummers;
2.
zij
op of omstreeks 07 juli 2015
te Nijmegen, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
een volmacht - zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, zulks met het oogmerk om die volmacht als
echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, die volmacht ondertekend namens [bedrijf]
als volmachtgever en als [naam] als gevolmachtigde;
3.
zij op één of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 30 juni 2015 tot
en met 07 juli 2015 te Nijmegen en/of te Rotterdam, althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 2] te bewegen tot
- afgifte van een of meer bankpassen en/of creditcards en/of geld, in elk geval enig
goed, en/of
- het verlenen van een of meer diensten, namelijk het verschaffen van een
kredietfaciliteit en/of het bieden van toegang tot bancaire tegoeden en/of het
bieden van (andere vormen van) bancaire dienstverlening
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van haar
mededader(s), althans alleen,
- contact heeft gelegd met die/de [bedrijf 2] en/of (vervolgens)
- zich heeft voorgedaan alszijnde [naam] , in elk geval een
ander of anderen alszijnde zichzelf en/of (vervolgens)
- één of meer afspraak/afspraken heeft gemaakt om één of meer volmachten en/of
bakpassen en/of creditcards aan te vragen (namens het bedrijf van die
[naam] - [bedrijf] - ), en/of (vervolgens)
- naar het kantoor van de [bedrijf 2] (gelegen en/of gevestigd aan het [adres 2]
te Nijmegen) is gegaan en/of (vervolgens)
- zich bij dit kantoor heeft gemeld en/of heeft voorgedaan alszijnde [naam]
en/of (vervolgens)
- een vals en/of vervalst rijbewijs ( op naam van [naam] )
ter identificatie en/of legitimatie heeft getoond en/of heeft overhandigd
en/of (vervolgens)
- een volmachtformulier (namens en/of alszijnde [naam] )
heeft ondertekend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
zij op of omstreeks 19 juni 2015 te Putten en/of Ermelo, althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, (telkens) [bedrijf 2]
(telkens) te bewegen tot de afgifte van één of meer bankpas(sen), in elk
geval van enig goed, en/of het verlenen van een of
meet diensten, namelijk het verschaffen van een kredietfaciliteit en/of het bieden
van toegang tot bancaire tegoeden en/of het bieden van (andere vormen van)
bancaire dienstverlening
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
met een of meer van haar mededader(s), althans alleen,
- een bezoek heeft gebracht aan de [bedrijf 2] aan het [adres 3] te Putten
en/of de [bedrijf 2] aan de [adres 4] te Ermelo en/of (vervolgens)
- zich aan de hand van een vals/vervalst rijbewijs en/of een uittreksel van
de Kamer van Koophandel en/of een visitekaartje heeft voorgedaan als
[benadeelde] , in elk geval een ander of anderen als zichzelf
en/of (vervolgens)
- bankpassen heeft aangevraagd (namens het bedrijf van die [benadeelde]
, te weten [bedrijf 3] te Bunschoten ) en/of
(vervolgens) een bankpas van de privé bankrekening van die [benadeelde]
,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
zij op of omstreeks 19 juni 2015 te Putten en/of Ermelo, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e)
rijbewijs, -zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit
te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat
gebruikmaken hierin dat zij dat rijbewijs ter legitimatie en/of ter
identificatie heeft overhandigd en/of heeft getoond en bestaande die valsheid
of vervalsing hierin dat het rijbewijs op naam stond van een ander - te weten
[benadeelde] - en/of was voorzien van de foto van verdachte;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3: Nijmegen
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 7 juli 2015 verschijnt verdachte op een afspraak van mevrouw [naam] met de [bedrijf 2] in Nijmegen om nieuwe volmachten voor de rekening van [bedrijf]
, hierna te noemen [bedrijf] , te tekenen. Zij noemde de rekeningnummers van [bedrijf] en de geboortedatum en het adres van mevrouw [naam] . Ze controleerde de gegevens opgenomen in de volmachten (met [bedrijf] als volmachtgever en
[naam] als gevolmachtigde), plaatste de datum en ondertekende deze. [2]
