ECLI:NL:RBGEL:2016:3662

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juli 2016
Publicatiedatum
6 juli 2016
Zaaknummer
4 juli 2016
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting, verduistering en valsheid in geschrift door financieel adviseur met valse hoedanigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting, verduistering en valsheid in geschrift. De verdachte, een financieel adviseur, heeft in de periode van 18 juli 2008 tot en met 22 april 2014 verschillende personen bewogen tot de afgifte van aanzienlijke geldbedragen door zich voor te doen als een bonafide ondernemer in beleggingen. Hij heeft hen misleid door valse beloften te doen over hoge rentepercentages en het beleggen van hun geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende deze periode herhaaldelijk schuldig heeft gemaakt aan oplichting en verduistering, waarbij hij het vertrouwen van zijn klanten en familieleden heeft geschaad. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, en heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd ten behoeve van de benadeelde partijen. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat deze zijn ingediend na het faillissement van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld en dat zijn psychische gesteldheid geen invloed heeft gehad op zijn gedragingen ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/860668-14
Datum uitspraak : 4 juli 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende [adres]
Raadsman: mr. M.P.T. Peters, advocaat te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 juni 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juli 2008 tot en met 22
april 2014 in de gemeente Winterswijk en/of gemeente Oost-Gelre en/of gemeente
Aalten, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse
naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels (telkens) hierin bestaande
dat hij, verdachte, na te noemen perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van na te
noemen (girale) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed,
- in de periode van 18 juli 2008 tot en met 11 april 2014 [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 70.000 euro (30.000
en/of 40.000), althans enig geldbedrag (aangifte 1), en/of
- in de periode van 30 september 2010 tot en met 08 april 2014 [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal)
100.000 euro, althans enig geldbedrag (aangifte 2), en/of
- in de periode van 26 maart 2009 tot en met 07 april 2014 [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 25.000 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 3), en/of
- in de periode van 29 maart 2010 tot en met 16 april 2014 [slachtoffer 7]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 100.000
euro, althans enig geldbedrag (aangifte 4), en/of
- in de periode van 08 juni 2010 tot en met 13 februari 2014 [slachtoffer 15] heeft bewogen
tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 15.000 euro, althans enig geldbedrag
(aangifte 5), en/of
- in de periode van 19 maart 2012 tot en met 04 april 2014 [slachtoffer 8] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 25.000 euro, althans enig
geldbedrag (aangifte 6), en/of
- in de periode van 01 januari 2012 tot en met 03 april 2014 [slachtoffer 16] heeft bewogen
tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 10.239 euro, althans enig geldbedrag
(aangifte 7), en/of
- in de periode van 01 mei 2012 tot en met 02 december 2013 [slachtoffer 9] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 22.500 euro, althans enig
geldbedrag (aangifte 8), en/of
- in de periode van 06 juli 2012 tot en met 01 april 2014 [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11]
en/of [slachtoffer 12] heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van (in totaal) 25.500 euro, althans enig geldbedrag (aangifte 9), en/of
- in de periode van 29 april 2013 tot en met 07 april 2014 [slachtoffer 13] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 30.000 euro, althans enig
geldbedrag (aangifte 10), en/of
- in de periode van 09 september 2013 tot en met 01 november 2013 [slachtoffer 14]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 112.641,61 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 11),
immers (heeft verdachte) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de
waarheid:
- zich (telkens) voorgedaan als zijnde bonafide ondernemer in het beleggen van
geldbedrag(en) en/of, en/of
- mededelingen gedaan aan voornoemde personen/benadeelden dat hij voornoemde
geldbedrag(en) zou beleggen en/of obligatie(s) zou (aan)kopen en/of geldbedragen
zou vast (laten) zetten/storten op een bank-en/of depositorekening bij een
(specifieke) instantie (te weten: Royal Bank of Scotland (RBS) en/of Delta Lloyd en/of
Aegon en/of Argenta spaarbank en/of Reaal Deposito sparen en/of BLG), althans
soortgelijke instantie(s) en/of tegen een (specifiek) rentepercentage, hetgeen hij,
verdachte, niet heeft gedaan, althans niet het volledige bedrag, en/of
- mededelingen gedaan aan voornoemde personen/benadeelden dat met de
overgemaakte/gestorte geldbedrag(en) een hypotheekaflossing zou worden
