ECLI:NL:RBGEL:2016:4196

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juli 2016
Publicatiedatum
28 juli 2016
Zaaknummer
05/720018-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor gewapende overval op casino Big Apple te Tiel

Op 29 juli 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op het casino Big Apple in Tiel op 17 januari 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met mededaders, het casino heeft overvallen met vuurwapens en daarbij geweld heeft gebruikt tegen aanwezige personeelsleden en bezoekers. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van vuurwapens van categorie III. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 42 maanden opgelegd, waarbij ook schadevergoedingen zijn toegewezen aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen en de verdachte verplicht tot betaling van de schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook beslist over het beslag en de teruggave van in beslag genomen goederen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720018-16
Datum uitspraak : 29 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats], wonende te [adres 1], [woonplaats],
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem.
Raadsvrouw: mr. N.J.C. Spapen, advocaat te Zaltbommel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 april 2016 en 15 juli 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 17 januari 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen in/uit een casino (gevestigd in perceel [adres 2]) een (of meer)
geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Big Apple, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of tegen een of meer andere personeelsleden en/of tegen een of meer aldaar aanwezige bezoeker(s), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
  • met een bivakmuts en/of capuchon over het hoofd/gezicht, althans met gezichtsverhullende kleding en/of met een of meer pisto(o)l(en), althans met een of meer vuurwapens, althans met een of meer op een vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) dat casino heeft/hebben betreden en/of
  • dat/die pisto(o)l(en), althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op de aldaar aanwezige persoonsleden en/of bezoekers en/of die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of
  • op de/een balie is gesprongen en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: ‘Het geld, toets de code in” , althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
  • tegen die personeelsleden en/of die bezoekers heeft/hebben geroepen dat deze moesten gaan liggen en/of
  • dat/die pisto(o)l(en), althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) (meermalen) op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: “Pak de bakjes”, althans woorden van gelijke aard of strekking.
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 17 januari 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Big Apple, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s);
  • met een bivakmuts en/of capuchon over het hoofd/gezicht, althans met gezichtsverhullende kleding en/of met een of meer pisto(o)l(en), althans met een of meer vuurwapens, althans met een of meer op een vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) dat casino heeft/hebben betreden en/of
  • dat/die pisto(o)l(en), althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op de aldaar aanwezige persoonsleden en/of bezoekers en/of die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of
  • op de/een balie is gesprongen en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: “Het geld, toets de code in” , althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
  • tegen die personeelsleden en/of die bezoekers heeft/hebben geroepen dat deze moesten gaan liggen en/of
  • dat/die pisto(o)l(en), althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) (meermalen) op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: “Pak de bakjes”, althans woorden van gelijke aard of strekking.
2.
hij op 17 januari 2016 te Tiel een of meer vuurwapens van categorie III, onder 1°, te weten een gaspistool van het merk BLOW, model CLASS, kaliber 9 mm P.A.K. en/of een pistool van het merk CZ, type Narodn Podnik, kaliber 6.35 mm, voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Onrechtmatige doorzoeking
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de tweede doorzoeking van het schuurtje aan de [adres 3] in de avond van 17 januari 2016 onrechtmatig is. De bewoonster heeft immers niet opnieuw toestemming verleend en er is van de rechter-commissaris of officier van justitie ook geen machtiging daartoe verkregen. De door de verbalisant veronderstelde voortdurende toestemming is daartoe onvoldoende. Hoewel verdachte niet op dat adres woont, zijn er wel zaken aangetroffen die in het dossier worden gelinkt aan verdachte. Deze zaken dienen dan ook te worden uitgesloten van het bewijs.
