Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 november 2015 en de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 4 april 2016 en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
Artikel 9
2. Beoordeling constructie
4.Conclusie en advies
“……….De omvang van de schade wordt langzaam duidelijker. Het onderzoek duurt nog voort.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De omvang van de schade wordt langzaam duidelijker. Het onderzoek duurt nog voort. Binnen het bestuur heeft een wisseling plaatsgevonden van de functionaris belast met technische aangelegenheden. Dat kan de reden zijn waarom er nog geen reactie is op het door u genoemde rapport. U verneemt zo spoedig mogelijk nader”.Over wat er na die reactie van Hanssen is gebeurd, verschillen partijen van mening. De VvE stelt dat voordat met de herstelwerkzaamheden werd aangevangen de heer [naam 7] van [bedrijf 2] (hierna: [naam 7] ) in januari 2014 op verzoek van een van de bestuursleden van de VvE, aan [gedaagde] een e‑mailbericht heeft verzonden om in overleg te treden over de herstelwerkzaamheden en dat daarop geen reactie van [gedaagde] is gekomen. [gedaagde] betwist dat hij het e-mailbericht van [naam 7] heeft ontvangen. Hij voert aan dat hij na de reactie van Hanssen op zijn e-mailbericht van 27 maart 2013 niets meer van de VvE heeft vernomen tot de brief van 7 oktober 2014, dus nadat de herstelwerkzaamheden reeds waren uitgevoerd.
5.De beslissing
29 juni 2016voor uitlating door de VvE of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op dinsdagen in de maanden augustus 2016 tot en met oktober 2016 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,