ECLI:NL:RBGEL:2016:4523

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
16 augustus 2016
Zaaknummer
285862
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Borgtocht en aansprakelijkheid in civiele procedure tussen ForFarmers en Go4Agri

In deze civiele procedure, die plaatsvond voor de Rechtbank Gelderland, zijn twee zaken gevoegd behandeld, met als hoofdrolspelers de besloten vennootschappen ForFarmers Nederland B.V. en Go4Agri International B.V. De zaak betreft een particuliere borgtocht die door [gedaagde] is aangegaan ten behoeve van de openstaande schulden van [bedrijf 1 en 2] aan ForFarmers. ForFarmers vorderde betaling van € 50.000,00 op basis van deze borgtocht, nadat [bedrijf 1 en 2] in verzuim was geraakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat ForFarmers niet als financiële dienstverlener kan worden aangemerkt, waardoor de informatieplicht van de schuldeiser niet van toepassing is. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] niet met succes kon aanvoeren dat hij onder dwang of misbruik van omstandigheden de borgtocht had ondertekend. De rechtbank heeft de vorderingen van ForFarmers integraal toegewezen en het verzet van [gedaagde] afgewezen. In de tweede zaak, die ook betrekking had op de aansprakelijkheid van Go4Agri, werd de rechtbank geconfronteerd met de vraag of Go4Agri zich garant had gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2]. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat Go4Agri zich als borg had verbonden en dat ForFarmers niet gerechtvaardigd had vertrouwd op een dergelijke overeenkomst. De rechtbank heeft ForFarmers toegelaten tot bewijslevering.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
Vonnis in gevoegde zaken van 6 juli 2016
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/05/285862 / HA ZA 15-384 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORFARMERS NEDERLAND B.V.,voorheen genaamd
FORFARMERS HENDRIX B.V.,
gevestigd te Lochem,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. J.C.M. Jochemsen-Vernooij te Arnhem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat voorheen mr. R.J. Verweij te Nijmegen, per 22 april 2016 onttrokken,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/05/286991 / HA ZA 15-424 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FORFARMERS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Lochem,
eiseres,
advocaat mr. J.C.M. Jochemsen-Vernooij te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GO4AGRI INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Bemmel, gemeente Lingewaard,
gedaagde,
advocaat voorheen mr. R.J. Verweij te Nijmegen, per 22 april 2016 onttrokken.
Partijen zullen hierna [gedaagde] , ForFarmers en Go4Agri worden genoemd.
In de zaak 15-384:

