Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
LIANDER N.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis 17 februari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 15 april 2016.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Gelderland op 13 juli 2016, gaat het om een geschil tussen SHP Bouwbedrijven BV (eiseres) en Liander N.V. (gedaagde) over een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst. SHP had Liander opdracht gegeven voor de inrichting van een trafostation voor een vakantiepark, maar na een eerdere prijsindicatie bleek de capaciteit van de bestaande trafo onvoldoende. SHP vorderde schadevergoeding van Liander, die zij begrootte op € 46.420,44, als gevolg van onjuiste informatie van Liander. De rechtbank oordeelde dat SHP niet in haar recht stond om de kosten van de verzwaring van de trafo terug te vorderen, omdat zij deze kosten zelf had geaccepteerd. De rechtbank stelde vast dat de schade die SHP had geleden, voortkwam uit de tekortkoming van Liander in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank besloot dat er een deskundigenbericht moest worden ingewonnen om de exacte schade te bepalen, en hield verdere beslissingen aan. De zaak werd opnieuw op de rol gezet voor 27 juli 2016.