ECLI:NL:RBGEL:2016:4236

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juli 2016
Publicatiedatum
29 juli 2016
Zaaknummer
05/740710-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 21-jarige man uit Doetinchem wegens meerdere aanrandingen en schennis van de eerbaarheid

Op 29 juli 2016 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een 21-jarige man uit Doetinchem veroordeeld voor het plegen van tien aanrandingen en schennis van de eerbaarheid. De man kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar, waaraan bijzondere voorwaarden zijn verbonden, waaronder een meldplicht en een behandelverplichting. Daarnaast moet hij 240 uur werkstraf verrichten en €500,00 schadevergoeding betalen aan de slachtoffers die zich hebben gevoegd als benadeelde partij.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich in een korte periode schuldig heeft gemaakt aan meerdere aanrandingen van vrouwen van verschillende leeftijden, waarbij hij hen op onverhoedse wijze betastte. Dit gebeurde vaak in het openbaar, wat gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers teweegbracht. De verdachte heeft ook schennis van de eerbaarheid gepleegd door zich in het openbaar te masturberen.

De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ontwikkelingsproblematiek en de aanbevelingen van de psycholoog en reclassering. Ondanks de ernst van de feiten, werd de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, wat leidde tot een gematigde straf. De rechtbank benadrukte het belang van behandeling voor de verdachte om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740710-15
Datum uitspraak : 29 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats 1]
Raadsman: mr. J.M. Snellink, advocaat te Eibergen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter openbare terechtzitting van 15 juli 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 07 juli 2015 tot en met 27 november 2015 te Doetinchem, in ieder geval in Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid, meerdere vrouwen heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige
handelingen, immers heeft verdachte
op of omstreeks 7 juli 2015 [slachtoffer 1], op onverhoedse wijze, in haar schaamstreek geknepen, althans in haar schaamstreek betast;
op of omstreeks 25 juli 2015 [slachtoffer 2], op onverhoedse wijze, bij één van haar borsten gepakt, althans in haar schaamstreek betast;
op of omstreeks 26 juli 2015 [slachtoffer 3], op onverhoedse wijze, in haar schaamstreek en/of bij haar billen geknepen, althans in haar schaamstreek en/of bij haar billen betast;
op of omstreeks 31 juli 2015 [slachtoffer 4], op onverhoedse wijze, in haar bil(len) geknepen, althans bij haar bil(len) betast;
op of omstreeks 21 augustus 2015 [slachtoffer 5], op onverhoedse wijze, in haar borsten geknepen, althans aan haar borsten betast;
op of omstreeks 22 augustus 2015 [slachtoffer 6], op onverhoedse wijze, in haar billen geknepen, althans bij haar billen betast;
op of omstreeks 4 september 2015 [slachtoffer 7], op onverhoedse wijze, in haar billen geknepen, althans bij haar billen betast;
op of omstreeks 1 november 2015 [slachtoffer 8], op onverhoedse wijze, bij haar billen en/of haar vagina betast;
op of omstreeks 8 november 2015 [slachtoffer 9], op onverhoedse wijze, bij haar vagina, althans in haar schaamstreek betast;
op of omstreeks 20 september 2015 [slachtoffer 10], op onverhoedse wijze, bij haar billen en/of haar borsten betast;
2.
hij op of omstreeks 26 november 2015 te Doetinchem, de eerbaarheid heeft geschonden door zich op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten (in een plantsoen ter hoogte van) de Anne Frankstraat, met ontbloot geslachtsdeel te bevinden en/of te masturberen;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], d.d. 18 augustus 2015, p. 71 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], d.d. 27 juli 2015, p. 90 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3], d.d. 27 juli 2015, p. 123 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], d.d. 31 juli 2015, p. 143 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5], d.d. 21 augustus 2015, p. 177 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6], d.d. 24 augustus 2015, p. 202 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7], d.d. 17 september 2015, p. 210 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8], d.d. 5 november 2015, p. 258 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9], d.d. 19 november 2015, p. 285 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10], d.d. 22 september 2015, p. 237 e.v.;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 juli 2016.