gedaan en/of
- de/het geldbedrag(en) die hij, verdachte, heeft ontvangen van voornoemde
personen/benadeelden gebruikt voor privé doeleinden en/of (andere) zakelijke
doeleinden, en/of
- naar een of meer voornoemde personen/benadeelden een e-mail gestuurd dan wel
telefonisch contact met deze personen/benadeelden opgenomen dat de producten
(met winst) doorverkocht/verkocht waren en/of (medegedeeld) dat het geld er echt (nog)
wel was, en/of
- na herhaaldelijk verzoek van een of meer voornoemde personen/benadeelden om
de beleggingen stop te zeilen en het geld terug te storten naar hun rekening geen
gehoor aan gegeven, en/of
- een of meer voornoemde personen/benadeelden een brief ontvingen van een
(zogenaamd) beleggingsfonds, dat het geld is belegd, hetgeen niet is gebeurd;
waardoor voornoemde personen/benadeelden (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte(s);
en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juli 2008
tot en met 22 april 2014 in de gemeente Winterswijk en/of gemeente Oost-Gelre
en/of gemeente Aalten, in elk geval in Nederland,
(telkens) opzettelijk een (giraal) geldbedrag van in totaal (ongeveer)
535.880,61 euro, in elk geval enig (giraal) geldbedrag en/of goed, dat/die
(telkens) geheel of ten dele toebehorende(n) aan:
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (70.000 euro (30.000 en/of 40.000), althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (100.000 euro, althans enig
geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (25.000 euro, althans enig geldbedrag),
en/of
- [slachtoffer 7] (100.000 euro, althans enig geldbedrag),
en/of
- [slachtoffer 15] (15.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 8] (25.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 16] (10.239 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 9] (22.500 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] (25.500
euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 9] (22.500 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] (25.500
euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 13] (30.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 14] (112.641,61 euro, althans enig geldbedrag), en/of
een of meer (andere) personen/benadeelden,
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e)
geldbedrag(en)/goed(eren) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke
dienstbetrekking en/of van zijn beroep en/of tegen geldelijke vergoeding, te
weten als financieel adviseur en/of bestuurder van het [naam 1]
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich
had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 08 juli 2009
tot en met 17 mei 2013 te Winterswijk, in elk geval in Nederland,
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van Royal Aex 290 5% 2015 van de
RBS en/of Royal Aex 330 6% 2015 van de RBS, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van een garantiedeposito (met als
nummer [rekeningnummer 1] ) van de Delta Lloyd en/of (een) bevestiging
betreffende de verlenging van (voornoemde) garantiedeposito (met als nummer
[rekeningnummer 1] ) van de Delta Lloyd, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van Royal Aex 300 6% 2014 van de
RBS, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de verlenging van de deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 2] ) van de Aegon, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van RBS Aex 7,5% 2012-2017 van de
RBS, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van een deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 3] ) van de Argenta, en/of
- ( een) bevestiging betreffende de verlenging van deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 2] ) van de Aegon en/of (een) bevestiging
betreffende de deposito storting (met als rente datum 01 juni 2012) (met als
nummer [rekeningnummer 4] ) van de Aegon, en/of
-(een) bevestiging betreffende de aankoop en/of verlenging van een
(termijn)deposito (met als nummer [rekeningnummer 5] ) van de Reaal,
- zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig(e) feit(en) te dienen -
(telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte
valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
voornoemd(e) geschrift(en) opgesteld, terwijl in werkelijkheid voornoemd(e)
aanko(o)p(en) en/of verlenging(en) van aandelen en/of deposito's nooit
heeft/hebben plaatsgevonden, althans niet volledig en/of op voornoemd(e)
bevestiging(en) een logo heeft/hebben aangebracht op de/het briefhoofd(en)
die afwijk(t)en van de/het originele geschrift(en) en/of op de verkeerde plek
is/zijn geplaatst,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , met bijlagen, p. 421 tot en met 427;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 428 en 429;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 436;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 441, 442 en 444, voor zover inhoudende:
“V: Op welke wijze werd de rente en de 40.000 euro na die drie jaar vastgezet?
A: Op de rekening van de FCDW.
V: (…) Ik snap dat men geld op de rekening van FDCW zet, maar u moet dat ergens anders naar boeken of te wel investeren.
