ECLI:NL:RBGEL:2016:4291

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 augustus 2016
Publicatiedatum
2 augustus 2016
Zaaknummer
05/881478-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor gewelddadige overval op 75-jarige man met DNA-bewijs

Op 2 augustus 2016 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen van 43 en 45 jaar uit Babberich, die verantwoordelijk werden gehouden voor een gewelddadige overval op een 75-jarige man in Tolkamer. De overval vond plaats op 18 juli 2015, waarbij het slachtoffer in zijn woning werd beroofd. De mannen hebben het slachtoffer vastgebonden, mishandeld en bedreigd met een mes, waarna zij zijn bankpassen en contant geld hebben gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten samenwerkten en dat er voldoende bewijs was, waaronder DNA-sporen, om hun betrokkenheid bij de overval te bevestigen. De rechtbank heeft de mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en hen verplicht om een schadevergoeding van €550,- aan het slachtoffer te betalen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van twee weken geaccepteerd, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, wat leidde tot de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/881478-15
Datum uitspraak : 2 augustus 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1]
Raadsvrouw: mr. F.F. Aarts, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 26 januari 2016, 5 april 2016 en 19 juli 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 18 juli 2015 in de voor de nachtrust bestemde tijd te Tolkamer, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) geldbedrag(en) en/of (een) bankpas(sen) en/of een paspoort en/of een of meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gevolgd terwijl deze naar diens woning ( [adres 2] ) liep en/of
- nadat die [slachtoffer] de voordeur van diens woning had geopend en/of diens woning betrad, onverhoeds - mogelijk verzet brekend- die [slachtoffer] (verder) in die woning heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen/gezegd dat ze geld moesten hebben en/of - die [slachtoffer] in de richting van een slaapkamer heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] op een bed heeft/hebben geduwd en/of de polsen en/of de enkels van die [slachtoffer] met tape heeft/hebben vastgebonden en/of
- die [slachtoffer] met een mes, althans met een scherp voorwerp heeft/hebben bedreigd en/of - die [slachtoffer] op dreigende toon om geld heeft/hebben gevraagd en/of (toen die [slachtoffer] antwoordde dat hij niets had) meermalen, althans eenmaal met kracht die [slachtoffer] in diens gezicht en/of elders op/tegen diens lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een bankpas heeft/hebben gevraagd en/of gezegd dat, als die code niet klopte, het risico voor hem, [slachtoffer] , was , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een (andere) bankpas van die [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd en/of (toen die [slachtoffer] dezelfde PIN code noemde) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht in diens gezicht en/of tegen diens arm(en) en/of elders op/tegen diens lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- tegen die [slachtoffer] geroepen/gezegd dat deze de politie niet mocht bellen omdat het dan verkeerd af zou lopen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 18 juli 2015 te Tolkamer, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en/of (een) bankpas(sen) en/of bij die bankpas(sen) behorende PIN-code en/of een paspoort en/of een of meer andere goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gevolgd terwijl deze naar diens woning ( [adres 2] ) liep en/of
- nadat die [slachtoffer] de voordeur van diens woning had geopend en/of diens woning betrad, onverhoeds - mogelijk verzet brekend- die [slachtoffer] (verder) in die woning heeft/hebben geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geroepen/gezegd dat ze geld moesten hebben en/of
- die [slachtoffer] in de richting van een slaapkamer heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] op een bed heeft/hebben geduwd en/of de polsen en/of de enkels van die [slachtoffer] met tape heeft/hebben vastgebonden en/of
