ECLI:NL:RBGEL:2016:3678

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
7 juli 2016
Zaaknummer
296411
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de levering van boeken en de vraag of dit op basis van een koopovereenkomst of consignatieovereenkomst heeft plaatsgevonden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Handelmaatschappij Veldboeket B.V. Het geschil betreft de vraag of de levering van boeken door [eiseres] aan Veldboeket heeft plaatsgevonden op basis van een koopovereenkomst of een consignatieovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] boeken aan Veldboeket heeft geleverd en dat er een factuur is gestuurd voor de geleverde boeken. Veldboeket heeft echter betwist dat er sprake is van een koopovereenkomst en stelt dat er enkel een exclusief verkooprecht is overeengekomen, waardoor de overeenkomst als een consignatieovereenkomst moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een koopovereenkomst. De rechtbank heeft de vordering van [eiseres] tot betaling van € 153.087,18 toegewezen, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast zijn de beslagkosten en proceskosten aan de zijde van [eiseres] toegewezen. In reconventie heeft de rechtbank de vordering van Veldboeket tot opheffing van het conservatoire derdenbeslag afgewezen, omdat het beslag geen doel heeft getroffen. De rechtbank heeft Veldboeket als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/296411 / HA ZA 16-41
Vonnis van 29 juni 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.R.A. Wondolleck te 's-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDELMAATSCHAPPIJ VELDBOEKET B.V.,
gevestigd te Numansdorp, gemeente Cromstrijen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.A.V. van Aardenne te Dordrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Veldboeket genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 23 maart 2016
  • het verkort proces-verbaal van comparitie van 19 mei 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van [eiseres] . [naam 1] is de auteur van het boek ‘ [naam 2] ’ (hierna: het Boek of in meervoud: de Boeken). Het Boek is een biografie van de voetballer [naam 2] .
2.2.
Veldboeket houdt zich onder andere bezig met (groot)handel in boeken, tijdschriften en overig drukwerk.
2.3.
Op 9 juli 2015 hebben [naam 1] en [naam 3] van Veldboeket (hierna: [naam 3] ) met elkaar gesproken ten kantore van Veldboeket.
2.4.
Op 10 juli 2015 heeft [naam 1] een e-mail aan [naam 3] gestuurd. Daarin staat onder meer het volgende:
“Ik zou dus graag zelf stoppen met verkopen en de verkooprechten exclusief bij jou onderbrengen. Ook het direct verkopen aan consumenten laat ik graag aan jou over. (…)
Verder heb ik nog nagedacht over wat ik niet wil. Dat zijn eigenlijk maar 2 dingen: ik wil het product blijven controleren en dus met name de drukker kiezen en betrokken worden bij speciale edities en ik wil graag ja of nee kunnen zeggen tegen grote media zaken (…).”
2.5.
Op 10 juli 2015 heeft [naam 3] een e-mail aan [naam 1] gestuurd met daarin onder meer het volgende:
“Hierbij bevestig ik de afspraak dat wij (Veldboeket Lektuur):
De exclusieve verspreider worden van jouw boeken, te beginnen met (…) [naam 2] (…).
Er wordt zo straks 13.30/14.00 uur de volledige voorraad (vermoedelijk een kleine 2.000 stuks) opgehaald door een van onze mensen.
Elke order (klein; 1 stuk of groot..) zal jij aan ons doorgeven binnen redelijk termijn. Minimaal dagelijks.
Veldboeket zal promotie en overige kosten betalen of in overleg
Overleg bepaalt dat jij de eigenaar bent en blijft van jouw product, het is jouw dochter.
Jij bepaalt de drukker (indien mogelijk wel graag overleg. Ivm productiekosten) en betaalt de drukker zelf (ja toch)
Veldboeket doet alle distributie en ontvangt een korting van 61% ex de btw (-6%).
Contract voor twee jaar opzegbaar door nalatigheid of faillissement. Bij faillissement van jou ontvangen wij de rechten en bij faillissement van VB ontvang je de rechten en boeken weer terug.”
2.6.
Op dezelfde dag heeft [naam 1] op deze e-mail gereageerd door aan te geven dat hij met bovenstaande akkoord gaat.
2.7.
Nadat er twee maal Boeken (één levering van 2308 Boeken en één levering van 1330 Boeken, in totaal dus 3638 Boeken) bij Veldboeket zijn geleverd, heeft [eiseres] op 20 juli 2015 een factuur aan Veldboeket gestuurd ter hoogte van € 28.199,04. In de begeleidende e-mail schrijft [naam 1] het volgende:
“Hierbij stuur ik je de factuur voor de eerste 2 zendingen van de [naam 2] boeken.