Voorafgaand aan deze afspraak had verdachte (woonachtig in [woonplaats] [3] ) op 30 juni 2015 al telefonisch contact gelegd met de [bedrijf 2] . Ze gaf zich uit als zijnde [naam] van [bedrijf] . Ze wilde een nieuwe volmacht voor twee nieuwe medewerkers van het bedrijf. Daarop is een afspraak gemaakt voor 2 juli 2015. Op 2 juli 2015 belde ze om de afspraak te verzetten, zei ze dat de volmacht niet meer nodig was en vroeg ze of zij een bankpas op haar naam kon krijgen. [4]
Bij de insluiting van verdachte op 7 juli 2015 is bij verdachte is een rijbewijs aangetroffen. [5] Op dit rijbewijs stond de naam van [naam] en het rijbewijs was voorzien van een foto van verdachte en van twee verschillende documentnummers. [6] Verdachte heeft zelf geen rijbewijs. [7]
Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van dit feit bepleit. Daartoe is aangevoerd dat niet blijkt dat verdachte een rijbewijs heeft afgegeven ter identificatie. Het rijbewijs dat verdachte bij zich had, stond bovendien op naam van een man. Op dat rijbewijs is vervolgens de naam van
[naam] gezet en een foto van verdachte geplaatst. Niet kan worden bewezen dat het rijbewijs op naam van [naam] stond.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat niet vast is komen staan dat verdachte het rijbewijs heeft afgegeven ter identificatie, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank acht voorts niet bewezen dat verdachte dit feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat vrijspraak dient te volgen. Verdachte heeft verklaard dat zij een legitimatiebewijs nodig had, omdat ze naar de bank in Nijmegen moest. Het rijbewijs dat ze bij zich had, stond op naam van [naam] , de vrouw voor wie ze zich zou gaan uitgeven. [8] Het feit dat het oorspronkelijke rijbewijs op naam van een man stond en dat dat rijbewijs vervolgens is voorzien van de naam van [naam] en een foto van verdachte om te dienen als legitimatiebewijs maakt dat er sprake is van een vervalst rijbewijs.
Uit het gegeven dat op het rijbewijs de naam van [naam] stond en dat het was voorzien van een foto van verdachte, in combinatie met de verklaring van verdachte dat zij zelf geen rijbewijs heeft, leidt de rechtbank af dat verdachte wist dat het rijbewijs vals of vervalst was. Hieruit volgt dat zij opzettelijk heeft gehandeld.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is vrijspraak van dit feit bepleit. Daartoe is aangevoerd dat de volmacht door de bank is opgesteld, niet door verdachte. Zij heeft enkel twee handtekeningen geplaatst. Daarbij heeft ze wellicht een valse hoedanigheid aangenomen, maar dat maakt niet dat er sprake is van valselijk opmaken.
Beoordeling door de rechtbank
Van valselijk opmaken is sprake als een nieuw geschrift vals wordt opgesteld of als een geschrift dat nog niet af was valselijk wordt voltooid. Door de valse handtekeningen onder de volmacht te plaatsen heeft verdachte het document valselijk voltooid. Daarmee is sprake van valselijk opmaken.
Verdachte heeft verklaard dat ze de volmacht heeft getekend en dat ze wist dat, als dat gelukt zou zijn, zij de volledige beschikking over de bancaire zaken van [bedrijf] zou verkrijgen. [9]
De rechtbank leidt uit die verklaring af dat verdachte het oogmerk had om die volmacht als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is geen verweer gevoerd ten aanzien van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht dit feit bewezen gelet op de vaststaande feiten en de hiervoor onder 2 opgenomen verklaring van verdachte inhoudende dat ze de volmacht heeft getekend en dat ze wist dat, als dat gelukt zou zijn, zij de volledige beschikking over de bancaire zaken van [bedrijf] zou verkrijgen.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5: Putten en Ermelo
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
[benadeelde] (voorheen: [benadeelde] ) is samen met haar broer en schoonzus eigenaar van een kledingbedrijf genaamd [bedrijf 3]
In de ochtend van 19 juni 2015 heeft een vrouw een bezoek heeft gebracht aan de [bedrijf 2] aan het [adres 3] te Putten en gevraagd of ze nieuwe bankpassen kon aanvragen voor de rekening van het bedrijf [bedrijf 3] te Bunschoten. Omdat de betreffende vrouw zich niet kon identificeren, hebben de bankmedewerkers hieraan niet aan meegewerkt en uitgelegd dat een identiteitsbewijs nodig was.