- die [slachtoffer] met een mes, althans met een scherp voorwerp heeft/hebben bedreigd en/of
die [slachtoffer] op dreigende toon om geld heeft/hebben gevraagd en/of (toen die
[slachtoffer] antwoordde dat hij niets had) meermalen, althans eenmaal met kracht
die [slachtoffer] in diens gezicht en/of elders op/tegen diens lichaam heeft/hebben
geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een bankpas heeft/hebben
gevraagd en/of gezegd dat, als die code niet klopte, het risico voor hem,
[slachtoffer] , was , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een (andere) bankpas van die
[slachtoffer] heeft/hebben gevraagd en/of (toen die [slachtoffer] dezelfde PIN code
noemde) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht in diens gezicht
en/of tegen diens arm(en) en/of elders op/tegen diens lichaam heeft/hebben
geslagen en/of gestompt en/of
- tegen die [slachtoffer] geroepen/gezegd dat deze de politie niet mocht bellen omdat
het dan verkeerd af zou lopen, althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 18 juli 2015 te Tolkamer,
gemeente Rijnwaarden,en/of te Zevenaar, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/of alleen, (telkens)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
geldautomaat heeft weggenomen (een) geldbedrag(en),, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich (telkens) de toegang tot de
plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en)(telkens) onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door (een) -tevoren gestolen-
bankpasje(s) in die geldautomaat in te voeren en vervolgens de zogenaamde
PIN-code (welke een unieke combinatie met het nummer op voornoemde
bankpasje(s) vormt) in te toetsen, waarna vrijelijk over die/dat
geldsbedrag(en) kon worden beschikt;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 18 juli 2015 kort na 02.00 uur is aangever [slachtoffer] zijn woning aan de [adres 2] in Tolkamer binnengegaan. Vervolgens werd hij de hal van zijn woning ingeduwd. Aangever verweerde zich en zag twee personen in de hal staan. Er werd tegen hem gezegd dat ze geld moesten hebben. Toen aangever zei dat hij geen geld had zei één van de mannen dat hij wel geld had en werd hij in de richting van zijn slaapkamer geduwd. Hij kreeg ook klappen van één van de daders. Beide personen hielden hem vast. In de slaapkamer werd aangever op bed geduwd en deed één van de daders tape om aangevers polsen, die strak aan elkaar werden getaped. De beide personen, die bivakmutsen en donkere kleding droegen, zeiden dat ze zijn pinpas moesten hebben. Dader 1 haalde aangevers portemonnee uit zijn broekzak. Hij haalde 200 euro en aangevers pinpas uit deze portemonnee. Aangever werd gevraagd wat zijn pincode was. Die gaf aangever. Dader 1 had een mes in zijn hand en dreigde daarmee. Dader 1 zei dat als de pincode niet klopte dat voor risico van aangever was. Dader 2 ging daarop weg. Ongeveer 15 à 20 minuten later kwam dader 2 terug en zei tegen dader 1 dat de pincode klopte en dat hij 1000 euro had gepind. Dader 1 zei daarop dat er meer moest zijn. Ze doorzochten vervolgens de slaapkamer en vonden nog een portemonnee. Hier zat 1500 euro in en een bankpas. Ze vroegen om de pincode. Aangever gaf die maar ze geloofden hem niet en hij werd door beiden geslagen tegen zijn gezicht, armen en lichaam. Vervolgens zeiden ze tegen aangever dat hij de politie niet mocht bellen, want dan zou het verkeerd aflopen. Toen de daders weggingen was het inmiddels licht. Zijn telefoon was ook weggenomen en in totaal was er 1700 euro aan cash geld meegenomen. Ook zijn er bedragen gepind met zijn bankpassen. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit vrijspraak. De verdediging voert daartoe - kort gezegd - aan dat zich in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevinden maar wel contra-indicaties voor de stelling dat verdachte de feiten heeft gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
Getuige [getuige 1] heeft als volgt verklaard.
