ECLI:NL:RBGEL:2016:4447
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- T.P.E.E. van Groeningen
- C. van Linschoten
- A. Tegelaar
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in kort geding
Op 28 januari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. [de rechter], die als voorzieningenrechter optrad in een kort geding. De verzoeker had het wrakingsverzoek ingediend omdat hij meende dat de rechter vooringenomen was, vooral naar aanleiding van de afwijzing van zijn verzoek om uitstel van de zitting. De verzoeker stelde dat hij door een ziekenhuisopname en het gebrek aan tijd om een advocaat te vinden, niet in staat was om zich adequaat voor te bereiden op de rechtszaak. De rechter had echter het verzoek om uitstel zonder motivatie afgewezen, wat de verzoeker als onterecht beschouwde.
De wrakingskamer oordeelde dat de klacht van de verzoeker in wezen gericht was tegen de beslissing van de rechter om het uitstel te weigeren. De rechtbank benadrukte dat de juistheid van deze beslissing niet door middel van een wrakingsverzoek kan worden aangevochten. De verzoeker had geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Het enkele feit dat de rechter in het nadeel van de verzoeker had beslist, was onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond en wees het verzoek tot wraking af. De rechtbank besloot ook dat er geen reden was om te bepalen dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zou worden genomen, omdat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verzoeker het middel van wraking enkel had gebruikt om de procedure te frustreren. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.