Vandaag is de drukker begonnen met nog eens 20.000 stuks.”
2.8.
Deze factuur is op 31 augustus 2015 voldaan door Veldboeket.
2.9.
[eiseres] heeft 19.750 nieuwe boeken laten produceren.
2.10.
Op 31 juli 2015 heeft [naam 4] van Veldboeket een e-mail aan [naam 1] gestuurd. In die e-mail heeft hij aan [naam 1] gevraagd of al bekend is wanneer de Boeken bij Veldboeket geleverd worden.
2.11.
Op dezelfde dag heeft [naam 1] geantwoord dat: “de volgende 20.000 exemplaren [naam 2] ” 10 augustus klaar zijn.
2.12.
Tussen partijen is vervolgens een overeenkomst (hierna: de Overeenkomst) ondertekend. Hierin staat het volgende:

Overeenkomst boekverkoopVeldboeket Lektuur B.V.en[eiseres]
Voor 2015 en 2016 gelden de volgende afspraken:
Distributie
  • Veldboeket Lektuur B.V. is de exclusieve verspreider van de boeken die [eiseres] produceert, te beginnen met het boek [naam 2] , 9789082373707.
  • Veldboeket Lektuur B.V. doet alle distributie van elke titel en ontvangt hiervoor op elk boek een korting van 61% exclusief de BTW (dus -6%).
  • Elke order (1 exemplaar of meer exemplaren) die [eiseres] ontvangt, telefonisch of per mail, geeft hij door aan Veldboeket Lektuur B.V. binnen een redelijk termijn. Indien nodig dagelijks.
Productie
[eiseres] bepaalt bij welke drukker er wordt gedrukt. Dit wel in overleg met Veldboeket Lektuur B.V. in verband met de productiekosten. [eiseres] betaalt de drukker.
Opslag
De volledige voorraad van [naam 2] , 9789082373707 is per 10-07-2015 opgeslagen bij Veldboeket Lektuur B.V. aan de [adres] , te Numansdorp. Voor opslag worden geen kosten doorberekend.
Veldboeket Lektuur B.V. zal zorg dragen voor promotie en overige. Dit alles in overeenstemming met [eiseres]
is en blijft de eigenaar van zijn product(en).
Dit is een contract van twee jaar die beide partijen aangaan.
Door nalatigheid of een faillissement is dit contract eerder opzegbaar.
Bij een faillissement van [eiseres] ontvangt Veldboeket Lektuur B.V. de rechten en bij een faillissement van Veldboeket Lektuur B.V. ontvangt [eiseres] de rechten en zijn boeken weer terug.”
2.13.
Op 24 augustus 2015 heeft [eiseres] een factuur ter hoogte van € 153.087,18 aan Veldboeket gezonden ter zake de 19.750 Boeken. Veldboeket heeft deze factuur, ondanks sommaties, tot op heden onbetaald gelaten.
2.14.
[eiseres] heeft vervolgens, na daartoe verkregen verlof, ten laste van Veldboeket conservatoir derdenbeslag laten leggen onder de Rabobank.
2.15.
Op 15 januari 2016 heeft de Rabobank door middel van een e-mail het volgende aan [eiseres] bericht:
“Handelsmaatschappij Veldboeket BV heeft wel een klantrelatie met onze bank. Er is een rekening-courantkrediet. Het krediet is gedeeltelijk benut, dus een debetstand, dus het beslag treft ons inziens geen doel.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert veroordeling van Veldboeket tot betaling van € 153.087,18, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij met Veldboeket een koopovereenkomst heeft gesloten op grond waarvan zij Boeken aan Veldboeket heeft geleverd. De eerste factuur ter zake de eerste twee leveringen heeft Veldboeket voldaan, maar de tweede factuur inzake de derde en grootste levering heeft Veldboeket onbetaald gelaten. Als gevolg daarvan was [eiseres] genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven.
3.3.
Veldboeket voert verweer. Zij betwist dat sprake is van een koopovereenkomst tussen [eiseres] en Veldboeket. Er is slechts een exclusief verkooprecht aan derden overeengekomen, zodat de overeenkomst als een consignatieovereenkomst is aan te merken.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Veldboeket vordert bij vonnis opheffing van het conservatoir derdenbeslag.
3.6.
Veldboeket legt aan haar vordering ten grondslag dat de vordering van [eiseres] moet worden afgewezen, omdat deze iedere grondslag ontbeert en [eiseres] bovendien niet heeft gekozen voor de minst bezwaarlijke wijze van beslaglegging.
3.7.