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 december 2015
  • het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2016
  • de brief van [gedaagde] met als bijlage de volmacht aan zijn broer [naam 1] , ingekomen op 28 april 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
ForFarmers produceert en verkoopt onder meer varkensvoer. Met ingang van 1 juni 2015 is de handelsnaam ForFarmers Hendrix B.V. gewijzigd in ForFarmers Nederland B.V.
2.2.
Go4Agri adviseert en consulteert agrarische ondernemers. Voorts biedt Go4Agri in samenwerking met een investeerdersgroep aan ondernemingen financiële middelen voor (agrarische) projecten. De heer [naam 1] ( [naam 1] ) is indirect bestuurder van Go4Agri. [gedaagde] ( [gedaagde] ) is de broer van [naam 1] en werkzaam bij Go4Agri als projectmanager.
2.3.
ForFarmers, althans haar rechtsvoorganger, heeft meerdere jaren varkensvoer geleverd aan verschillende vennootschappen van de heer [naam 2] , onder meer aan [bedrijf 1] en [bedrijf 2] (hierna ook gezamenlijk aangeduid als: [bedrijf 1 en 2] ). [bedrijf 1 en 2] heeft een groot aantal van de facturen van ForFarmers van 2011 en 2012 onbetaald gelaten.
2.4.
Bij verstekvonnis van 11 april 2002 van de rechtbank Zutphen zijn [bedrijf 2] . en [naam 2] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 288.831,10 aan ForFarmers, te vermeerderen met 8% contractuele rente, alsmede tot betaling van beslagkosten en proceskosten.
2.5.
Bij vaststellingsovereenkomst van 20 juli 2012 tussen [bedrijf 1 en 2] en ForFarmers is onder meer overeengekomen dat de vordering van ForFarmers op [bedrijf 1 en 2] per 12 juli 2012
€ 278.236,15 bedraagt en dat de schuld op uiterlijk op 20 september 2012 door [bedrijf 1 en 2] zal zijn voldaan, conform een overeengekomen betalingsschema.
2.6.
Bij overeenkomst van borgstelling van 30 november 2012 heeft [gedaagde] zich jegens ForFarmers hoofdelijk als borg en hoofdelijk als mededebiteur voor [bedrijf 1 en 2] verbonden tot een bedrag van € 50.000,00, tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen ForFarmers van [bedrijf 1 en 2] te vorderen heeft of zal krijgen, uit welke hoofde dan ook, hieronder begrepen rente en kosten. De echtgenote van [gedaagde] heeft toestemming verleend voor deze borgstelling.
2.7.
Bij brief van 18 december 2012 heeft ForFarmers aan [gedaagde] meegedeeld dat [bedrijf 1 en 2] in verzuim is ter zake van de openstaande “voerschulden” ad in totaal € 400.897,11 en heeft zij hem, onder verwijzing naar de borgstellingsovereenkomst, gesommeerd tot betaling van € 50.000,00 op uiterlijk 27 december 2012, bij gebreke waarvan de wettelijke rente is aangezegd.
2.8.
Op 12 februari 2013 is [bedrijf 2] . failliet verklaard, op 7 mei 2013 is [bedrijf 1] failliet verklaard en op 4 december 2013 is [naam 2] failliet verklaard.
2.9.
Bij brief van de advocaat van ForFarmers van 20 februari 2015 is [gedaagde] gesommeerd tot betaling van € 50.000,00, alsmede de inmiddels verschenen wettelijke rente van € 3.230,97 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.275,00.
2.10.
Op 4 maart 2015 heeft ForFarmers, na daartoe verkregen verlof, conservatoir derdenbeslag gelegd onder de ING Bank N.V. en conservatoir beslag gelegd op de woning van [gedaagde] .

