In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en mishandeling. De verdachte, geboren in 1981 en op dat moment gedetineerd, werd bijgestaan door raadsman mr. J. van Rooijen. De rechtbank heeft de zaak behandeld na meerdere terechtzittingen, waarbij de feiten zich hebben afgespeeld op 5 maart 2015 in Wijchen. De verdachte werd ervan beschuldigd met een hakbijl of scherp voorwerp op het slachtoffer in te hakken, wat leidde tot zware verwondingen. De officier van justitie eiste een veroordeling voor poging tot doodslag, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag, maar oordeelde wel dat hij zich schuldig had gemaakt aan mishandeling. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer en de forensische rapporten die de verwondingen bevestigden. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier weken op, rekening houdend met de ernst van de mishandeling en het strafblad van de verdachte. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor het letsel aan de hand van het slachtoffer.