De officier van justitie stelt dat geen sprake is van een onrechtmatige doorzoeking. Het betreft een schuur en geen woning, zodat er geen toestemming van de rechter-commissaris nodig was om de schuur binnen te treden of te doorzoeken. Indien de officier van justitie toestemming zou moeten hebben verlenen, dan zou deze ook de toestemming hebben verleend. Indien er wel sprake is van een schending, dan raakt dit verdachte niet, nu hij niet woonachtig is op het adres waar de doorzoeking heeft plaatsgevonden. Voor zover de rechtbank van oordeel is dat wel sprake is van een vormverzuim, is dit dermate klein dat hier geen gevolgen aan dienen te worden verbonden of kan dit in de strafmaat tot uitdrukking.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor zover er al sprake zou zijn van een vormverzuim heeft de raadsvrouw verzuimd aan te voeren welk nadeel verdachte door dit vormverzuim zou hebben geleden. Het belang van verdachte dat geen belastende zaken worden ontdekt is hierbij niet relevant, nu dit niet het belang is dat de mogelijk overtreden norm beoogt te beschermen. De rechtbank zal dit verweer dan ook verder onbesproken laten.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 17 januari 2016 is casino Big Apple, gevestigd aan de [adres 2] te Tiel, overvallen. Bij deze overval is een geldbedrag buit gemaakt, toebehorend aan Big Apple. Twee overvallers hebben bij deze overval geweld gebruikt en gedreigd met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en de in het casino aanwezige bezoekers. De overvallers hebben met hun capuchon over hun hoofd, met gezichtsverhullende kleding en met behulp van vuurwapens het casino betreden. Aldaar hebben zij deze wapens gericht en gericht gehouden op personeelsleden en bezoekers. Eén van de overvallers is op de balie gesprongen en heeft geroepen: “Het geld, toets de code in.” Tegen bezoekers van het casino hebben de overvallers geroepen dat ze moesten gaan liggen. De overvallers hebben hun wapens gericht en gericht gehouden op [slachtoffer 1] en gezegd: “Pak de bakjes”. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1, primair, te weten diefstal met geweld in vereniging gepleegd, en feit 2, het voorhanden hebben van een of meer vuurwapens van categorie III, onder 1° van de Wet Wapens en Munitie.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte is betrokken bij de overval.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte door verbalisanten in de woning aan de [adres 3] wordt aangetroffen in een blauw trainingspak, terwijl uit de verklaringen van aangeefsters blijkt dat de daders donker gekleed waren en petjes en sjaals droegen.
Voorts voert de raadsvrouw aan dat de officier van justitie veel waarde hecht aan de verklaring van [medeverdachte 1], maar dat hij zelf één van de hoofdverdachten is waardoor hem er alles aan gelegen is naar anderen te wijzen. Hij beschikt bovendien over de meeste daderkennis en één van de DNA-sporen die is aangetroffen leidt naar hem. De verdediging acht zijn verklaring dan ook onbetrouwbaar.
Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het onwaarschijnlijk moet worden geacht dat verdachte degene is geweest die de overval heeft gepleegd, gelet op de geringe tijd die gelegen is tussen de whatsapp-berichten die door verdachte zijn gestuurd, het tijdstip van aanstralen van de router aan de [adres 3] en de overval van het casino.
Ten slotte stelt de raadsvrouw dat het DNA-mengprofiel dat is aangetroffen in de handschoen die in de schuur is gevonden een verklaarbaar DNA-spoor betreft en geen daderspoor, nu in de schuur door verdachte werd geklust aan een scooter.
Beoordeling door de rechtbank
Nu vaststaat dat op 17 januari 2016 een gewapende overval heeft plaatsgevonden op casino Big Apple te Tiel, dient de rechtbank thans de vraag te beantwoorden of verdachte de persoon is geweest die deze overval (mede) heeft gepleegd.
Naar aanleiding van een overval op casino Big Apple in Tiel is op 17 januari 2016 omstreeks 15.57 uur een Burgernetbericht verstuurd door de meldkamer. Op dit bericht is gereageerd door twee verschillende melders die verklaren dat een scooter met hoge snelheid door de brandgang op de Nieuweweg in Tiel had gereden. Op deze scooter hadden twee jongens gezeten die in het zwart gekleed waren en de scooter was in de schuur van de [adres 3] in Tiel gelegd. Een politiehelikopter is boven deze woning gaan hangen en vanuit deze helikopter wordt gezien dat twee jongens vanuit een kier in de schuur naar boven keken in de richting van de helikopter. Deze personen liepen vervolgens de woning in op nummer [nummer]. De politiehelikopter zag door middel van de warmtebeeldcamera dat er in de schuur een voertuig lag dat nog warm was, mogelijk een scooter. Hierop hebben verbalisanten de tuin van perceel [nummer] betreden. In de schuur van de woning wordt, achter een deur, een scooter aangetroffen met gespoten lampen. Wanneer verbalisanten met toestemming van de hoofdbewoonster de woning betreden, treffen zij daar verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] aan. [3]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte hem op 16 januari 2016 vroeg een scooter te repareren. [medeverdachte 1] heeft de accu opgeladen en de rode scooter zwart gespoten. Op 17 januari 2016 kwam verdachte rond 12.00 uur terug samen met [medeverdachte 2]. Voorts heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij de scooter zo snel mogelijk moest klaarmaken en dat er ineens pistolen schoon werden gemaakt in de schuur. Rond 15.45 uur zijn verdachte en [medeverdachte 2] op de scooter weg gegaan. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte een zwarte jas aan had en een lichte broek en dat [medeverdachte 2] helemaal in het zwart gekleed was. Beiden hadden een zwarte sjaal om onder hun jas en zij droegen allebei een pet. Na tien minuten kwamen verdachte en [medeverdachte 2] terug op de scooter. Zij hadden heel veel haast en gooiden de scooter achter het kleine stukje tuin dat achter de schuur ligt. [medeverdachte 1] heeft voorts verklaard dat verdachte in de schuur een plastic tas op de pooltafel omgooide, dat er geld uit kwam en verdachte dit in een ander klein tasje stopte en verstopte in de pooltafel. [medeverdachte 2] had twee pistolen vast en stopte deze ook in de pooltafel. [4]
Anders dan de raadsvrouw ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de juistheid van de verklaring van [medeverdachte 1] te twijfelen. Zijn verklaring wordt ondersteund door de verklaring van zijn vriendin [getuige 1]. Zij heeft namelijk verklaard dat op 17 januari 2016 rond 12.30 - 13.00 uur twee vrienden van [medeverdachte 1] langs kwamen, te weten verdachte en een Marokkaanse jongen die zij altijd ‘badslipper’ noemt en dat zij in de schuur aan een brommer aan het sleutelen waren. Voorts heeft zij verklaard dat rond 16.00 uur een helikopter boven haar huis hing en verdachte en de Marokkaanse jongen toen beneden aan de keukentafel zaten. [5]
De verklaring van [medeverdachte 1] wordt voorts ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 2]. Deze getuige heeft verklaard dat hij op 16 januari 2016 zag dat een rode scooter door twee personen werd overgegeven aan de vriend van [getuige 1], die aan de [adres 3] in Tiel woont. [6]
In de schuur van de woning aan de [adres 3] is bij een doorzoeking in een tas een paar handschoenen aangetroffen. Opvallend is dat deze tas bovenop een stapel spullen was gegooid en de tas opvallend schoon was, terwijl de overige spullen in de schuur vrij stoffig, dan wel vies waren. [7] De aangetroffen handschoenen zijn zwart en zijn op de rugzijde voorzien van een lichtgrijze opdruk. Ook rondom de vingers zijn de handschoenen lichtgrijs van kleur. Deze handschoenen vertonen gelijkenissen met handschoenen die op de camerabeelden van de overval te zien zijn. [8] De binnenzijde van één van deze handschoenen is onderworpen aan een DNA-onderzoek en hierbij is een DNA mengprofiel aangetroffen, met een hoofdprofiel van verdachte. [9]
In de tas waarin voornoemde handschoenen werden aangetroffen, zat tevens kleding die overeenkomsten vertoont met kleding die door de overvallers werd gedragen. [10] Gelet op het voorgaande acht de rechtbank aannemelijk dat de aangetroffen kleding en handschoenen zijn gebruikt bij de overval.
In het binnenwerk van de pooltafel is een plastic tas gevonden met daarin een grote hoeveelheid contant brief- en muntgeld. Tevens worden in een soort jute zak twee vuurwapens aangetroffen. [11] Dit komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 1].
Kort voor de overval, namelijk om 15.29 uur heeft de telefoon van verdachte verbinding gemaakt met de router van [getuige 1] aan de [adres 3] te Tiel. [12] Dit komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte voorafgaand aan de overval in de woning aanwezig was. De raadsvrouw heeft gesteld dat het niet aannemelijk is dat verdachte de overval heeft gepleegd, gelet op het korte tijdsverloop tussen het aanstralen van de router (om 15.29 uur) en het tijdstip van de overval (15.45 uur). De rechtbank overweegt daarentegen dat verklaarbaar is dat tussen het maken van verbinding met de router en de overval zo weinig tijd is verstreken gelet op de geringe afstand tussen de woning aan de [adres 3] en het casino aan de [adres 2], de korte duur van de overval en het feit dat de overvallers gebruik hebben gemaakt van een scooter.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte één van de personen is geweest die de overval op het casino heeft gepleegd.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1, primair, en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks17 januari 2016 te Tiel tezamen en in vereniging met een
of meer
ander
en,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
in/uit een casino (gevestigd in perceel [adres 2]) een
(of meer)
geldbedrag
(en),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Big Apple,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of tegen een of meer andere personeelsledenen
/of tegen een of meer aldaaraanwezige bezoeker
(s
), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededader
s hetzijde vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader
(s)
a. met
een bivakmuts en/of capuchon over het hoofd/gezicht, althans metgezichtsverhullende kleding en
/ofmet
een of meerpisto
(o)l
(en
), althans met een of meer vuurwapens, althans met een of meer op een vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en)dat casino
heeft/hebben betreden en
/of
b.