A: Dat klopt. Ik kan zeggen dat ik dat dus niet gedaan heb. (…) Ik heb met dat geld verliezen van de zaak gecompenseerd. Ik heb met dat geld ook met mijn pas van de FDCW prive opnamen gedaan.
V: Waar waren deze prive opnamen dan voor?
A: Dat weet ik allemaal niet meer. Ik heb het in ieder geval uit gegeven. Ik zal dan wel boven mijn stand hebben geleefd.
O: Omstreeks 20 december 2011 werd door de familie [naam 2] een bedrag van 30.000 euro overgemaakt naar een rekening van de FDCW bij de ABN AMRO.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat is op de rekening geboekt van de FDCW. Hier zullen wij wel weer rekeningen mee betaald hebben. Zoals bv belastingaangifte’s, en andere rekeningen.
O: De familie [naam 2] verklaarde dat u had aangegeven dat men op dat moment bij de ABN AMRO de beste rente kon krijgen. U zou dit allemaal regelen.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat zal dan wel correct zijn.
(…)
O: De familie [naam 2] verklaarde dat het bedrag voor twee jaar vastgezet zou worden tegen een rentepercentage van rond de vijf procent.
V: Wat kunt u daarover verklaren?
A: Dat zal wel correct zijn.
V: Wat is er met het geld van de familie [naam 2] gebeurd? 70.000 euro!
A: Dat heb ik net gezegd. Daar zijn zaken mee betaald. Daar zijn verliezen mee betaald van de FDCW. Alles is in de zaak gebleven en ik heb deze dus niet geinvesteerd.
(…)
O: Op de afschriften van RABO-rekening van FDCW met rekeningnummer [rekeningnummer 6] is niet te zien dat die 40.000 euro wordt doorgeboekt naar een rentedragende rekening.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat dat niet gebeurd is. Wij hebben daar onze rekeningen van de FDCW mee betaald.
(…)
O: Gebleken is dat op 20-12-2011 een bedrag van 30.000 euro werd bijgeschreven op de rekening van FDCW, [rekeningnummer 7] .
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat is correct.
V: Wat is er met dit geld gebeurd?
A: Daar zullen prive en zakelijke betalingen van zijn gedaan.”;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , met bijlagen, p. 447 tot en met 455;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 456 tot en met 458;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p.479 tot en met 484;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , met bijlagen, p. 489 tot en met 501;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 502;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 504 en 505;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 525 tot en met 529;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] , met bijlagen, p. 533 en 534;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. 536 en 537;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 540 tot en met 542;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 560 tot en met 565;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] , met bijlagen, p. 568 tot en met 592;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 604 en 605;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 610 tot en met 613;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , met bijlagen, p. 617 tot en met 624;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 626 en 627;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 640 tot en met 643;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] , met bijlagen, p. 648 tot en met 661;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 666;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 670 tot en met 673;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , met bijlagen, p. 676 tot en met 684;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. 685 en 687;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 696 en 697;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 701 tot en met 704;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 10] , met bijlagen, p.707 tot en met 714;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 715 en 716;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 726 tot en met 729, voor zover inhoudende:
“O: Mevrouw [slachtoffer 12] wilde in 2012 beide hypotheken aflossen. Zij
heeft met u contact opgenomen. U zou vervolgens een briefje bij haar door de brievenbus hebben gedaan. Op dit briefje zou gestaan hebben naar welk rekeningnummer die 45000 euro moest worden overgemaakt en naar welk rekeningnummer die 25000 euro moest worden overgemaakt.
V: Wat kunt u hier over verklaren?
A: Dat zou goed kunnen.
(…)
O: Door mevrouw [slachtoffer 12] moest vervolgens nog steeds rente betaald worden. Zij heeft contact met u opgenomen en kreeg vervolgens dat geld terug van FDCW.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat is correct.
(…)
O: Uit onderzoek is gebleken dat op 06-07-2012 een bedrag van 45000 euro en 25500 euro werd bijgeschreven op de rekening van de FDCW [rekeningnummer 8] .
De 45000 euro werd dezelfde dag doorgeboekt naar BIG.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Dat is correct.
V: Wie heeft die betaling verricht?
A: Ik.
(…)
V: Wat is er met het geld, die 25500 euro van de familie [slachtoffer 12]
