In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een burenconflict over het gebruik van een (over)pad. De eisers, eigenaren van een perceel, hebben een verhard pad aangelegd dat toegang biedt tot het perceel van de gedaagden, die buren zijn. De eisers hebben de gedaagden verzocht om het gebruik van het pad te beperken, terwijl de gedaagden menen dat zij een onbeperkt recht hebben om het pad te gebruiken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers een gebruiksrecht hebben verleend aan de gedaagden om het pad te gebruiken, maar dat dit gebruik niet onbeperkt is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagden het pad op een minst bezwarende wijze moeten gebruiken en dat er afspraken gemaakt moeten worden over het gebruik van het pad. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers tot volledig ontzeggen van het gebruik van het pad afgewezen, maar ook de vorderingen van de gedaagden tot onbeperkt gebruik. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld om binnen vier weken een overhangende tak te verwijderen en binnen twee weken een overhellende schutting recht te zetten. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 13 juli 2016.