dat/die pisto
(o
)l
(en
), althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en)op de aldaar aanwezige persoonsleden en
/ofbezoekers
en/of die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en
/ofgericht
heeft/hebben gehouden en
/of
c. op de
/eenbalie is gesprongen en
/oftegen die [slachtoffer 1] heeft geroepen: “Het geld, toets de code in” ,
althans woorden van gelijke aard of strekkingen
/of
d. tegen
die personeelsleden en/ofdie bezoekers
heeft/hebben geroepen dat deze moesten gaan liggen en
/of
e.
dat/die pisto
(o
)l
(en
),
althans dat/die vuurwapen(s), althans dat/die op(een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) (meermalen)op die [slachtoffer 1]
heeft/hebben gericht en
/ofgericht
heeft/hebben gehouden en
/oftegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: “Pak de bakjes”
, althans woorden van gelijke aard of strekking;
2.
hij op 17 januari 2016 te Tiel
een of meervuurwapens van categorie III, onder 1°, te weten een gaspistool van het merk BLOW, model CLASS, kaliber 9 mm P.A.K. en
/ofeen pistool van het merk CZ, type Narodn Podnik, kaliber 6.35 mm, voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3,5 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat geen grof geweld is gebruikt, maar wel bedreiging met een vuurwapen. De richtlijn schrijft in soortgelijke gevallen een gevangenisstraf voor met een duur van twee tot drie jaar. De raadsvrouw verzoekt rekening te houden met het feit dat verdachte weinig justitiële documentatie heeft, zijn jeugdige leeftijd en het feit dat er geen zorgen zijn over verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 2 juni 2016;
- een voorlichtingsrapportage van de reclassering, gedateerd 22 april 2016.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met een mededader een gewapende overval gepleegd op een casino. Hij is samen met een mededader het casino binnengegaan en daar hebben zij de aanwezige personeelsleden en bezoekers ernstig bedreigd met vuurwapens. Zij droegen hierbij gezichtsverhullende kleding, hetgeen extra bedreigend overkomt. Door aldus te handelen heeft verdachte ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van de slachtoffers. Een dergelijk misdrijf veroorzaakt bij slachtoffers voorts lange tijd gevoelens van onveiligheid en brengt in de samenleving onrust teweeg. De verdachte heeft zich hieraan niets gelegen laten liggen en was uitsluitend uit op eigen winstbejag.
Gelet op de ernst van deze feiten alsmede hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, zoals door de officier van justitie geëist.
Ten aanzien van het beslag
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een vuurwapen (revolver), met behulp waarvan het onder de feiten 1 en 2 bewezenverklaarde is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een kentekenplaat, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het onder feit 1 bewezenverklaarde is begaan.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen, te weten een iPhone 6, een iPhone 5, een mobiele telefoon van het merk Samsung en een scooter van het merk Aprilia aan de rechthebbenden.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit.
De vordering van [slachtoffer 1]
Door [slachtoffer 1] wordt gevorderd een bedrag van € 194,23, bestaande uit materiële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot betaling van het bedrag van € 194,23 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de behandelingen bij de fysiotherapeut in de vordering naar hun aard niet nader gespecificeerd zijn, zodat niet duidelijk is of sprake is van causaliteit tussen de gemaakte kosten en het feit. Voor het overige refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 1 bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij(en).De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 17 januari 2016.
De vordering van [slachtoffer 2]
Door [slachtoffer 2] wordt gevorderd een bedrag van € 364,91, bestaande uit materiële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot betaling van het bedrag van € 364,91 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 1 bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij(en).
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 17 januari 2016.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, [nummer], 91, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 26, 55 en 56 van de Wet Wapens en Munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op het beslag:
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een vuurwapen (revolver);

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een kentekenplaat;
 gelast de
teruggavevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: een iPhone 5;
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbenden, te weten: een iPhone 6, een mobiele telefoon van het merk Samsung en een scooter van het merk Aprilia.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], ten bedrage van
€ 194,23(honderdvierennegentig euro en drieëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1], een bedrag
te betalen van € 194,23(honderdvierennegentig euro en drieëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], ten bedrage van
€ 364,91(driehonderdvierenzestig euro en eenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1], een bedrag
te betalen van € 364,91(driehonderdvierenzestig euro en eenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 6 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Vierveijzer (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en mr. H.C. Leemreize, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016028820, gesloten op 18 mei 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], p. 28-29; proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], p. 32; proces-verbaal van bevindingen, p. 36-39.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 23-24.
4.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, p. 283-284.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p. 186-188.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], p. 183.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 94.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 85-87.
9.NFI-rapport, p. 177.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 53-74.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 24.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 162; proces-verbaal van bevindingen, p. 163.