gebeurd nadat het op de rekening van FDCW kwam?
A: Hier zouden dan wel betalingen voor zowel prive als zakelijke doeleinden zijn gebruikt.
(…)
O: Nadat het geld van de familie [slachtoffer 12] was bij geschreven, vonden een aantal overschrijvingen plaats, werd er geld opgenomen bij geldautomaten en werden facturen betaald. Echter, niet gebleken is dat de hypotheek van 25000 euro werd afgelost.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A; Dat is correct.
0: Op 1 december 2012 is het saldo nog 14,20 euro.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: Dat zal dan wel correct zijn. Dit zou goed kunnen.
0: Op 10-09-2013 werd een bedrag van EDE 25.030,00 overgeschreven naar een rekening van [naam 3] .
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: Dat is correct.
O: De overschrijving van EDE 25.030,00 naar [naam 3] had te maken met een
hypothecaire lening van de familie [slachtoffer 12] .
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: dat zal dan wel correct zijn.
O: Deze boeking kon alleen plaats vinden doordat de familie [slachtoffer 14] EUR 112.614,61
had overgeschreven naar deze rekening van FDCW en dat op uw advies.
V: Wat kunt u daarover verklaren?
A: Dat is correct.
V: Waarom is het geld van de familie [slachtoffer 12] niet meteen doorgestort naar [naam 3] ter aflossing van de hypothecaire lening van [slachtoffer 12] ?
A: Omdat ik daar rekeningen prive en zakelijk van moest betalen.
V: Was u gerechtigd om het geld van de familie [slachtoffer 12] te gebruiken voor andere doeleinden?
A: Nee.”;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] , met bijlagen, p. 732 tot en met 746;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. 751 tot en met 753;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 754;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 764 tot en met 766;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 14] , met bijlagen, p. 770 tot en met 778;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 779 en 780;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 790 tot en met 793.
De rechtbank acht, in overeenstemming met het standpunt van de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte reeds voor of bij de afgifte van het eerste door [slachtoffer 1] betaalde bedrag (van € 40.000,-) het oogmerk had om zich of een ander te bevoordelen. Niet is gebleken dat verdachte op dat moment al de intentie had om het geld voor andere doeleinden te gebruiken dan was afgesproken. Voor dat bedrag spreekt de rechtbank verdachte dan ook vrij van oplichting. De rechtbank acht voor dat bedrag wel wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is van verduistering, nu verdachte zich dat bedrag (dat hij rechtmatig onder zich kreeg) heeft toegeëigend door het voor andere doeleinden te gebruiken.
In tegenstelling tot de officier van justitie acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook [slachtoffer 12] heeft opgelicht. Verdachte heeft hen door een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels gedwongen tot afgifte van 25.500 euro. Gelet op alle feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de rechtbank bewezen dat verdachte op dat moment het oogmerk had om met dat geld zichzelf of FDCW te bevoordelen. Uit de analyse van de rekeningafschriften blijkt dat het geld dat verdachte van [slachtoffer 12] had ontvangen voor andere doeleinden had gebruikt. Dat verdachte geruime tijd later alsnog het bedrag heeft overgemaakt voor de aflossing van de hypotheek, doet daar niet aan af.
Bewijsmiddelen feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , met bijlagen, p. 447 tot en met 452;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 480 en 481;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , met bijlagen, p. 489 tot en met 501;
- het proces-verbaal van bevindingen met bijlage, p. 502 en 503;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 526 en 529;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] , met bijlagen, p. 533 en 534;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. 536 en 537;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 561, 564 en 565;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] , met bijlagen, p. 568 tot en met 592;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , namens Aegon, met bijlagen, p. 600 tot en met 603;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 611 tot en met 613;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , met bijlagen, p. 617 tot en met 624;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 641 en 643;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] , met bijlagen, p. 648 tot en met 661;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 672;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , met bijlagen, p. 676 tot en met 684;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, p. 685 en 687;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 702 en 703;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] , met bijlagen, p. 732 tot en met 746;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 765 en 766;

