Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.Bewezenverklaring
05/841286-15 ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks12 maart 2016 in de gemeente Epe [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] in het gezicht,
althans tegen of op het hoofdte slaan
en/of te stompen;
of omstreeks12 maart 2016 in de gemeente Epe opzettelijk en wederrechtelijk een auto,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
of omstreeks12 maart 2016 in de gemeente Epe en/of in de gemeente Heerde,
in elk geval in het arrondissement Oost-Nederland[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend (via WhatsApp) de woorden toegevoegd : “Als je met de politie praat zijn jij en je kindje dood”, althans woorden van gelijke dreigende aard of
of omstreeks22 augustus 2015, in de gemeente Heerde, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 69,29 gram,
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende amfetamine,
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
of omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 22 augustus 2015, in de gemeente Heerde en/of elders in Nederland, meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/ofverstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid
/hoeveelhedenvan een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 38m, 38n, 57, 63, 91, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.
10.De beslissing
de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren;
- wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 9 juni 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 7 april 2015 voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis; - wijst af de vorderingvan de officier van justitie van 9 juni 2016, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 22 april 2015 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 12 weken.