Ten aanzien van feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever], d.d. 27 november 2015, p. 52 e.v.;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2015, p. 55 e.v.;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 juli 2016.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in
of omstreeksde periode van 07 juli 2015 tot en met 27 november 2015 te Doetinchem,
in ieder geval in Nederland,door geweld en/of een andere feitelijkheid, meerdere vrouwen heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige
handelingen, immers heeft verdachte
op
of omstreeks7 juli 2015 [slachtoffer 1], op onverhoedse wijze, in haar schaamstreek geknepen,
althans in haar schaamstreek betast;
op
of omstreeks25 juli 2015 [slachtoffer 2], op onverhoedse wijze, bij één van haar borsten gepakt,
althans in haar schaamstreek betast;
op
of omstreeks26 juli 2015 [slachtoffer 3], op onverhoedse wijze, in haar schaamstreek en/of bij haar billen geknepen,
althans in haar schaamstreek en/of bij haar billen betast;
op
of omstreeks31 juli 2015 [slachtoffer 4], op onverhoedse wijze, in haar bil
(len)geknepen,
althans bij haar bil(len) betast;
op
of omstreeks21 augustus 2015 [slachtoffer 5], op onverhoedse wijze, in haar borsten geknepen
, althans aan haar borsten betast;
op
of omstreeks22 augustus 2015 [slachtoffer 6], op onverhoedse wijze, in haar billen geknepen,
althans bij haar billen betast;
op
of omstreeks4 september 2015 [slachtoffer 7], op onverhoedse wijze,
in haar billen geknepen, althansbij haar billen betast;
op
of omstreeks1 november 2015 [slachtoffer 8], op onverhoedse wijze, bij haar billen en/of haar vagina betast;
op
of omstreeks8 november 2015 [slachtoffer 9], op onverhoedse wijze, bij haar vagina
althans in haar schaamstreekbetast;
op
of omstreeks20 september 2015 [slachtoffer 10], op onverhoedse wijze, bij haar billen en/of haar borsten betast;
2.
hij op
of omstreeks26 november 2015 te Doetinchem, de eerbaarheid heeft geschonden door zich op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten (in een plantsoen ter hoogte van) de Anne Frankstraat, met ontbloot geslachtsdeel te bevinden en/of te masturberen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Schennis van de eerbaarheid op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd, welke dadelijk uitvoerbaar dienen te worden verklaard. Daarnaast is geëist het verrichten van 240 uren werkstraf, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Immers, verdachte heeft geen noemenswaardige justitiële documentatie en hij was ten tijde van het plegen van de feiten verminderd toerekeningsvatbaar. Voorts heeft verdachte behandeling nodig. Bepleit wordt oplegging van een deels onvoorwaardelijke werkstraf, dan wel een voorwaardelijke vrijheidsstraf bij wijze van stok achter de deur.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 27 mei 2016;
- een reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg, gedateerd 4 juli 2016;
- een Pro Justitia rapportage betreffende psychologisch onderzoek, van A. Soetendaal, gedateerd 30 juni 2016.
De rechtbank heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in een korte periode van ongeveer vier maanden, schuldig gemaakt aan het plegen van vele aanrandingen, door vrouwen van verschillende leeftijden onverhoeds aan hun billen en/of hun kruis en/of hun borsten te betasten. Een aantal keren deed hij dit ook ’s avonds of ’s nachts als het al donker was. Door op een dergelijke wijze te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Voorts brengt dergelijk handelen gevoelens van angst en onveiligheid teweeg bij de slachtoffers en hun directe omgeving. Dat geldt ook voor de samenleving als geheel, nu de aanrandingen hebben plaatsgevonden in het openbaar.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van schennis van de eerbaarheid. Hij heeft, rond middernacht, zichzelf bevredigd ten overstaan van een vrouw die hij steeds bleef aankijken. Het hoeft geen verder betoog dat dergelijk gedrag als aanstootgevend wordt ervaren en onwenselijk wordt geacht.
In het Pro Justitia rapport concludeert de psycholoog het volgende:
“In diagnostische zin is naar voren gekomen dat betrokkene een jongvolwassene met ontwikkelingsproblematiek in de zin van PDD-NOS en ADHD is. Tevens is sprake van een angststoornis in de zin van een paniekstoornis (zonder agorafobie), van een dysthyme stoornis en van een ouder-kind relatieprobleem. Tenslotte is sprake van een seksuele stoornis (parafilie Niet Anderszins Omschreven). Dit was tevens zo ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Los van alle diagnoses/stoornissen, lijkt de impulsregulatieproblematiek de grootste factor van belang die heeft geleid tot het ten laste gelegde. In deze impulsregulatieproblematiek zit verweven dat verdachte eigen gevoelens van angst en agressie moeilijk van elkaar kan onderscheiden en dat deze vervloeien met lustgevoelens, leidend tot gevoelens van hyperseksualiteit. Betrokkene wordt in principe voldoende in staat geacht de ernst en wederrechtelijkheid van het ten laste gelegde in te hebben gezien. Ook het kunnen overzien van de gevolgen van zijn handelen, wordt in principe als voldoende ingeschat. Weliswaar is sprake van impulsdoorbraken, toch was betrokkene zich voldoende bewust van de mogelijk nadelige gevolgen voor het slachtoffer of voor zichzelf. Omdat er sprake was van sterke dranggedachten, beschikte betrokkene wel in verminderde mate over gedragsalternatieven. Alhoewel deze alternatieven er soms wel waren (bijvoorbeeld door ervoor te kiezen het niet te doen en niet te kijken naar vrouwen) is het wel aannemelijk dat betrokkene’s aandachtsfocus hem nagenoeg geheel in beslag nam (dranggevoelens/hyperseksualiteit). Vanwege dit laatste wordt de rechtbank aanbevolen betrokkene, voor het hem ten laste gelegde als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.”