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 18 juli 2008 tot en met 22
april 2014 in de gemeente Winterswijk en/of gemeente Oost-Gelre en/of gemeente
Aalten,
in elk geval in Nederland,(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen
van een valse
naam en/ofvan een valse hoedanigheid
en/of door een of meer listige kunstgrepenen/of
door een samenweefsel van verdichtsels (telkens) hierin bestaande
dat hij, verdachte, na te noemen perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van na te
noemen (girale) geldbedrag(en),
in elk geval van enig goed,
- in de periode van 18 juli 2008 tot en met 11 april 2014 [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van
(in totaal) 70.000 euro (30
en/of 40.000),
althans enig geldbedrag (aangifte 1),en
/of
- in de periode van 30 september 2010 tot en met 08 april 2014 [slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal)
100.000 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 2),en
/of
- in de periode van 26 maart 2009 tot en met 07 april 2014 [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 25.000 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 3),en
/of
- in de periode van 29 maart 2010 tot en met 16 april 2014 [slachtoffer 7]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 100.000
euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 4),en
/of
- in de periode van 08 juni 2010 tot en met 13 februari 2014 [slachtoffer 15] heeft bewogen
tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 15.000 euro,
althans enig geldbedrag
(aangifte 5),en
/of
- in de periode van 19 maart 2012 tot en met 04 april 2014 [slachtoffer 8] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 25.000 euro,
althans enig
geldbedrag (aangifte 6),en
/of
- in de periode van 01 januari 2012 tot en met 03 april 2014 [slachtoffer 16] heeft bewogen
tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 10.239 euro,
althans enig geldbedrag
(aangifte 7),en
/of
- in de periode van 01 mei 2012 tot en met 02 december 2013 [slachtoffer 9] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 22.500 euro,
althans enig
geldbedrag (aangifte 8),en
/of
- in de periode van 06 juli 2012 tot en met 01 april 2014
[slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11]
[slachtoffer 11] en/of[slachtoffer 12] heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag van (in totaal) 25.500 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 9),en
/of
- in de periode van 29 april 2013 tot en met 07 april 2014 [slachtoffer 13] heeft
bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 30.000 euro,
althans enig
geldbedrag (aangifte 10),en
/of
- in de periode van 09 september 2013 tot en met 01 november 2013 [slachtoffer 14]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 112.641,61 euro,
althans enig geldbedrag (aangifte 11),
immers (heeft verdachte) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de
waarheid:
- zich (telkens) voorgedaan als zijnde bonafide ondernemer in het beleggen van
geldbedrag(en) en
/of, en/of
- mededelingen gedaan aan voornoemde personen/benadeelden dat hij voormelde
geldbedrag(en) zou beleggen en/of obligatie(s) zou (aan)kopen en/of geldbedragen
zou vast (laten) zetten/storten op een bank-en/of depositorekening bij een
(specifieke) instantie (te weten: Royal Bank of Scotland (RBS) en/of Delta Lloyd en/of
Aegon en/of Argenta spaarbank en/of Reaal Deposito sparen en/of BLG),
althans
soortgelijke instantie(s)en/of tegen een (specifiek) rentepercentage, hetgeen hij,
verdachte, niet heeft gedaan, althans niet het volledige bedrag, en/of
- mededelingen gedaan aan voornoemde personen/benadeelden dat met de
overgemaakte/gestorte geldbedrag(en) een hypotheekaflossing zou worden
gedaan
en/of
- de/het geldbedrag(en) die hij, verdachte, heeft ontvangen van voornoemde
personen/benadeelden gebruikt voor privé doeleinden en/of (andere) zakelijke
doeleinden, en/of
- naar een of meer voornoemde personen/benadeelden een e-mail gestuurd dan wel
telefonisch contact met deze personen/benadeelden opgenomen dat de producten
(met winst) doorverkocht/verkocht waren en/of (medegedeeld) dat het geld er echt (nog)
wel was, en/of
- na herhaaldelijk verzoek van een of meer voornoemde personen/benadeelden om
de beleggingen stop te zeilen en het geld terug te storten naar hun rekening geen
gehoor aan gegeven, en/of
- een of meer voornoemde personen/benadeelden een brief ontvingen van een
(zogenaamd) beleggingsfonds, dat het geld is belegd, hetgeen niet is gebeurd;
waardoor voornoemde personen/benadeelden (telkens) werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte(s);
en
/of
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 18 juli 2008
tot en met 22 april 2014 in de
gemeente Winterswijk en/ofgemeente Oost-Gelre
en/of gemeente Aalten,
in elk geval in Nederland,
(telkens)opzettelijk een (giraal) geldbedrag
van in totaal (ongeveer)
535.880,61 euro, in elk geval enig (giraal) geldbedrag en/of goed, dat
/die
(telkens) geheel of ten deletoebehorende
(n)aan:
- [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
(70.000 euro (30.000 en/of40
), althans enig geldbedrag),
en/of
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (100.000 euro, althans enig