Later die dag bracht een vrouw een bezoek aan de [bedrijf 2] aan de [adres 4] te Ermelo. Deze vrouw verzocht ook om nieuwe bankpassen voor onder andere het bedrijf [bedrijf 3] . Ze toonde de bankmedewerkster een uittreksel van de Kamer van Koophandel van het bedrijf [bedrijf 3] uit Bunschoten. Toen de bankmedewerkster zei dat ze haar daarbij niet kon helpen, zei de vrouw dat ze ook een nieuwe pas voor zichzelf wilde hebben met een zo hoog mogelijke limiet. De vrouw gaf een visitekaartje waarop haar naam en de naam van het bedrijf stonden. Vervolgens legitimeerde zij zich met een papieren rijbewijs waarop de naam [benadeelde] stond, alsmede een Burgerservicenummer. Dat klopte met de klantgegevens. Echter, bij de bank was bekend dat de naam van de klant door echtscheiding en hertrouwen inmiddels was gewijzigd. Nadat de vrouw weg was, merkte de bankmedewerkster ook nog op dat van de klant ook een rijbewijs was ingescand. Dat betrof geen papieren versie, maar een rijbewijs op creditcardformaat. [11]
Ten aanzien van feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is geen verweer gevoerd ten aanzien van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
De medewerker van de [bedrijf 2] in Putten omschrijft de vrouw als volgt: [signalement] . [12]
De medewerkster van de [bedrijf 2] in Ermelo die de vrouw als eerste te woord stond, omschrijft de vrouw als volgt: [signalement] [13] Deze medewerkster heeft het gesprek overgedragen aan een collega. De collega omschrijft de vrouw als volgt: [signalement] [14]
Aan deze laatste medewerkster van de [bedrijf 2] , [getuige] , wordt een foto van verdachte getoond. Zij herkent voor 100% de vrouw die opgaf dat zij mevrouw
[benadeelde] was. Ze herkent haar aan de trekjes in haar gezicht en aan haar opvallende wenkbrauwen. [15]
Zowel van de [bedrijf 2] in Putten als van de [bedrijf 2] in Ermelo zijn camerabeelden beschikbaar van de bij de feiten beschreven bezoeken. Deze beelden zijn bekeken door een verbalisant. Hij ziet op de beelden dat op 19 juni om 11.25 uur een vrouw het pand van de [bedrijf 2] in Putten binnenkomt en om 11.28 uur weer verlaat. Op de bij het proces-verbaal gevoegde snapshots (van Ermelo en Putten) is een vrouw te zien. Die vrouw wordt door de betreffende verbalisant herkend als verdachte. [16]
Een verbalisant heeft een drietal telefoongesprekken tussen verschillende medewerkers van de [bedrijf 2] en een vrouw die zich uitgaf als mevrouw [benadeelde] beluisterd. Hij hoorde dat de stem in de telefoongesprekken opvallende gelijkenis vertoonde met de stem van verdachte. Hij herkende de stem aan de intonatie, het Rotterdamse accent en de wijze waarop zij de laatste letters van een woord aan het einde van een zin langer maakt. [17]
De rechtbank overweegt dat de modus operandi in Putten en Ermelo sterk overeenkomt met de modus operandi in Nijmegen: een vrouw neemt telefonisch contact op met de [bedrijf 2] en gaat daar vervolgens (al dan niet op afspraak) naar toe, doet zich voor als eigenaresse van een bedrijf en probeert dan voor dat bedrijf bankpassen aan te vragen; eerst zonder legitimatie, later met een vals/vervalst rijbewijs.