Op 18 juli 2015 tussen 00.30 uur en 00.45 uur werd zij wakker van een scooter die stopte ter hoogte van haar huis aan de [straatnaam 1] in Tolkamer. Zij keek naar buiten en zag twee mannen bij de scooter. Zij zag dat de mannen beiden een donker shirt aantrokken over hun lichte shirts. Omdat ze de shirtwissel vreemd vond heeft ze de politie gebeld, die het kenteken van de scooter heeft genoteerd. Om 4.18 uur werd ze weer wakker omdat ze de scooter weer hoorde starten. Ze zag toen een man wegrijden op de scooter. [3] Uit onderzoek aan de wekker van de getuigen blijkt dat die 6 minuten voorloopt. [4]
De echtgenoot van [getuige 1] , [getuige 2] heeft verklaard dat hij tussen 2.00 uur en 2.30 uur vanaf de scooter een man heeft zien weglopen richting de [straatnaam 2] . De man liep een steegje in dat uitkomt bij de achterkant van de woningen met nummers [nummers] in die straat. Omstreeks 04.15 uur hoorde hij de scooter weer starten en zag hij de scooter wegrijden. [5] De plek waar de scooter stond is 150 meter verwijderd van de woning van aangever. [6] De politie is naar aanleiding van het telefoontje van getuige [getuige 1] poolshoogte gaan nemen en heeft de scooter aangetroffen. De tenaamgestelde van de scooter bleek te zijn [naam 1] . [7] Dit is [naam 1] , de vriendin van verdachte. [8] Verdachte heeft verklaard dat hij gebruik maakt van de scooter van [naam 1] . [9]
[naam 1] heeft in eerste instantie (op 15 september 2015) verklaard dat verdachte lopend uit Tolkamer thuis was gekomen omdat hij zonder benzine was komen te staan. Zij zou daarna samen met verdachte met een tankje benzine naar de scooter zijn gereden om er benzine in te doen. Daarna was verdachte op de scooter teruggereden naar hun woning in [woonplaats] .
Op 26 oktober 2015 heeft [naam 1] verklaard dat die eerdere verklaring niet de waarheid was. Verdachte had op de dag dat haar scooter in Tolkamer door de politie was gezien gezegd dat hij naar café [café] was geweest en dat hij daarna iets moest doen. Verdachte had haar gezegd dat ze tegen de politie moest vertellen dat hij lopend naar huis was gekomen omdat de scooter zonder benzine had gestaan en dat zij hem naar de scooter had gebracht met een jerrycan benzine. Om het verhaal goed tegen de politie te kunnen vertellen is verdachte nadat [naam 1] een uitnodiging van de politie had ontvangen nog met haar naar Tolkamer gereden om haar de plaats te wijzen waar de bromfiets gestaan zou hebben. Verdachte had haar gezegd dat het beter was dat ze niet wist wat hij moest doen. [10]
De verdediging heeft betoogd dat de tweede verklaring van [naam 1] niet betrouwbaar is en ingegeven door wraakgevoelens omdat verdachte zou zijn vreemdgegaan. Dat die tweede verklaring van [naam 1] de waarheid is wordt echter bevestigd door een tapgesprek tussen [naam 1] en Verdachte van 14 september 2015, dus de dag voordat [naam 1] zou gaan verklaren bij de politie, waarin verdachte vraagt of ze “het verhaal klaar heeft”. [11]
Getuige [getuige 3] heeft het volgende verklaard.
Op 17 juli 2015 om 22.00 uur was zij in café [café] in Tolkamer. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] waren er toen ook. Vanaf 00.30 uur worden tussen [getuige 3] en [medeverdachte] de volgende app-berichten verstuurd:
18-07-2015, 00:30 - [voornaam 1] : Ben ff met [voornaam 2] weg. Tot zo. Xx
18-07-2015, 00:40 - [getuige 3] : Kom je nog hier of bij jou thuis
18-07-2015, 00:41 - [voornaam 1] : Ben if met [voornaam 2] mee. Tot zo xx
18-07-2015, 00:43 - [getuige 3] : Ja zei je net ook al
18-07-2015, 01:39 - [getuige 3] : Kom je nog hier naartoe of dadelijk bij jou thuis. Xx
18-07-2015, 01:54 - [voornaam 1] : ik wil wel, maar ben pas met half uurtje thuis ongeveer??
