ECLI:NL:RBGEL:2016:450
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- M.J. van Lee
- R.J. Jue
- C.M.J. Peters
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een zorgverdelingszaak tussen ex-echtgenoten
Op 26 januari 2016 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster tegen rechter I.G.M.T. Weijers-van der Marck. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.M. Bissumbhar, verzocht om wraking op basis van vermeende partijdigheid van de rechter. Dit verzoek volgde na een mondelinge behandeling op 7 december 2015, waarin stukken werden besproken die te laat waren ingediend door de ex-echtgenoot van verzoekster. Verzoekster stelde dat de opmerkingen van de rechter tijdens deze zitting de schijn van vooringenomenheid wekten.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden. Het oordeel was dat de opmerkingen van de rechter, die voortkwamen uit de te laat ingediende stukken, niet voldoende grond vormden voor wraking. De wrakingskamer oordeelde dat verzoekster nog de mogelijkheid had om de oordeelsvorming van de rechter te beïnvloeden, wat een belangrijke factor was in de afwijzing van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was, en dat de rechter uit hoofde van haar functie onpartijdig wordt vermoed.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen, waarbij de rechters de argumenten van verzoekster en het verweer van de rechter zorgvuldig hebben gewogen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in de wrakingskamer.