[eiseres] voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Niet in geschil is dat [eiseres] Boeken aan Veldboeket heeft geleverd. Het debat is door partijen beperkt tot de vraag of de levering heeft plaatsgevonden op grond van een door hen gesloten koopovereenkomst of consignatieovereenkomst.
4.2.
Volgens [eiseres] is een koopovereenkomst gesloten. Hiertoe stelt zij dat tussen partijen is afgesproken dat Veldboeket voor eigen rekening en risico kocht van [eiseres] in ruil waarvoor Veldboeket een korting van 61% op de Boeken zou krijgen en bovendien het exclusieve verkooprecht van de Boeken. [eiseres] zou daarbij alleen eigenaar blijven van de intellectuele eigendomsrechten die aan het Boek zijn verbonden. In de zin: “ [eiseres] is en blijft de eigenaar van zijn product(en)” worden met producten de intellectuele eigendomsrechten bedoeld. De uitvoering van de overeenkomst verliep volgens [eiseres] als volgt. Veldboeket bestelde telefonisch een aantal Boeken bij [eiseres] . [eiseres] liet vervolgens het bestelde aantal Boeken produceren. Vervolgens leverde [eiseres] de Boeken aan Veldboeket en Veldboeket verkocht de boeken vervolgens aan de tussenhandel en de eindgebruiker. [eiseres] factureerde de geleverde Boeken direct en geheel aan Veldboeket. Veldboeket diende deze facturen direct te voldoen. De eerste factuur ter zake de eerste twee leveringen heeft Veldboeket voldaan. Als ten aanzien van die leveringen volgens Veldboeket geen sprake was van koop, snijdt het geen hout dat zij de samenhangende factuur wel zonder voorbehoud heeft voldaan, aldus [eiseres] .
Ter comparitie heeft [eiseres] nog naar voren gebracht dat tijdens het gesprek tussen [naam 1] en [naam 3] op 9 juli 2015 [naam 3] expliciet meermalen heeft gezegd dat dat het verschil tussen het Centraal Boekhuis en Veldboeket ligt in het feit dat Veldboeket de boeken van [eiseres] koopt en het Centraal Boekhuis niet.
4.3.
Veldboeket betwist het bestaan van een koopovereenkomst en stelt dat partijen hebben gekozen voor consignatie. Ter onderbouwing van deze stelling voert Veldboeket aan dat over de koop van de Boeken door Veldboeket nooit is gesproken en [eiseres] koos voor een samenwerking met Veldboeket vanwege haar distributienetwerk. Verder voert Veldboeket aan dat in de Overeenkomst een bepaling is opgenomen betreffende de opslagkosten van de Boeken. Deze bepaling zou overbodig zijn indien sprake was van koop van de Boeken door Veldboeket.
Veldboeket heeft tijdens de comparitie van partijen, in tegenstelling tot haar stelling in de conclusie van antwoord, verklaard dat bij de betaling van de eerste factuur nog niet alle Boeken verkocht waren, maar dat Veldboeket de eerste factuur desondanks heeft voldaan om [eiseres] ter wille te zijn. Ter comparitie kon [naam 3] niet aangeven hoeveel boeken er op dat moment precies waren verkocht. Verder heeft Veldboeket aangevoerd dat er geen schriftelijke bestelling is van Veldboeket en dat dit betekent dat er niet is gekocht door Veldboeket.
4.4.
De rechtbank stelt vast dat partijen ieder een andere uitleg aan de inhoud van de Overeenkomst geven. Het komt dan aan op de bedoeling van partijen en hetgeen zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635 (Ermes c.s./Haviltex)).
4.5.