18-07-2015, 01:54 - [getuige 3] : is goed app maar ben nog bij de w8. Xx
18-07-2015, 01:55 - [voornaam 1] : Ok
18-07-2015, 02:38 - [getuige 3] : Ben je al thuis. Xxx
18-07-2015, 02:39 - [voornaam 1] : Nee sorry. Duurt nog ff
18-07-20 15, 02:39 - [getuige 3] : Oké hoor het wel
18-07-2015, 02:40 - [voornaam 1] : Mag wel gaan slapen hoor als je moe bent
18-07-2015, 02:40 - [getuige 3] : Ben nog steeds in de w8
18-07-2015, 03:30 - [getuige 3] : En ik ben nog steeds in de w8 karaoke
18-07-2015, 03:30 - [voornaam 1] : Tot zo
18-07-2015, 03:31 - [getuige 3] :
18-07-2015, 03:34 - [voornaam 1] : Kom je zo nog wel, of niet meer?
18-07-2015, 03:34 - [voornaam 1] : Ander keertje anders
18-07-2015, 03:34 - [getuige 3] : Ja kom er zo aan. Xx
18-07-2015, 03:35 - [voornaam 1] : Ok. Ben met 15 thuis
18-07-2015, 03:35 - [getuige 3] : Oké tot zo. Xxx
18-07-2015, 04:01 - [getuige 3] : Ben je thuis
18-07-2015, 04:03 - [voornaam 1] : Sorry sliep al
18-07-2015, 04:03 - [voornaam 1] : Was bij [voornaam 2]
18-07-2015, 04:04 - [getuige 3] : Slaap kop sta voor de deur
18-07-2015, 04:04 - [voornaam 1] : Ga nu naar huis
18-07-2015, 04:04 - [getuige 3] : Wacht wel ff goed?
18-07-2015, 04:08 - [voornaam 1] : Ik moet ook nog de hond uitlaten
18-07-2015, 04:09 - [getuige 3] : Kan toch of je moet liever willen dat ik naar huis ga
18-07-20 15, 04:09 - [voornaam 1] : Nee dat niet .Maar ik ben er nog niet hè
18-07-2015, 04:10 - [getuige 3] : Ik zit hier nog goed 
18-07-2015, 04:10 - [voornaam 1] :
18-07-2015, 04:10 - [voornaam 1] : Tot zo
18-07-2015, 04:10 - [getuige 3] : Tot zo
18-07-2015, 04:16 - [voornaam 1] : Sorry we rijden nog niet hoor
18-07-2015, 04:16 [getuige 3] : Oké ikwacht nog wel ff
18-07-2015, 04:17 - [voornaam 1] : 
18-07-2015, 04:25 - [getuige 3] : Haha op de scooter [12]
Het laatste app-bericht stuurde [getuige 3] toen ze [medeverdachte] en verdachte op de scooter aan zag komen rijden. Het was de scooter waar verdachte op rijdt. Ze kwamen uit de richting van Tolkamer. [13]
Uit informatie van de ABN AMRO-bank volgt dat op 18 juli 2015 twee maal is gepind met pinpassen van aangever: 1000 euro om 03.29 uur van rekeningnummer [rekeningnummer 1] ten name van aangever en 500 euro om 04.01 uur van rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van aangever. [14]
In het dossier bevinden zich foto’s van de betreffende geldautomaat in Tolkamer waarop de persoon zichtbaar is die de pintransacties uitvoert. De persoon op die foto’s draagt zwarte handschoenen met op de bovenkant de tekst “ [tekst] ”. [15]
Tijdens een zoeking in de woning van [medeverdachte] is een zwarte handschoen aangetroffen met op de bovenkant de tekst “ [tekst] ”. [16]
Door het NFI is onderzoek verricht naar DNA-sporen op de handschoen. Daarvoor is zowel de handrugzijde als de handpalmzijde van de handschoen bemonsterd. Voor beide bemonsteringen geldt dat er een DNA hoofdprofiel kon worden opgemaakt dat matcht met het profiel van medeverdachte [medeverdachte] . De kans dat het hoofdprofiel matcht met een willekeurig persoon is kleiner dan één op één miljard. [17]
Daarnaast is DNA aangetroffen van respectievelijk twee of drie andere personen. De conclusie in het NFI-rapport van 29 februari 2016 (m.b.t. de handrugzijde) is dat de resultaten van het DNA onderzoek meer dan een miljoen keer waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van verdachte, slachtoffer [slachtoffer] en één of twee willekeurige onbekende personen danals de bemonstering celmateriaal bevat van [medeverdachte] en twee of drie willekeurige onbekende personen. [18]
De conclusie in het NFI-rapport van 3 juni 2016 (m.b.t. de handpalmzijde) is dat de resultaten van het DNA onderzoek meer dan een miljoen keer waarschijnlijker zijn als de bemonstering celmateriaal bevat van [medeverdachte] , slachtoffer [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen dan als de bemonstering celmateriaal bevat van verdachte en drie willekeurige onbekende personen. [19]
De rechtbank concludeert daaruit dat op de handschoen DNA-sporen zitten van [medeverdachte] en aangever.