3.De vorderingen

3.1.
ForFarmers heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht zal verklaren dat [gedaagde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de met haar gesloten overeenkomst van borgtocht;
II. [gedaagde] zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2012, althans een in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagde] zal veroordelen om aan haar te betalen de beslagkosten van € 541,23, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagde] zal veroordelen om aan haar te betalen de buitengerechtelijke kosten van € 1.275,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.
3.2.
Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van ForFarmers integraal toegewezen en is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van ForFarmers tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 2.882,47.
3.3.
[gedaagde] vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van ForFarmers alsnog worden afgewezen.
3.4.
Hierna zal op de stellingen van partijen, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat [gedaagde] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2.
Voorafgaand aan de comparitie van partijen heeft de advocaat van [gedaagde] zich onttrokken. Ter comparitie heeft de heer [naam 1] namens [gedaagde] het woord gevoerd. Na de comparitie heeft de rechtbank een volmacht van [gedaagde] ontvangen, waarbij hij zijn broer [naam 1] heeft gemachtigd om namens hem ter comparitie op te treden.
4.3.
ForFarmers stelt dat [gedaagde] zich borg heeft gesteld tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen zij van [bedrijf 1 en 2] te vorderen heeft of zal krijgen uit welke hoofde dan ook. Aangezien [bedrijf 1 en 2] de betalingsverplichting jegens ForFarmers niet nakwam, heeft zij [gedaagde] als borg bij brief van 18 december 2012 aangesproken. [gedaagde] heeft niet aan deze sommatie voldaan en is daarom met ingang van 28 december 2012 in verzuim.
4.4.
[gedaagde] voert aan dat Go4Agri voor [bedrijf 1 en 2] een financiering heeft geregeld in verband met de leveringen van ForFarmers. [bedrijf 1 en 2] heeft deze financiering niet aangewend voor de betaling aan ForFarmers en op enig moment heeft ForFarmers rechtstreeks contact gezocht met Go4Agri en [gedaagde] daarover geïnformeerd. ForFarmers heeft aan [gedaagde] meegedeeld dat zij de voerleveranties aan [bedrijf 1 en 2] met onmiddellijke ingang zou staken en dat zij slechts bereid was de voerleveranties aan [bedrijf 1 en 2] te hervatten indien [gedaagde] in privé een garantie zou afgeven. Onder deze omstandigheden en onder de druk dat de dieren van [bedrijf 1 en 2] bij het uitblijven van de voerleveranties zouden moeten worden afgemaakt, is hij een particuliere borgtocht met ForFarmers aangegaan, aldus [gedaagde] . Daarna heeft ForFarmers de voerleveranties aan [bedrijf 1 en 2] hervat. De door Go4Agri voor [bedrijf 1 en 2] geregelde financiering is begin 2013 door de financieringsgroep opgezegd. [gedaagde] stelt dat hij toen ook de borgtocht heeft ingetrokken. [gedaagde] voert aan dat hij zich niet bewust was van de aan de borgtochtovereenkomst verbonden risico’s en dat ForFarmers hem ook niet op die risico’s heeft gewezen. Hij beroept zich daarom op dwaling, ook ten aanzien van de door zijn echtgenote verleende toestemming voor de borgstelling. Hij stelt voorts dat hij de borgtocht onder tijdsdruk heeft moeten tekenen, dat hij daarbij geen keuze had omdat de dieren van [bedrijf 1 en 2] zouden overlijden als ForFarmers de voerleveranties zou staken en dat hij ervan uitging dat de borgtocht tijdelijk was omdat de borgtocht een voorwaarde was voor het hervatten van de voerleveranties. ForFarmers heeft hem aldus onder druk gezet en heeft misbruik gemaakt van de omstandigheden. [gedaagde] stelt dat [bedrijf 1 en 2] de rekeningen van ForFarmers voor de voerleveranties heeft voldaan en dat hij er daarom vanuit ging dat de borgstelling was vervallen. [gedaagde] heeft de borgtocht opgezegd en was daartoe bevoegd omdat het nog ging om schulden voor de toekomst. Voorts acht hij een beroep op de borgstelling, gelet op de omstandigheden, in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus [gedaagde] .