Gelet op het overeenkomende signalement, de herkenning van verdachte op de camerabeelden in Putten, de beelden in Ermelo en de herkenning door de bankmedewerkster van de [bedrijf 2] in Ermelo, in combinatie met de stemherkenning acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de persoon is die beide vestigingen van de [bedrijf 2] heeft bezocht en heeft getracht bankpassen van [bedrijf 3] of van [benadeelde] te verkrijgen. Daarbij heeft ze zich in Ermelo gelegitimeerd met een vals of vervalst rijbewijs.
Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van de verrichte handelingen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat zij het oogmerk had om zich (of een ander) wederrechtelijk te bevoordelen. De rechtbank ziet onvoldoende bewijs voor het medeplegen.
Ten aanzien van feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit gelet op de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is vrijspraak van dit feit bepleit, nu er niet voldoende bewijs is dat verdachte een vals rijbewijs heeft overhandigd of heeft getoond. Voor wat betreft Putten ontbreekt het bewijs volledig. Ten aanzien van Ermelo is er slechts één getuige die verklaart over een rijbewijs dat zou zijn getoond.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in Putten gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst rijbewijs en spreekt verdachte daarom vrij van dat onderdeel van de tenlastelegging.
Zoals hiervoor onder 4 omschreven, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de vrouw is die zich zowel in de [bedrijf 2] in Putten als in Ermelo heeft gemeld met het verzoek om afgifte van bankpassen voor [bedrijf 3] . Vast staat dat ze zich in Ermelo heeft gelegitimeerd met een papieren rijbewijs met daarop de naam van mevrouw [benadeelde]
.De rechtbank acht niet bewezen dat op dat rijbewijs een foto stond van verdachte, nu de bankmedewerkster aldaar heeft verklaard dat de foto overeenkwam met het gezicht van verdachte, maar ook gelijkenissen vertoonde met het gezicht van hun klant, mevrouw [benadeelde] .
Wel acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich heeft gelegitimeerd met een rijbewijs op naam van een ander, te weten: [benadeelde] . Nu het niet haar eigen rijbewijs betreft, maar een rijbewijs op naam van een ander en verdachte het desondanks heeft getoond, teneinde zich met dezelfde naam die op het rijbewijs stond te legitimeren, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat zij opzettelijk van een vals/vervalst rijbewijs gebruik heeft gemaakt als ware dat geschrift echt en onvervalst.
De rechtbank ziet ook in dit geval geen bewijs voor het medeplegen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
zij op
of omstreeks07 juli 2015 te Nijmegen,
tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk
heeft afgeleverd en/of
voorhanden heeft gehad een
vals ofvervalst rijbewijs - zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl zij wist
of
redelijkerwijs moest vermoedendat dit geschrift bestemd was voor gebruik als
ware het echt en onvervalst, immers stond het rijbewijs op naam van een ander,
[naam] , - de persoon als wie verdachte zich heeft voorgedaan
- en
/ofwas het rijbewijs voorzien van de foto van verdachte
en/of kwam het
document qua kleur, detaillering en gebruikte druk- en beveiligingstechnieken
niet overeen met een origineel afgegeven rijbewijs van dit model,
en
/ofwas het rijbewijs voorzien van twee verschillende documentnummers;
2.
zij
op
of omstreeks07 juli 2015
te Nijmegen,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
een volmacht - zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te
dienen -
valselijk heeft opgemaakt
of vervalst, zulks met het oogmerk om die volmacht als
echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, die volmacht ondertekend namens [bedrijf]
als volmachtgever en als [naam] als gevolmachtigde;
3.