geldbedrag), en/of

- [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (25.000 euro, althans enig geldbedrag),

en/of

- [slachtoffer 7] (100.000 euro, althans enig geldbedrag),

en/of

- [slachtoffer 15] (15.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 8] (25.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 16] (10.239 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 9] (22.500 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] (25.500

euro, althans enig geldbedrag), en/of

- [slachtoffer 9] (22.500 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] (25.500

euro, althans enig geldbedrag), en/of

- [slachtoffer 13] (30.000 euro, althans enig geldbedrag), en/of
- [slachtoffer 14] (112.641,61 euro, althans enig geldbedrag), en/of
een of meer (andere) personen/benadeelden,
in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk
(e)
geldbedrag
(en)/goed(eren)verdachte
(telkens)uit hoofde van
zijn persoonlijke
dienstbetrekking en/of vanzijn beroep
en/of tegen geldelijke vergoeding,te
weten als financieel adviseur en/of bestuurder van het [naam 1]
in elk geval anders dan door misdrijf onder zich
had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 08 juli 2009
tot en met 17 mei 2013 te Winterswijk,
in elk geval in Nederland,
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van Royal Aex 290 5% 2015 van de
RBS en
/ofRoyal Aex 330 6% 2015 van de RBS, en
/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van een garantiedeposito (met als
nummer [rekeningnummer 1] ) van de Delta Lloyd en
/of(een) bevestiging
betreffende de verlenging van (voornoemde) garantiedeposito (met als nummer
[rekeningnummer 1] ) van de Delta Lloyd, en
/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van Royal Aex 300 6% 2014 van de
RBS, en
/of
- ( een) bevestiging betreffende de verlenging van de deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 2] ) van de Aegon, en
/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van RBS Aex 7,5% 2012-2017 van de
RBS, en
/of
- ( een) bevestiging betreffende de aankoop van een deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 3] ) van de Argenta, en
/of
-
(een) bevestiging betreffende de verlenging van deposito sparen/storting
(met als nummer [rekeningnummer 2] ) van de Aegon en/of(een) bevestiging
betreffende de deposito storting (met als rente datum 01 juni 2012) (met als
nummer [rekeningnummer 4] ) van de Aegon, en
/of
-(een) bevestiging betreffende de aankoop en/of verlenging van een
(termijn)deposito (met als nummer [rekeningnummer 5] ) van de Reaal,
- zijnde
(een)geschrift
(en
) dat/die bestemd
was/waren om tot bewijs van
enig(e) feit(en) te dienen -
(telkens) valselijk heeft opgemaakt
of vervalst, immers heeft verdachte
valselijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
voormeld
(e
)geschrift
(en
)opgesteld, terwijl in werkelijkheid voormeld(e)
aanko(o)p(en) en/of verlenging(en) van aandelen en/of deposito's nooit
heeft/hebben plaatsgevonden,
althans niet volledigen/of op voormeld(e)
bevestiging(en) een logo heeft/hebben aangebracht op de/het briefhoofd(en)
die afwijk(t)en van de/het originele geschrift(en) en/of op de verkeerde plek
is/zijn geplaatst,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Oplichting, meermalen gepleegd
En
Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn beroep, onder zich heeft.
Ten aanzien van feit 2:
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is verzocht bij de strafmaat rekening te houden met de gediagnosticeerde stoornissen bij verdachte en de gevolgen dit heeft voor de mate van toerekenbaarheid en verwijtbaarheid. Voorts heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de bereidheid van verdachte om de schade te herstellen, de grote negatieve impact die zijn gedrag al op zijn leven heeft gehad en de negatieve consequenties van een eventuele straf op de rest van zijn leven. De raadsman verzoekt de rechtbank daarom geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar te volstaan met een werkstraf.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 6 mei 2016.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim vijf jaar herhaaldelijk schuldig gemaakt aan oplichting en één maal aan verduistering. Hij heeft personen die hem nog kenden vanuit zijn vorige functie bij een bankinstelling en hem vertrouwden en familieleden geadviseerd grote geldbedragen te beleggen of vast te zetten, waarbij hij hoge rentepercentages voorspiegelde. Ook heeft hij enkelen beloofd hun hypotheek (gedeeltelijk) te zullen aflossen.. In werkelijkheid gebruikte verdachte het door deze mensen overgemaakte geld om financiële gaten van het bedrijf te dichten en voor privédoeleinden.