Omroep Gelderland heeft afdrukken van de foto’s van de pinautomaat vertoond. [20] [medeverdachte] dochter [naam 2] heeft tegenover een verbalisant verklaard dat zij bij het zien van één van de foto’s direct had gezegd “dat is mijn vader”. [21] [medeverdachte] ex-vrouw, [naam 3] , heeft verklaard dat toen zij, [naam 3] , de foto van de pinner zag zij zag dat het [medeverdachte] was. [22]
De politie heeft de historische verkeersgegevens onderzocht van de telefoon van Verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte telefonische contacten met [medeverdachte] heeft gehad om 23.27 uur, 01.44 uur, 01.48 uur, 01.50 uur, 03.33 uur, 04.04 uur en 04.14 uur. Bij al die contacten bevonden de telefoons van Verdachte en [medeverdachte] zich nabij de mast gelegen aan de Daalderopstraat 2 in Tolkamer. [23]
Samengevat en concluderend:
  • Een van de overvallers heeft gepind met een bankpas van aangever waarbij hij een linkerhandschoen droeg met opdruk [tekst] . Bij medeverdacht [medeverdachte] thuis is een linkerhandschoen gevonden met opdruk [tekst] met op de handpalmzijde en rugzijde DNA van aangever.
  • [medeverdachte] dochter en ex-vrouw hebben [medeverdachte] herkend op beelden van de camera van de pinautomaat.
  • Verdachte en [medeverdachte] hebben om 00.30 uur café [café] verlaten en om 04.03 uur heeft [medeverdachte] aan getuige [getuige 3] geappt dat hij bij verdachte was.
  • De scooter die in gebruik was bij verdachte stond tussen 00.30 uur en 00.45 uur in de [straatnaam 1] in Tolkamer, 150 meter van de woning van aangever. Er stonden twee mannen bij die donkere kleding over hun lichte kleding aantrokken. Tussen 02.00 uur en 02.30 uur liep een man vanaf de scooter van verdachte de steeg in die naar de achterkant van aangevers huis leidt.
  • Nadat aangever is overvallen is er geld met zijn pinpassen gepind om 03.29 uur en om 04.01 uur. Er is telefooncontact tussen verdachte en [medeverdachte] geweest om 03.33 uur en om 04.04 uur (vier en drie minuten nadat er was gepind met een pas van aangever).
  • Tussen 23.27 uur en 04.53 uur is 8 keer contact geweest tussen de telefoons van verdachte en [medeverdachte] waarbij de telefoons steeds in de buurt waren van de mast die in de straat staat waar aangever woont.
  • Om 04.12 uur, elf minuten nadat voor de tweede keer is gepind, reed de scooter weg uit de [straatnaam 1] .
  • Om 04.25 uur heeft getuige [getuige 3] verdachte en [medeverdachte] samen aan zien komen rijden op de scooter.