Voorop wordt gesteld dat de twee verschillende wijzen van uitleg van de Overeenkomst door partijen elkaar uitsluiten. Indien sprake zou zijn van een consignatieovereenkomst kan immers geen sprake meer zijn van een koopovereenkomst en andersom. Ten aanzien van het verweer van Veldboeket dat de overeenkomst moet worden uitgelegd als een consignatieovereenkomst wordt het volgende overwogen. De rechtbank stelt vast dat in de tekst van de Overeenkomst geen bepaling is opgenomen over het moment waarop [eiseres] door Veldboeket zou worden betaald. Ook is in de Overeenkomst geen bepaling opgenomen over de manier waarop het aantal verkochte Boeken zou worden bijgehouden en doorgegeven aan [eiseres] . Dergelijke bepalingen zijn bij een consignatieovereenkomst echter wel te verwachten. Desgevraagd heeft [naam 3] namens Veldboeket ter comparitie verklaard dat zowel over het moment van betaling als over de manier waarop het aantal verkochte boeken zou worden bijgehouden en doorgegeven aan [eiseres] , geen enkele afspraak is gemaakt. Bovendien heeft Veldboeket in ieder geval tot het moment van de comparitie op geen enkel moment doorgegeven hoeveel Boeken er waren verkocht. Sterker, [naam 3] wist ter comparitie zelf ook niet hoeveel boeken er waren verkocht. Daarbij komt dat in de Overeenkomst geen enkele bepaling is opgenomen over de manier waarop de Boeken zouden zijn verzekerd tegen beschadiging of verlies en in wiens risicosfeer eventuele beschadiging of verlies van de Boeken zou vallen. Dat dergelijke bepalingen niet zijn overeengekomen terwijl sprake zou zijn van consignatie is niet begrijpelijk. Verder acht de rechtbank van belang dat [eiseres] twee keer Boeken aan Veldboeket heeft geleverd, daarvoor een factuur aan Veldboeket heeft gestuurd op 20 juli 2015, die Veldboeket op 31 augustus 2015 heeft voldaan, terwijl de Boeken volgens de eigen stellingen van Veldboeket nog niet allemaal waren verkocht. Hiertoe zou Veldboeket indien sprake zou zijn van consignatie geen reden hebben. De verklaring hiervoor van Veldboeket dat zij deze factuur reeds had voldaan om [eiseres] ter wille te zijn is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, in het licht van alle omstandigheden van het geval niet aannemelijk. Zo is er bijvoorbeeld geen e-mailcorrespondentie die daarop wijst, terwijl in die periode tussen partijen wel per e-mail werd gecorrespondeerd. Veldboeket heeft de factuur betaald, zonder enig voorbehoud te maken. De voorgaande omstandigheden duiden op koop en niet op consignatie. Bij een koopovereenkomst zijn logischerwijs geen bepalingen opgenomen in de Overeenkomst over het moment van betalen van de Boeken aan [eiseres] , de wijze waarop het aantal verkochte Boeken zou worden doorgegeven aan [eiseres] of een bepaling omtrent de verzekering van de Boeken, omdat de eigendom reeds zou zijn overgegaan op Veldboeket. Het enkele feit dat in de Overeenkomst is opgenomen dat voor de opslag van de Boeken niet hoeft te worden betaald, is onvoldoende om – in het licht van al het voorgaande – de stelling te kunnen dragen dat partijen consignatie zijn overeengekomen. Ook aan de stelling van Veldboeket dat er geen schriftelijke bestelling aan de drie leveringen ten grondslag ligt gaat de rechtbank voorbij. Een overeenkomst kan immers mondeling tot stand komen.
4.6.
Het vorenstaande brengt met zich mee dat de gevorderde hoofdsom van € 153.087,18 zal worden toegewezen.
4.7.
[eiseres] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De rechtbank stelt vast dat de [eiseres] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.8.
[eiseres] vordert Veldboeket te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar, met dien verstande dat het griffierecht ter hoogte van € 613,- niet voor vergoeding in aanmerking komt, nu dit griffierecht wordt geacht te zijn verrekend met het griffierecht van de onderhavige procedure. De beslagkosten worden begroot op € 496,59 voor verschotten en € 1.421,- voor salaris advocaat (1 rekest x € 1.421,-).
4.9.
Veldboeket zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 86,93
- griffierecht 3.903,00
- salaris advocaat
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal € 6.831,93
in reconventie
4.10.
Beoordeeld dient te worden of er aanleiding bestaat het conservatoire derdenbeslag op te heffen. Uit de door [eiseres] overgelegde stukken is gebleken dat beslag onder de Rabobank geen doel heeft getroffen, hetgeen door Veldboeket niet is betwist. Daarmee is het belang van Veldboeket bij de vordering tot opheffing van dit beslag naar het oordeel van de rechtbank vervallen.
4.11.
Veldboeket zal als de in het ongelijk gestelde partij ook in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op € 1.421,-wegens salaris advocaat (1,0 punten x factor 0,5 x tarief € 1.421,-). De rechtbank hanteert bij de berekening van het salaris in reconventie een factor 0,5 omdat de vorderingen in reconventie voortvloeien uit het verweer in conventie.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Veldboeket om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 155.429,85 (éénhonderdvijfenvijftig duizendvierhonderdnegenentwintig euro en vijfentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over het bedrag van € 153.087,18 met ingang van 7 september 2015 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Veldboeket in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.917,59, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Veldboeket in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 6.831,93, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
verklaart Veldboeket niet-ontvankelijk in haar vordering,
5.6.
veroordeelt Veldboeket in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.421,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
5.7.
veroordeelt Veldboeket in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 205,- voor de conventie en de reconventie samen aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Veldboeket niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.8.
verklaart dit vonnis in conventie en in reconventie uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C.J. Klaver en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2016.