In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 mei 2016 uitspraak gedaan over een geschil betreffende een erfdienstbaarheid van weg. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.D.J.W. van der Stoep, vorderde een verklaring voor recht dat door verjaring een erfdienstbaarheid van weg was ontstaan, die haar het gebruik van de toegangsweg naar haar perceel toestond. Gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.H.J. Emmen, betwistten deze vordering en stelden dat de weg nooit met zware motorvoertuigen was gebruikt. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet in haar bewijslevering was geslaagd. De door haar overgelegde schriftelijke getuigenverklaringen waren te onbepaald en gedaagden hadden de inhoud daarvan gemotiveerd weersproken. De rechtbank concludeerde dat de weg in het verleden incidenteel door eiseres of haar rechtsvoorgangers was gebruikt met een tractor en een paardenwagen, maar niet met zware motorvoertuigen zoals vrachtwagens of landbouwmachines. De rechtbank verklaarde voor recht dat door verjaring een erfdienstbaarheid van weg was ontstaan, maar met de beperking dat het gebruik met zware motorvoertuigen niet is toegestaan. Daarnaast werd gedaagden opgedragen een slagboom te verwijderen die op de erfgrens van het perceel van eiseres was geplaatst. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.