Om zijn geloofwaardigheid te vergroten heeft verdachte verschillende documenten van financiële instanties nagemaakt waarbij hij de logo’s of sjablonen van die instellingen gebruikte. Hierdoor heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat men in het maatschappelijk verkeer in zulke instanties heeft.
De rechtbank rekent de verdachte aan dat hij het vertrouwen van zijn klanten en familieleden heeft geschaad. Voorts rekent de rechtbank de verdachte aan dat hij zichzelf aanzienlijk heeft bevoordeeld ten koste van de hypotheekaflossing, oudedagvoorziening of spaargeld van meerdere klanten.
Uit de aangehaalde justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld.
Door de raadsman van verdachte is een verslag van de psychiater van verdachte overgelegd. Daarin staat dat bij verdachte enkele persoonlijkheidsstoornissen zijn gediagnosticeerd. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat op basis van dat verslag geen uitspraak kan worden gedaan over de vraag of die psychische gesteldheid van de verdachte invloed heeft gehad op zijn gedragingen ten tijde van de tenlastegelegde en bewezenverklaarde feiten.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de feiten noopt tot het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur. Deze straf is lager dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank acht heeft geslagen op de straffen die doorgaans in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffers] en [slachtoffer 14] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering, omdat de vorderingen zijn ingediend na het faillissement en eveneens ter verificatie zijn ingediend.
De officier van justitie heeft verzocht wel de schadevergoedingsmaatregel op te leggen ten behoeve van alle benadeelden.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman is verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren.
Beoordeling door de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte bij vonnis van 13 maart 2013 persoonlijk in staat van faillissement is verklaard en dat het faillissement nog niet is afgewikkeld.
Naar het oordeel van de rechtbank dient de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14] voor wat betreft de immateriële schade (€ 10.000,-) te worden afgewezen, nu daar (gelet op het bepaalde in artikel 6:106 BW) geen wettelijke basis voor is.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partijen (voor het overige), gelet op het inmiddels uitgesproken faillissement van de verdachte, in het strafproces niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen en dat zij hun vorderingen slechts bij de curator kunnen indienen. De Faillissementswet voorziet in een exclusieve procedure voor de afwikkeling van vorderingen op de failliete boedel, welke niet kan worden doorkruist door een andere procedure zoals de voeging in het strafproces. Het is niet aan de strafrechter om de vorderingen op de boedel vast te stellen.
De benadeelde partijen zullen daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering.
De schadevergoedingsmaatregel is een zelfstandige strafrechtelijke maatregel die beoogt een door een strafbaar feit benadeelde te versterken in zijn positie tot herstel van de rechtmatige toestand. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag om de benadeelde de inspanningen om dat herstel te bereiken zoveel als mogelijk is uit handen te nemen. Die inspanningen worden door het opleggen van de maatregel in handen gelegd van het openbaar ministerie (de Staat), waarbij deze mede gebonden is aan de speciale regelgeving met betrekking tot een gefailleerde.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de hierna te melden bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partij(en). De vervangende hechtenis zal worden bepaald op één dag per toegewezen bedrag, gelet op de vermogenspositie van verdachte.
Bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gaat de rechtbank uit van de hoofdsommen (de bedragen waartoe de benadeelden tot afgifte zijn bewogen), minus de eventuele betalingen van FDCW, minus de uitkeringen uit het faillissement.
De rechtbank gaat verder uit van de wettelijke rente met ingang van de datum waarop de benadeelde de laatste betaling heeft verricht (met uitzondering van Hendriksen, waarbij de betaaldata erg ver uit elkaar liggen). De rechtbank gaat niet uit van tussen partijen afgesproken rentepercentages, nu dit geen schade is als gevolg van het strafbare feit, doch het niet-betalen hiervan hooguit wanprestatie oplevert, hetgeen geen grondslag kan zijn voor toewijzing in de strafzaak.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57, 225, 322 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
  • dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