  • Verdachte heeft zijn vriendin verzocht een alibi te fabriceren en heeft de dag voordat zij bij de politie zou verklaren gebeld met de vraag of ze “haar verhaal klaar heeft”.
Naar het oordeel van de rechtbank is er gelet op het vorenstaande geen andere conclusie mogelijk dan dat verdachte beide feiten heeft gepleegd samen met zijn medeverdachte. De rechtbank acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
Het medeplegen leidt de rechtbank af uit het feitelijk steeds gezamenlijk en in overleg handelen van verdachte en zijn mededader.
De verdediging heeft gesteld dat er sprake is van een aannemelijk alternatief scenario dat er op neerkomt dat de feiten zijn gepleegd door een persoon genaamd [naam 4] . Naar het oordeel van de rechtbank is er geen enkel concreet bewijsmiddel dat naar deze [naam 4] wijst en is er nog geen begin van aannemelijkheid dat deze [naam 4] bij de feiten betrokken zou zijn.
Gelet op de verklaring van aangever acht de rechtbank bij feit 1 diefstal met geweld bewezen.
De rechtbank is verder van oordeel dat feit 2 in vereniging is gepleegd. Het feit is onlosmakelijk verbonden met feit 1. De overval is in nauwe samenwerking gepleegd, er was kennelijk een vaste taakverdeling, beiden hadden een even groot aandeel en de rollen waren feitelijk volledig inwisselbaar.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks18 juli 2015 in de voor de nachtrust bestemde tijd te Tolkamer, gemeente Rijnwaarden, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
(een)geldbedrag
(en
)en
/of (een)bankpas
(sen
) en/of een paspoort en/of een of meer andere goederen, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s)
- die [slachtoffer] heeft/hebben gevolgd terwijl deze naar diens woning ( [adres 2] ) liep en/of
- nadat die [slachtoffer] de voordeur van diens woning had geopend en
/ofdiens woning betrad, onverhoeds
- mogelijk verzet brekend-die [slachtoffer] (verder) in die woning
heeft/hebben geduwd en
/of
- tegen die [slachtoffer]
heeft/hebben geroepen
/gezegddat ze geld moesten hebben en
/of
- die [slachtoffer] in de richting van een slaapkamer
heeft/hebben geduwd en
/of heeft/hebben vastgehouden en
/of
- die [slachtoffer] op een bed
heeft/hebben geduwd en
/ofde polsen en
/ofde enkels van die [slachtoffer] met tape
heeft/hebben vastgebonden en
/of
- die [slachtoffer] met een mes
, althans met een scherp voorwerp heeft/hebben bedreigd en
/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om geld
heeft/hebben gevraagd en
/of(toen die [slachtoffer] antwoordde dat hij niets had) meermalen,
althans eenmaalmet kracht die [slachtoffer] in diens gezicht en
/ofelders op/tegen diens lichaam
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en
/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een bankpas
heeft/hebben gevraagd en
/ofgezegd dat, als die code niet klopte, het risico voor hem, [slachtoffer] , was,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
- die [slachtoffer] op dreigende toon om de PIN code van een
(andere
)bankpas van die [slachtoffer]
heeft/hebben gevraagd en
/of(toen die [slachtoffer] dezelfde PIN code noemde) die [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaalmet kracht in diens gezicht en
/oftegen diens arm
(en
)en
/ofelders op/tegen diens lichaam
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en
/of
- tegen die [slachtoffer] geroepen/gezegd dat deze de politie niet mocht bellen omdat het dan verkeerd af zou lopen,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)op
of omstreeks18 juli 2015 te Tolkamer,
gemeente Rijnwaarden,
en/of te Zevenaar, althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
en/of alleen, (telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat heeft weggenomen
(een
)geldbedrag
(en),
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer]
, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
szich (telkens)
de toegang tot de
plaats van het misdrijf hebben verschaft en/ofdie
/datweg te nemen geldbedrag
(en
)(telkens)onder
zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van
(een)valse sleutel
(s
), te weten door
(een)-tevoren gestolen- bankpasje
(s
)in die geldautomaat in te voeren en vervolgens de
zogenaamdePIN-code
(welke een unieke combinatie met het nummer op voornoemde