zij
op één of meer tijdstippen op ofin
omstreeksde periode van 30 juni 2015 tot
en met 07 juli 2015 te Nijmegen en/of te Rotterdam,
althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 2] te bewegen tot
- afgifte van
een of meerbankpassen en
/ofcreditcards en
/ofgeld,
in elk geval enig
goed,en
/of
- het verlenen van een of meer diensten, namelijk het verschaffen van een
kredietfaciliteit en
/ofhet bieden van toegang tot bancaire tegoeden en
/ofhet
bieden van (andere vormen van) bancaire dienstverlening
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk
en/ofbedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
met een of meer van haar
mededader(s), althans alleen,
- contact heeft gelegd met die/de [bedrijf 2] en
/of(vervolgens)
- zich heeft voorgedaan als zijnde [naam] ,
in elk geval een
ander of anderen alszijnde zichzelfen
/of(vervolgens)
- één of meer afspraak/afspraken heeft gemaakt om één of meer volmachten en/of
bankpassen en/of creditcards aan te vragen (namens het bedrijf van die
[naam] - [bedrijf] - ), en
/of (vervolgens
)
- naar het kantoor van de [bedrijf 2] (gelegen en/of gevestigd aan het [adres 2]
te Nijmegen) is gegaan en
/of (vervolgens
)
- zich bij dit kantoor heeft gemeld en
/ofzich heeft voorgedaan als zijnde [naam]
en
/of (vervolgens
)
- een vals en/of vervalst rijbewijs ( op naam van [naam] )
ter identificatie en/of legitimatie heeft getoond en/of heeft overhandigd
en/of (vervolgens)
- een volmachtformulier (
namens en/ofals zijnde [naam] )
heeft ondertekend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
zij op
of omstreeks19 juni 2015 te Putten en
/ofErmelo,
althans in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen(telkens) door het aannemen van een valse naam en
/of van een valse
hoedanigheid en/ofdoor een of meer listige kunstgrepen
en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, (telkens) [bedrijf 2]
(telkens) te bewegen tot de afgifte van één of meer bankpas(sen),
in elk
geval van enig goed,en
/ofhet verlenen van een of
meer diensten, namelijk
het verschaffen van een kredietfaciliteit en/ofhet bieden
van toegang tot bancaire tegoeden
en/of het bieden van (andere vormen van)
bancaire dienstverlening
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk
en/of listiglijken/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
met een of meer van haar mededader(s), althans alleen,
- een bezoek heeft gebracht aan de [bedrijf 2] aan het [adres 3] te Putten
en
/ofde [bedrijf 2] aan de [adres 4] te Ermelo en
/of (vervolgens
)
- zich aan de hand van een vals/vervalst rijbewijs en/of een uittreksel van
de Kamer van Koophandel en/of een visitekaartje heeft voorgedaan als
[benadeelde] ,
in elk geval een ander of anderen als zichzelf
en
/of(vervolgens)
- bankpassen heeft aangevraagd (namens het bedrijf van die [benadeelde]
, te weten [bedrijf 3] te Bunschoten ) en
/of
(vervolgens) een bankpas van de privé bankrekening van die [benadeelde]
,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
zij op
of omstreeks19 juni 2015 te
Putten en/ofErmelo,
althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens)opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals
(e)of vervalst
(e)
rijbewijs, -zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit
te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat
gebruikmaken hierin dat zij dat rijbewijs ter legitimatie en/of ter
identificatie heeft overhandigd en/of heeft getoond en bestaande die valsheid
of vervalsing hierin dat het rijbewijs op naam stond van een ander - te weten
[benadeelde] .
- en/of was voorzien van de foto van verdachte;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Opzettelijk een vervalst geschrift voorhanden hebben.
Ten aanzien van feit 2:
Valsheid in geschrift.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 telkens:
Poging tot oplichting.
Ten aanzien van feit 5:
Opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 5 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandeling bij [instelling] .
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is verzocht rekening te houden met het psychologisch rapport waaruit blijkt dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar kan worden beschouwd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 23 november 2015;
- twee voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland, gedateerd 17 september 2015 en 4 januari 2016 en
- een monodisciplinair rapport van [psycholoog] , klinisch psycholoog, gedateerd
1 december 2015.
Verdachte heeft zich in een kort tijdsbestek schuldig gemaakt aan meerdere pogingen tot oplichting. Bij verschillende banken probeerde zij bankpassen aan te vragen voor bedrijven en de eigenaresse van één van die bedrijven, zonder dat zij daartoe gerechtigd was. Ze deed zich daarbij voor als eigenaar van de verschillende bedrijven. Daarbij gebruikte ze valse rijbewijzen en ook een uittreksel van de Kamer van Koophandel en een visitekaartje om de bank te doen geloven dat zij die persoon was. Deze pogingen zijn niet gelukt, doordat de betreffende bankmedewerkers zeer oplettend waren, het niet vertrouwden en de bankpassen niet hebben verstrekt.