4.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat er sprake is van particuliere borgtocht, zoals bedoeld in artikel 7:857 BW.
Nu ForFarmers niet is aan te merken als financiële dienstverlener is de jurisprudentie met betrekking tot de informatieplicht van de schuldeiser jegens de borg, niet zonder meer van toepassing. Dat zou anders kunnen zijn wanneer ForFarmers een specifieke deskundigheid zou hebben voor het aangaan van borgtochten, maar dat is niet gesteld of gebleken. Daarbij komt dat [gedaagde] zelf werkzaam was bij Go4Agri als projectmanager en hij met ForFarmers uit die hoofde contact heeft gehad over de financiering van de onderneming van [bedrijf 1 en 2] , waaronder de financiering van diens schulden. [gedaagde] kan derhalve geacht worden op de hoogte te zijn geweest van de financiële positie van [bedrijf 1 en 2] . Hij was in ieder geval op de hoogte van de schuld van [bedrijf 1 en 2] bij ForFarmers. [gedaagde] kan dus niet aangemerkt worden als ondeskundig op het gebied van financiële zaken en uit hoofde van zijn functie bij Go4Agri kan hij geacht worden bekend te zijn geweest met de risico’s van een borgstelling ten behoeve van [bedrijf 1 en 2] . [gedaagde] kan zich dan ook niet met succes beroepen op dwaling.
4.6.
Dat de borgstelling onder (tijds)druk tot stand is gekomen is niet komen vast te staan. ForFarmers stelt immers dat de borgstelling in drie etappes heeft plaatsgevonden: op 22 november 2012 voor € 30.000,00, op 23 november 2012 voor € 40.000,00 en daarna voor € 50.000,00. [gedaagde] heeft dat niet weersproken. Dat ForFarmers druk op [gedaagde] heeft uitgeoefend om de borgstelling te tekenen is niet gebleken. De omstandigheid dat [gedaagde] zelf een zekere druk voelde omdat hij ervan uitging dat de dieren van [bedrijf 1 en 2] zouden moeten worden afgemaakt, indien de voerleveranties niet zouden worden hervat, en hij zich daar kennelijk verantwoordelijk voor voelde, betekent nog niet dat ForFarmers misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden. [gedaagde] heeft daarvoor onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld.
4.7.
Voor zover [gedaagde] aanvoert dat hij veronderstelde dat de borg slechts zou gelden voor de bedragen die [bedrijf 1 en 2] aan ForFarmers verschuldigd zou worden voor de voerleveranties voor de toekomst, is de rechtbank van oordeel dat hij onvoldoende heeft gesteld op grond waarvan hij van die veronderstelling mocht uitgaan. De tekst van de overeenkomst is duidelijk. Daarin is immers vermeld dat [gedaagde] zich hoofdelijk als borg en mededebiteur voor [bedrijf 1 en 2] verbindt tot een bedrag van € 50.000,00
“tot zekerheid van de betaling voor al hetgeen ForFarmers van debiteur te vorderen heeft of zal krijgen uit welke hoofde dan ook, hieronder begrepen de rente en kosten”. Nu [gedaagde] , zoals hiervoor is overwogen, op de hoogte was van de schulden van [bedrijf 1 en 2] bij ForFarmers, moet hij hebben begrepen dat hij zich niet alleen borg stelde voor toekomstige schulden van [bedrijf 1 en 2] met betrekking tot het hervatten van de voerleveranties, maar ook voor de reeds bestaande schulden van [bedrijf 1 en 2] bij ForFarmers. [gedaagde] kon de borgtocht derhalve niet opzeggen en deze is evenmin vervallen.
4.8.
[gedaagde] heeft voorts geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan het inroepen van de borgstelling door ForFarmers naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
4.9.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden bekrachtigd.
4.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden verwezen. De kosten worden aan de zijde van ForFarmers begroot op € 894,00 voor salaris advocaat (1 punt × tarief € 894,00).
4.11.
De beslissing zal worden aan gehouden tot de eindbeslissing in de zaak 15-424.
In de zaak 15-424:

5.De procedure

5.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 december 2015
  • het proces-verbaal van comparitie van 25 april 2016.
5.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

6.De feiten

6.1.
ForFarmers produceert en verkoopt onder meer varkensvoer. Met ingang van 1 juni 2015 is de handelsnaam ForFarmers Hendrix B.V. gewijzigd in ForFarmers Nederland B.V.
6.2.
Go4Agri adviseert en consulteert agrarische ondernemers. Voorts biedt Go4Agri in samenwerking met een investeerdersgroep aan ondernemingen financiële middelen voor (agrarische) projecten. De heer [naam 1] ( [naam 1] ) is indirect bestuurder van Go4Agri. [gedaagde] ( [gedaagde] ) is de broer van [naam 1] en werkzaam bij Go4Agri als projectmanager.
6.3.
ForFarmers, althans haar rechtsvoorganger, heeft meerdere jaren varkensvoer geleverd aan verschillende vennootschappen van de heer [naam 2] , onder meer aan [bedrijf 1] en [bedrijf 2] (hierna ook gezamenlijk aangeduid als: [bedrijf 1 en 2] ). [bedrijf 1 en 2] heeft een groot aantal van de facturen van ForFarmers van 2011 en 2012 onbetaald gelaten.
6.4.
In maart 2012 heeft [bedrijf 1 en 2] Go4Agri benaderd voor het verkrijgen van een financiering van zijn onderneming(en). Go4Agri heeft voor [bedrijf 1 en 2] contact gelegd met een financieringsgroep voor de onderneming van [bedrijf 1 en 2] in Tsjechië “Farma Solany S.R.O.” in verband met het project “Mimon”.
6.5.
Bij verstekvonnis van 11 april 2012 van de rechtbank Zutphen zijn [bedrijf 2] . en [naam 2] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan ForFarmers van € 288.831,10, te vermeerderen met 8% contractuele rente, alsmede tot betaling van beslagkosten en proceskosten.
6.6.
Vanaf april 2012 heeft Go4Agri namens [bedrijf 1 en 2] per e-mail gecorrespondeerd met ForFarmers over betaling van de openstaande facturen.
6.7.
Bij e-mailbericht van 2 mei 2012 heeft ForFarmers aan Go4Agri onder meer het volgende meegedeeld:
“Bedankt voor de ING-bevestiging. Ik kan slechts de uitwinning tegenhouden tot morgenmiddag (3 mei 2012) 15.00 uur. Wij wensen daarom dat het bedrag van € 50.000 direct vanuit Go4Agri wordt overgemaakt naar de bankrekening van ForFarmers voor morgenmiddag 15.00 uur. Hiermee geven wij blijk van onze goede intentie door het uitwinningstraject
opnieuwuit te stellen na het verstrijken van meerdere afgesproken betalingstijdstippen.
Graag ontvang ik van u en de heer [naam 2] een bevestiging dat ForFarmers voor morgenmiddag 15.00 uur € 50.000 op haar bankrekening heeft staan en dat Go4Agri
garantstaat voor deze betaling. Het is niet voldoende dat het geld is goedgekeurd door de ING danwel op rekening van de heer [naam 2] of zijn besloten vennootschappen staat. (…)
Tevens wil ik de heer [naam 2] wijzen op het feit dat wij tevens een afspraak op zeer korte termijn willen hebben gepland om te bespreken hoe het overige bedrag zal worden voldaan.
(…)”
6.8.
Bij vaststellingsovereenkomst van 20 juli 2012 tussen [naam 2] en ForFarmers is onder meer overeengekomen dat de vordering van ForFarmers op [bedrijf 1 en 2] per 12 juli 2012
€ 278.236,15 bedraagt en dat de schuld op uiterlijk op 20 september 2012 door [bedrijf 1 en 2] zal zijn voldaan, conform een overeengekomen betalingsschema.
6.9.
Bij e-mailbericht van 27 augustus 2012 met als onderwerp
“Betalingsafspraak Forfarmers project Mimon [bedrijf 1 en 2] ”heeft Go4Agri, voor zover van belang, het volgende aan ForFarmers meegedeeld:
“Naar aanleiding van het prettige en open onderhoud van vrijdag j.l. doen wij U hiermede zoals afgesproken onze blinde (omdat we nog in afwachting zijn van Uw gegevens, documenten) voorstel toekomen om de verdeling als volgt aan te bieden.
Zie hiervoor de bijlage.
Restrictie, indien de genoemde bedragen niet onderbouwd zijn aangaande het businessplan en gebaseerd op onze financieringsacceptatie betreffende project Mimon dan zullen de bedragen in een linea recta verhouding aangepast worden.
De uiteindelijke acceptatie zal verkregen worden (zoals met u besproken) tegen het einde van deze week na overleg met de financieringsgroep en na presentatie van Uw verdere documenten”.
De bijlage bij dit e-mailbericht, die als productie 11 bij dagvaarding door ForFarmers is overgelegd, luidt als volgt:

Forfarmers project [bedrijf 1 en 2] Beugen
Aflossingsschema met rechtstreekse betalingen aan Forfarmers.
Openstaande schuld per 24-08-2015 € 286.000,00
wekelijkse voerpost circa € 15.000,00 vanaf week 34 € 135.000,00
Totale schuld na 9 weken € 421.000,00
aflossing 1 35 € 10.000,00
aflossing 2 36 € 20.000,00
aflossing 3 37 € 30.000,00
aflossing 4 38 € 40.000,00
aflossing 5 39 € 50.000,00
aflossing 6 40 € 50.000,00
aflossing 7 41 € 50.000,00
aflossing 8 42 € 50.000,00
aflossing 9 43 € 50.000,00
aflossing 10 44 € 71.000,00 € 421.000,00
Schuld vereffend op 02-11-2012 € 0,00”
6.10.
Bij e-mailbericht van 28 augustus 2012 heeft ForFarmers aan Go4Agri bevestigd dat zij akkoord gaat met het aflossingsschema
“rechtstreekse betaling project [bedrijf 1 en 2] ”.
6.11.
Bij e-mailbericht van 2 november 2012 heeft Go4Agri onder meer het volgende aan ForFarmers meegedeeld:
“(…)
Zoals zojuist in de diverse bijlagen is aangegeven door de diverse betrokken partijen v.w.b. de financiering c.q. depotvulling van project Farma Solany zal het uiteindelijke depot 15 december 2012 gevuld zijn middels de bond financiering (zie bijlage).
Er is al eerder gestart met de eerste depotvullingen maar door de aangescherpte regels in het betalingsverkeer (due diligence) is er de afgelopen weken enige vertraging in de depotvulling opgetreden.
Wij als Go4Agri zijnde hebben hierin gedeeltelijk het project kunnen helpen met eigenmachtige betalingen die we nu door diverse opgelegde controles van de financieringsgroep aan banden zijn gelegd.
Echter, onze financieringsgroep heeft ons gisteren laat in de middag laten weten dat er vandaag in ieder geval een bedrag van circa € 3.000.000,00 vanuit de barclays naar onze ING rekening wordt overgeboekt. (…)
Als deze betaling op onze rekening staat, de verwachting is begin komende week zal aan u minimaal € 50.000,00 worden overgemaakt, indien mogelijk meer over te maken tot een maximum van € 150.000,00
Lukt dit niet dan zal in de 2e helft van de week de aanvulling tot de € 150.000,00 worden overgemaakt.
Verder zal daarna wekelijks een bedrag van € 50.000,00 naar u worden overgemaakt en uiterlijk 15 december 2012 de gehele schuld van Farma Solany (project Mimon) worden ingelost”.
6.12.
Bij brief van 2 november 2012 heeft Go4Agri het volgende aan ForFarmers meegedeeld:
“ STATEMENT
Commitment tot betaling
Klant: [naam 2]
Project naam: Farma Solany project Mimon
(…)
Hiermede bevestigen wij de zojuist gemaakte telefonische afspraak aangaande het betalingsschema v.w.b. de openstaande posten van bovengenoemde klant en zijn project.
Dinsdag 6 november 2012 een bedrag van € 50.000,00
Vrijdag 9 november 2012 een bedrag van € 100.000,00
Hierna wekelijks elke donderdag een bedrag van € 50.000,00 tot 13 december 2012 en restant van openstaande post 20 december 2012.
Hiermede is de totale uitstaande post van bovenstaande klant t.b.v. zijn project ingelost.”
6.13.
Bij overeenkomst van borgstelling van 30 november 2012 heeft [gedaagde] zich jegens ForFarmers hoofdelijk als borg en hoofdelijk als mededebiteur voor [bedrijf 1 en 2] verbonden tot een bedrag van € 50.000,00, tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen ForFarmers van [bedrijf 1 en 2] te vorderen heeft of zal krijgen, uit welke hoofde dan ook, hieronder begrepen rente en kosten. De echtgenote van [gedaagde] heeft toestemming verleend voor deze borgstelling.
6.14.
Bij e-mailbericht van 2 januari 2013 heeft Go4Agri het volgende aan ForFarmers meegedeeld:
“(…)
Bij deze nemen wij volledig afstand van alle afspraken die eerder met U en de heer [naam 3] (directeur juridische zaken van ForFarmers, toevoeging rechtbank) gemaakt zijn omtrent het project M 12190 Farma Solany Ref: Mimon.
Temeer omdat gezien de laatste ontwikkelingen onze financieringsgroep grote twijfel heeft geuit of dat de desbetreffende klant haar terugbetaling verplichting kan volbrengen, tevens zijn er naar verder onderzoek grote vragen gerezen of dat de reeds betaalde projectgelden wel rechtmatig gebruikt zijn tov het oorspronkelijke businessplan. Verder komt hierbij dat U gelijktijdig aanspraak gemaakt heeft op de uit coulance gemaakte borgstelling van mijn broer [gedaagde] , die dan ook reeds in de uitbetalingsprocedure is opgenomen, waarmee bij uitbetaling naar U de borgstelling is ingelost en daarmee is deze dan ook gelijktijdig vervallen.
Hiermee is voor ons de kwestie dan ook volledig afgewikkeld.
De heer [naam 2] zal U dan ook voortaan rechtstreeks vanuit zijn eigen project depot betalingen aan U moeten verrichten. De reeds gedane betalingen worden dan ook verder hiermee verrekend.
(…).”
6.15.
Op 12 februari 2013 is [bedrijf 2] . failliet verklaard. Op 7 mei 2013 is [bedrijf 1] failliet verklaard en op 4 december 2013 is [naam 2] failliet verklaard.
6.16.
Bij brief van 20 februari 2015 van de advocaat van ForFarmers is Go4Agri gesommeerd tot betaling van € 424.351,97, bij gebreke waarvan aanspraak is gemaakt op de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten van € 3.896,76 en de beslagkosten en proceskosten van [bedrijf 1 en 2] van € 9.042,46. Daarbij is voorts meegedeeld dat indien [gedaagde] het bedrag van € 50.000,00 ter zake van de borgstelling niet voldoet, dit bedrag van Go4Agri zal worden gevorderd.

