9.De beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
7 (zeven) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
Meldplicht
- zich op actieve wijze zal houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet verdachte zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis melden bij Reclassering Nederland, Wibautstraat 12 te Amsterdam, tel. [telefoonnummer] . Hierna moet hij zich gedurende de door de reclassering bepaalde periode blijven melden zo frequent als de reclassering dit gedurende deze periode nodig acht;
Behandelverplichting - ambulante behandeling.
- wordt verplicht zich om zich te laten behandelen voor de door het NIFP gediagnosticeerde delict gerelateerde middelen- en persoonlijkheidsproblematiek, bij Forensisch Ambulante Zorg (FAZ) van Inforsa te Amsterdam, of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. Indien de FAZ van Inforsa, in overleg met de reclassering, aanvullende behandeling indiceert op het vlak van persoonlijkheidsproblematiek en/of zedendelinquentie, wordt veroordeelde eveneens verplicht om zich te laten behandelen door forensisch psychiatrische polikliniek De Waag te Amsterdam, of soortgelijke (forensisch) ambulante zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich dan ook zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Locatieverbod
- wordt verboden zich te bevinden in de woonplaats van de slachtoffers, namelijk Tiel, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Andere voorwaarden het gedrag betreffende
- zich beschikbaar stelt voor (urine)controles op zijn middelengebruik, voor zover en zo lang dat de reclassering nodig wordt geacht;
- ervoor zorgt dat hij zich niet in situaties bevindt, waarin hij alleen is met minderjarigen. Veroordeelde zal zich verder niet ophouden nabij kinderrijke plekken (scholen, speeltuinen en dergelijke).
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
gelast de teruggave van de in beslag genomen trui aan verdachte;
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], een bedrag
te betalen van € 902,32(negenhonderdtwee euro en tweeëndertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
legt aan verdachte de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag
te betalen van € 934,82(negenhonderdvierendertig euro en tweeëntachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 18 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], een bedrag
te betalen van € 250,--(tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
legt aan verdachte de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag
te betalen van € 250,--(tweehonderd vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 5 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], een bedrag
te betalen van € 631,88(zeshonderd eenendertig euro en achtentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 2]voor het overige
niet-ontvankelijkin haar vordering;
legt aan verdachte de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag
te betalen van € 631,88(zeshonderd eenendertig euro en achtentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2016, tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 12 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
heft op het – geschorste – bevel voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. R.S. Croll en mr. G. Noordraven, rechters, in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 september 2016.
De griffier is buiten staat mede te ondertekenen.