wijst af de vordering tot schadevergoedingin verband met immateriële schade ten bedrage van € 10.000,-, ingediend door de
benadeelde partij [slachtoffer 14];
 verklaart de
benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 17] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14](voor het overige)
niet-ontvankelijkin hun vordering;
 Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partij(en) te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente Vervangende
met ingang van hechtenis
1. [slachtoffer 1] € 40.000 18 juli 2008 1 dag;

€ 27.540,03 20 december 2011

2. [slachtoffer 3] € 64.951,43 1 oktober 2010 1 dag;
3. [slachtoffer 5] € 17.312,07 26 maart 2009 1 dag;
4. [slachtoffer 17] € 88.543,23 14 december 2012 1 dag;
5. [slachtoffer 15] € 13.715,48 18 juni 2010 1 dag;
6. [slachtoffer 8] € 22.266,41 19 maart 2012 1 dag;
7. [slachtoffer 16] € 10.239,= 29 maart 2012 1 dag;
8. [slachtoffer 9] € 21.622,84 4 juni 2012 1 dag;
9. [slachtoffer 13] € 29.041,57 1 mei 2013 1 dag.
10. [slachtoffer 14] € 108.683,73 9 september 2013 1 dag.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars (voorzitter), mr. C.J.M. van Apeldoorn en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 juli 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2014095577, gesloten op 4 augustus 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.