Verdachte heeft hiermee op grove wijze het vertrouwen van anderen geschonden.
Daarnaast heeft verdachte een vervalst rijbewijs voorhanden gehad. Verder heeft zij een volmacht formulier bij de bank valselijk opgemaakt om op die manier de beschikking te krijgen over onder meer bankpassen en creditcards van één van de bedrijven. Hiermee heeft verdachte het vertrouwen van de bank in hun klanten ernstig beschaamd.
Dit zijn ernstige feiten waarmee veel schade aan de betrokken bedrijven en personen kon worden toegebracht.
Verdachte heeft verklaard dat zij bij een lange detentie haar huis kwijt zal raken. Volgens het psychologische rapport speelt dit vanaf 1 mei 2016.
De psycholoog concludeert dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens, zijnde een zwakbegaafdheid. Ze kent een onrijpe persoonlijkheidsontwikkeling waarin
regressief-afhankelijke en impulsieve tendensen opvallen.
De psycholoog adviseert verdachte als verminderd toerekeningsvatbaarheid te beschouwen, omdat zij door haar beperkte verstandelijke vermogens, zijnde zwakbegaafdheid, haar gebrekkige coping en impulsiviteit in verminderde mate in staat was om haar gedrag adequaat en conform wettelijke waarden en normen te reguleren.
De rechtbank verenigt zich met die conclusie en maakt die tot de hare.
De reclassering heeft geadviseerd een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een behandeling bij [instelling] of een soortgelijke instelling.
De ernst van de feiten maakt dat een vrijheidsbenemende straf passend en geboden is. De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen en aan dat deel een meldplicht en behandeling bij [instelling] als de bijzondere voorwaarden te verbinden.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven valse rijbewijs, met betrekking tot welk het onder 1 bewezenverklaarde is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven A4tje met bedrijfsgegevens, aan verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met betrekking tot welke het onder 2 en 3 bewezenverklaarde is voorbereid en begaan.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de overige voorwerpen aan de veroordeelde.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 150,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij volledig toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het (onder 4) bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag van € 150,- schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde rente is daar niet bij inbegrepen. De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 19 juni 2015.
7b. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van rechtbank te Noord-Holland van 28 maart 2014 (parketnummer 15/801470-13) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden. Echter op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal de rechtbank in plaats daarvan een taakstraf gelasten, gedurende het hierna te vermelden aantal uren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 24c, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 45, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
  • de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit haar medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen bij forensische polikliniek [instelling] of soortgelijke ambulante forensische zorg op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven;
- Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf;
  • beveelt de
  • verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven A4tje met bedrijfsgegevens;
  • gelast de
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 4 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
 gelast -
in plaats van de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van rechtbank te Noord-Holland van 28 maart 2014:
een taakstrafgedurende
240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.K. van den Dungen-Dijkstra (voorzitter), mr. J.M. Klep en mr. R.G.J. Welbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 januari 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 08 HAVIK, proces-verbaalnummer 2015401626, gesloten op 2 september 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens [bedrijf 2] , p. 38 en 39, getekende volmacht, p. 41 tot en met 43, proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , p. 48 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
3.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 200.
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , p. 48 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18, proces-verbaal van bevindingen, p. 22, proces-verbaal van bevindingen, p. 34, nagekomen proces-verbaal van bevindingen van 29 december 2015 en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 201.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2016.
10.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , p. 73 en proces-verbaal van bevindingen, p. 75.
11.Proces-verbaal van aangifte door [aangever 2] , p. 73, proces-verbaal van bevindingen, p. 75, proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , p. 78 en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 80 en 81.
12.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , p. 78.
13.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] , p. 76.
14.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 81.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 85.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 248 met bijlagen.
17.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaal nummer PL0600-2015318662-29, gedateerd 18 november 2015.