De rechtbank zal - gelet op de zeer zorgwekkende diagnose - deze conclusies in hoge mate meewegen bij het bepalen van de strafmaat. In het bijzonder neemt de rechtbank deze conclusies in overweging bij het bepalen van de bijzondere voorwaarden.
In het reclasseringsrapport gedateerd 4 juli 2016 wordt geadviseerd om verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een reclasserings-toezicht en een ambulante behandelverplichting bij een forensische polikliniek. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij hieraan wil meewerken.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten en de inbreuk daardoor op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Immers, zoals ook uit de voorgelezen slachtofferverklaringen naar voren is gekomen, zijn de gevolgen groot, met name in de vorm van angst en onzekerheid. Gelet evenwel op de bevindingen van de psycholoog en de reclassering zal de rechtbank volstaan met oplegging van de maximale werkstraf en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank nog rekening met de navolgende omstandigheden. Verdachte is niet eerder voor soortgelijke feiten met justitie in aanraking geweest. Voorts heeft hij tijdens zijn aanhouding en inverzekeringstelling zijn volle medewerking verleend aan het opsporingsonderzoek, waardoor ten aanzien van de aangiftes door de slachtoffers klaarheid kon worden verkregen. In het verlengde hiervan is de rechtbank opgevallen dat verdachte spontaan heeft meegewerkt aan het verzoek van één van de slachtoffers ter zitting om, ten behoeve van haar verwerkingsproces, zijn gezicht te laten zien. Ook heeft verdachte excuses voor zijn handelen aan de ter zitting aanwezige slachtoffers aangeboden. Voorts houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat niet alle handelingen van verdachte dezelfde impact en gevolgen hebben gehad voor de slachtoffers.
Ten slotte wordt verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste voorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden gematigd.
De rechtbank acht het vooral van belang dat verdachte wordt behandeld voor zijn problematiek om het gevaar op herhaling in te perken. Rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals ook ter zitting ter sprake is gekomen, ziet de rechtbank in navolging van het reclasseringsadvies en het Pro Justitia rapport aanleiding om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden te verbinden, dat verdachte zich zal melden bij zijn toezichthouder van Tactus Reclassering en ambulant zal worden behandeld bij Kairos. De rechtbank acht - gelet op de ernst van de problematiek - een proeftijd van drie jaren noodzakelijk.
Uit het reclasseringsadvies komt ten slotte naar voren dat de kans op recidive op dit moment matig tot hoog wordt ingeschat, indien geen behandeling volgt op de impulscontrole-problematiek. Uit het psychologisch onderzoek volgt dat de kans op recidive ten aanzien van seksuele preoccupatie/hyperseksualiteit verhoogd is en ten aanzien van impulsief-antisociaal gedrag matig tot hoog is. Gezien het voorgaande, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, wanneer verdachte niet wordt behandeld voor zijn problematiek.
De rechtbank zal daarom bevelen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen, [slachtoffer 3], [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde feit. Gevorderd wordt door de benadeelde partijen elk een bedrag van € 500,00 wegens immateriële schade met daarbij de wettelijke rente vanaf de pleegdatum.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3], [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] tot betaling van het bedrag van € 500,00 toe te wijzen, met vordering tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich, ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen en de op te leggen schadevergoedingsmaatregel gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 3], [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8], door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen en de gevorderde schadevergoedingen zullen in het geheel worden toegewezen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De rechtbank zal de vordering toewijzen met daarbij de wettelijke rente vanaf de pleegdatum. Daarnaast zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14e, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 57, 239 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n)
voor het einde van de proeftijd die op drie jarenwordt bepaald:
- de
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
zijn medewerking zal verlenen aan het door of namens Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
-
de bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
4. zich uiterlijk binnen drie werkdagen volgend op de uitspraak zal melden bij zijn toezichthouder van Tactus Reclassering, mevrouw [naam], of dier vervanger (telefoonnummer [nummer]) en zich zal blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zich zal houden aan de afspraken door of namens Tactus Reclassering gegeven;
5. zich onder behandeling zal stellen bij forensische polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante forensische zorginstelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn impulsregulatieproblematiek.
 geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde voorts tot:
een
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
 Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3].
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9].
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8].
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. Bijl (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. H.C.M. Snellen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, districtsrecherche Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2015603297, gesloten op 12 januari 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.