ECLI:NL:RBGEL:2016:4633

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2016
Publicatiedatum
23 augustus 2016
Zaaknummer
05/015060-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. [voorzitter]
  • mr. [rechter 1]
  • mr. [rechter 2]
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na poging tot doodslag

Op 22 augustus 2016 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 27-jarige man uit Apeldoorn, die werd verdacht van poging tot doodslag. De rechtbank heeft de man ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij ten tijde van het delict lijdende was aan een ziekelijke stoornis, namelijk schizofrenie van het paranoïde type. Dit maakte dat de tenlastegelegde poging tot doodslag niet aan hem kon worden toegerekend, waardoor hij niet strafbaar was.

De rechtbank baseerde haar oordeel op rapportages van zowel een psychiater als een psycholoog, die bevestigden dat de verdachte ten tijde van het delict geen adequaat inzicht had in de wederrechtelijkheid van zijn handelen. De verdachte had zijn gedrag als passend ervaren in het kader van zijn psychotische belevenissen en kon zijn wil niet bepalen. Hierdoor werd hij als ontoerekeningsvatbaar beschouwd.

De officier van justitie had gevorderd dat de in beslag genomen keukenmessen verbeurd zouden worden verklaard. De rechtbank oordeelde dat deze messen onttrokken moesten worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd was met de wet en het algemeen belang. De benadeelde partij, [slachtoffer 1], had een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank verklaarde deze vordering niet-ontvankelijk, aangezien de verdachte van alle rechtsvervolging werd ontslagen.

De beslissing van de rechtbank is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, terwijl de vordering van de benadeelde partij werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/015060-15
Datum uitspraak : 22 augustus 2016
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 08 augustus 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 januari 2015 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, op korte afstand van het lichaam van die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met twee mes(sen),
althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) in de richting van / op het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer 3] heeft (in)gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 15 januari 2015 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen op korte afstand van het lichaam van die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met twee mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) in de richting van / op het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer 3] heeft (in)gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer Subsidiair
hij op of omstreeks 15 januari 2015 te Apeldoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (op korte afstand van het lichaam van die [slachtoffer 2] ) meermalen, althans eenmaal met twee mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) in de richting van / op het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer 3] (in)gestoken en/of die [slachtoffer 3] (daarbij) heeft toegevoegd: "Jij hebt mijn familie vermoord", althans (een) handeling(en) en/of woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 5 e.v.;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte p. 25 e.v..

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks15 januari 2015 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, op korte afstand van het lichaam van die [slachtoffer 2] meermalen,
althans eenmaalmet twee mes
(sen
),
althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en)in de richting van / op het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [slachtoffer 3] heeft (in)gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Poging tot doodslag

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Met betrekking tot verdachte zijn meerdere rapportages opgemaakt, te weten:
  • een rapportage Pro Justitia d.d.15 april 2015, door dr. [deskundige 1] , psychiater;
  • een rapportage Pro Justitia d.d. 24 maart 2015, door [deskundige 2] , psycholoog;
  • een reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg, d.d. 20 juli 2016.
De rechtbank ontleent hieraan het volgende.
Verdachte is zowel door psychiater dr. [deskundige 1] , als door GZ-psycholoog [deskundige 2] , onderzocht.
Door de psychiater is beschreven dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een gedesorganiseerde en paranoïde schizofrenie. De stoornis was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Verdachte had ten tijde van het ten laste gelegde geen adequaat inzicht in de wederrechtelijkheid van het begane feit doordat hij zijn handelen passend vond gezien de inhoud van zijn psychotische beleven. Verdachte kon zijn wil niet bepalen. Verdachte dient dan ook als ontoerekeningsvatbaar te worden ingeschat.
Door de psycholoog is beschreven dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van schizofrenie van het paranoïde type. Bij verdachte lijkt ten tijde van het tenlastegelegde sprake te zijn geweest van een paranoïd-psychotisch toestandsbeeld in het kader van een schizofrene stoornis. Er zijn voldoende aanwijzingen voor beperkingen in de keuzevrijheid van handelen van verdachte vanuit de aanwezigheid van een paranoïd-psychotisch toestandsbeeld ten tijde van het tenlastegelegde. Geconcludeerd kan worden dat verdachte aangaande het tenlastegelegde als ontoerekeningsvatbaar mag worden beschouwd.
De reclassering adviseert verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld, te weten een meldplicht, een behandelverplichting en een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke zorg. De reclassering heeft daarbij de opmerking gemaakt dat zij er van op de hoogte is gesteld dat verdachte vanuit de visie van de Pro Justitia rapporteurs als volledig ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard en dat het onderhavige plan daardoor, volgens hen, niet juridisch uitvoerbaar is. Vanuit het reclasseringsoogpunt acht zij het echter van belang dat verdachte begeleiding en behandeling ontvangt ter voorkoming van recidive.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het feit, gelet op zijn beschreven stoornis ten tijde van het delict, niet kan worden toegerekend. Verdachte is dan ook niet strafbaar, zodat de rechtbank verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging. Dit brengt eveneens met zich dat het door de reclassering voorgestelde reclasseringstraject juridisch niet uitvoerbaar is.
Ten aanzien van het beslag
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten vier keukenmessen verbeurd zullen worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten vier keukenmessen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer., nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

7.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde. Gevorderd wordt een bedrag van € 450,-, met wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging zonder oplegging van een maatregel.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 39, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor niet strafbaar;
 Ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
De beslissing op het beslag
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: vier keukenmessen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin haar vordering;
Dit vonnis is gewezen door mr. [voorzitter] (voorzitter), mr. [rechter 1] en mr. [rechter 2] , rechters, in tegenwoordigheid van mr. [griffier] , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Apeldoorn, team Apeldoorn Binnenstad, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2015026447, gesloten op 29 januari 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.