bankpasje(s) vormt)in te toetsen, waarna vrijelijk over die/dat geldbedrag(en) kon worden beschikt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van 2 weken gevangenisstraf die door de politierechter te Zutphen op 11 juli 2014 voorwaardelijk is opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging heeft de verdediging verzocht deze af te wijzen omdat verdachte had verzuimd tegen die straf hoger beroep aan te tekenen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 3 juni 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gedateerd 20 oktober 2015;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 27 november 2015.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met een ander een overval gepleegd op een bejaarde man in zijn woning. Het slachtoffer is daarbij op grove wijze mishandeld. Verdachte en zijn mededader hebben daarbij niet alleen geld meegenomen maar ook de bankpas van aangever met zijn pincode, waarna van aangevers rekening is gepind. Verdachte en zijn mededader waren hiermee nog niet tevreden en hebben ook nog met een tweede bankpas van het slachtoffer gepind. De overval heeft enkele uren geduurd. Slachtoffers van een dergelijke overval hebben vaak nog lange tijd last van psychische trauma’s als gevolg ervan, zoals ook blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring. Gelet op het gewelddadige karakter van de diefstal is de rechtbank van oordeel dat er een zeer grove inbreuk is gemaakt op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Het feit vond voorts plaats in de woning van het slachtoffer, een plek bij uitstek waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Naar het oordeel van de rechtbank is voor deze feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie geëist gelet hetgeen doorgaans in vergelijkbare gevallen wordt opgelegd, waarbij de rechtbank rekening houdt met de omstandigheid dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 1500,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen tot het bedrag van € 550,-, te vermeerderen met de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De kosten van de buitenlamp komen niet voor vergoeding in aanmerking, nu niet vaststaat dat verdachten deze bij het binnenkomen in de woning hebben vernield. De kosten voor vervangend vervoer komen evenmin voor vergoeding in aanmerking, nu deze niet rechtstreeks voortvloeien uit het strafbare feit en niet zijn onderbouwd. Het resterende gedeelte van de vordering komt de rechtbank gegrond voor. De vordering zal derhalve tot een bedrag van € 550,- worden toegewezen.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van politierechter te Zutphen van 11 juli 2014 (parketnummer 06/239230-12) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • verklaart de

De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 11 juli 2014 van, te weten van:
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. M.J. Wasmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 augustus 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Gelderland Midden opgemaakte proces-verbaal, BVH-nummer 2015351035 gesloten op 25 januari 2016 (onderzoek [naam 5] ) en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 47-49; geneeskundige verklaring/letselbeschrijving p. 55.
3.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , p. 158-159.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 164.
5.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 154-155
6.Proces-verbaal van bevindingen p. 181
7.Porces-verbaal van bevindingen, p. 150.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 427.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 432-433.
10.Proces-verbaal van verhoor [naam 1] , p. 275.
11.Tapgesprek, p. 197.
12.Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] , p. 255 en 258 (bijlage chatgeschiedenis).
13.Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] , p. 255.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 141; uitdraaien mutaties ABN AMRO-bank, p. 142 en 143
15.Proces-verbaal, p. 15-16; foto’s, p. 392-396.
16.Kennisgeving van inbeslagneming p. 230; foto, p. 405.
17.Rapporten DNA-onderzoek d.d. 29 februari 2016 en 3 juni 2016.
18.Rapport DNA-onderzoek d.d. 29 februari 2016.
19.Rapport DNA-onderzoek d.d. 3 juni 2016.
20.Afschrift gesproken tekst Bureau GLD, p. 212.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 243.
22.Proces-verbaal van verhoor [naam 3] , p. 248.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 189-190.