7.De vorderingen

7.1.
ForFarmers vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht zal verklaren dat Go4Agri toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de met haar gesloten overeenkomst met betrekking tot de openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] ;
II. Go4Agri zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 442.822,11, althans € 421.000,00, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de datum van verzuim van Go4Agri conform het betalingsschema van productie 11, althans vanaf 18 december 2012, althans 27 februari 2015, althans een in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening;
III. Go4Agri zal veroordelen om aan haar te betalen de buitengerechtelijke kosten van € 3.989,11, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
met veroordeling van Go4Agri in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.
7.2.
Go4Agri voert verweer. Hierna zal op de stellingen van partijen, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

8.De beoordeling

8.1.
ForFarmers stelt dat Go4Agri zich jegens ForFarmers heeft verbonden tot het voldoen van de openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] bij ForFarmers en verwijst daarvoor naar het e-mailbericht van 27 augustus 2012 en de bijlage, zoals weergegeven onder 6.9. Zij stelt dat zij het aanbod van Go4Agri om garant te staan voor de schuld [bedrijf 1 en 2] tijdig heeft geaccepteerd en dat er aldus een overeenkomst tussen partijen is ontstaan. ForFarmers stelt dat zij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Go4Agri met haar garantstelling hoofdelijke verbondenheid, zoals bedoeld in artikel 6:6 BW heeft beoogd. Go4Agri is haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nagekomen en is in verzuim, zodat zij gehouden is de daardoor door ForFarmers geleden schade te voldoen. Die schade bedraagt het bedrag van de totale openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] , inclusief rente en kosten. Per 31 mei 2014 bedraagt de schade in totaal € 442.822,11, bestaande uit de schuld van € 429.822,89, buitengerechtelijke incassokosten van € 3.896,76 en beslag- en proceskosten van € 9.042,46, te vermeerderen met rente vanaf 1 juni 2014. Uit het feit dat Go4Agri diverse betalingen aan haar heeft voldaan, volgt dat tussen partijen een rechtsrelatie is ontstaan met betrekking tot de openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] , aldus ForFarmers. Zij stelt subsidiair dat Go4Agri door de garantstelling voor de openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] een borgtocht met haar is aangegaan en dat Go4Agri op die grond gehouden is de openstaande schuld van [bedrijf 1 en 2] aan haar te voldoen, nu [bedrijf 1 en 2] haar betalingsverplichting niet is nagekomen.
8.2.
Go4Agri betwist dat zij zich garant of borg heeft gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] en dat er tussen haar en ForFarmers een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan zij gehouden zou zijn de schuld van [bedrijf 1 en 2] aan ForFarmers te voldoen. Go4Agri betwist dat zij betrokken is geweest bij de het tot stand komen van de vaststellingsovereenkomst tussen ForFarmers en [bedrijf 1 en 2] . Zij stelt dat zij daarvan niet op de hoogte was. Zij voert aan dat zij slechts als intermediair voor de financiering ten behoeve van [bedrijf 1 en 2] is opgetreden en uit dien hoofde met ForFarmers in contact is getreden. Go4Agri was niet zelf de financier van [bedrijf 1 en 2] , maar dat was de financieringsgroep in het kader van het project Mimon van [bedrijf 1 en 2] in Tsjechië. Aangezien dat project in gevaar kwam door de schulden van [bedrijf 1 en 2] aan ForFarmers, zijn er betalingen uit het financieringsdepot voor het project Mimon gedaan aan ForFarmers. Er is rechtstreeks uit dat depot aan ForFarmers betaald en niet via [bedrijf 1 en 2] , omdat ForFarmers daarom had verzocht.
8.3.
De rechtbank overweegt het volgende.
Partijen zijn geen schriftelijke overeenkomst aangegaan waarbij Go4Agri zich garant of borg heeft gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] bij ForFarmers. De rechtbank is van oordeel dat uit de overgelegde stukken en e-mailcorrespondentie evenmin kan worden afgeleid dat Go4Agri zich garant heeft gesteld of als borg heeft verbonden voor de schuld van [bedrijf 1 en 2] .
Niet gebleken is dat Go4Agri bij het tot stand komen van de vaststellingsovereenkomst tussen ForFarmers en [bedrijf 1 en 2] betrokken is geweest, laat staan dat uit die overeenkomst volgt dat Go4Agri zich borg heeft gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] . Uit het
e-mailbericht van Go4Agri van 27 augustus 2012 en het daarbij behorende aflossingsschema, zoals weergegeven onder 6.9., volgt slechts dat zij namens [bedrijf 1 en 2] aan ForFarmers een voorstel heeft gedaan ter aflossing van de schulden. Daaruit volgt niet dat zij met de acceptatie van dit voorstel door ForFarmers hoofdelijk aansprakelijk zou worden voor de schuld van [bedrijf 1 en 2] . ForFarmers heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zij erop mocht vertrouwen dat Go4Agri met dit voorstel garant zou staan voor de betaling door [bedrijf 1 en 2] of dat Go4Agri hiermee hoofdelijke verbondenheid heeft beoogd. Gelet op het feit dat Go4Agri aanvankelijk is opgetreden als tussenpersoon voor de financiering voor [bedrijf 1 en 2] , zoals ForFarmers erkent, valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom die positie is gewijzigd naar contractspartij of borg. In ieder geval kan dat niet worden afgeleid uit de omstandigheid dat Go4Agri in haar
e-mailberichten de woorden “onze” en “wij” gebruikt. Uit de omstandigheid dat er door Go4Agri rechtstreekse betalingen zijn gedaan aan ForFarmers, al dan niet uit het financieringsdepot voor het project Mimon, volgt evenmin dat zij contractspartij van ForFarmers of borg voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] is geworden. Blijkens het e-mailbericht van ForFarmers van 2 mei 2012 had ForFarmers juist zelf aangedrongen op rechtstreekse betaling door Go4Agri en wenste zij dat de betaling niet via [bedrijf 1 en 2] zou verlopen. Ook uit het feit dat in de brief van 2 november 2012 wordt gesproken van een “commitment tot betaling” impliceert niet dat Go4Agri zich hoofdelijk jegens ForFarmers heeft verbonden. In die brief wordt immers ook gesproken over de “klant” [bedrijf 1 en 2] , zodat ForFarmers er niet zonder meer vanuit mocht gaan dat het een commitment van Go4Agri was en geen commitment namens [bedrijf 1 en 2] . Voor zover ForFarmers een beroep heeft gedaan op correspondentie van haarzelf aan Go4Agri waarin zij refereert aan afspraken tussen partijen, kan die correspondentie op zichzelf geen bewijs leveren van haar stelling dat Go4Agri zich garant, dan wel borg heeft gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] , nu Go4Agri die afspraken heeft betwist, dan wel aanvoert dat zij deze steeds namens [bedrijf 1 en 2] heeft gemaakt om tot een oplossing te komen.
8.4.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat op basis van de door ForFarmers overgelegde producties niet kan worden geconcludeerd dat er een overeenkomst tot garantstelling of borgtocht tussen partijen tot stand is gekomen. Nu ForFarmers zich beroept op het rechtgevolg dat tussen partijen een zodanige overeenkomst tot stand is gekomen en Go4Agri dat betwist, rust op haar het bewijs van die stellingen. De rechtbank zal ForFarmers conform haar bewijsaanbod toelaten tot bewijslevering daarvan.
8.5.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
In de zaken 15-384 en 15-424:

9.De beslissing

De rechtbank
in de zaak 15-384
9.1.
houdt iedere verdere beslissing aan.
in de zaak 15-424
9.2.
draagt ForFarmers op te bewijzen dat tussen haar en Go4Agri een overeenkomst tot stand is gekomen, doordat ForFarmers een aanbod van Go4Agri om garant te staan voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] heeft geaccepteerd, waardoor Go4Agri zich hoofdelijk heeft verbonden voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] , althans dat zij zich jegens ForFarmers borg heeft gesteld voor de schulden van [bedrijf 1 en 2] ;
9.3.
bepaalt dat, voor zover ForFarmers dit bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. S.J. Peerdeman in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
9.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
20 juli 2016voor het opgeven door ForFarmers van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden augustus tot en met november 2016, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
9.5.
verwijst voor het geval ForFarmers op die roldatum heeft medegedeeld geen getuigenbewijs te willen leveren of geen getuigen of verhinderdata heeft opgegeven de zaak naar de achtste rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor vonnis of,
maar alleen indien ForFarmers daarom op de onder 5.3. bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van ForFarmers, waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,
9.6.
bepaalt voorts dat de partijen bij de getuigenverhoren aanwezig zullen zijn en, indien daartoe naar het oordeel van de rechter aanleiding bestaat, tijdens en/of na de getuigenverhoren voor de rechter zullen verschijnen om aan deze inlichtingen over de zaak te geven en deze te laten onderzoeken of de partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden,
9.7.
bepaalt dat de partijen alle schriftelijke (bewijs)stukken die zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toegezonden moeten hebben,
9.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2016.