De resultaten van de uitgevoerde onderzoeken worden als volgt samengevat:
(...)
Samenvattend kan vastgesteld worden dat het document-technische onderzoek geen bevindingen heeft opgeleverd die als aanwijzingen kunnen worden beschouwd voor het aanwenden van een nabootsingsstrategie.
Het vergelijkend schriftonderzoek heeft als resultaat opgeleverd dat de betwiste handtekening in alle relevante kenmerkcategorieën overeenkomsten ten opzichte van de handtekeningen in het beschikbare referentiemateriaal toont. Kenmerken die niet in de natuurlijke variatiebreedte van de kenmerken in het referentiemateriaal passen en als afwijking moeten worden beschouwd, werden niet waargenomen.
(...)
Samenvattend kan worden vastgesteld dat de onderzoeksbevindingen de echtheidshypothese sterker ondersteunen dan de valsheidshypothese.
Onder verwijzing naar de door de rechter in het vonnis (...) geformuleerde vraag, of er nog andere punten zijn, waarvan de rechter kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling van het geschil, merk ik op dat [naam 1] en [naam 2] (waarvan rapporten in het procesdossier, dat de deskundige ter beschikking is gesteld, zijn opgenomen) zich uitlaten over een mogelijk verschil in schrijfdynamiek en over kenmerken die imitatiekenmerken (of hesitatingmarks) genoemd worden.
[naam 1] onderzoekt de betwiste handtekening ten kantore van de notaris, waarbij de vraag rijst of dit onderzoek gedetailleerd genoeg en bijvoorbeeld met behulp van een stereomicroscoop is uitgevoerd. De bevindingen die [naam 1] presenteert, wijzen op het tegendeel. De zogenaamde “hesitatingmarks” zijn veroorzaakt door onregelmatigheden (vouwen c.q. kreukels) in het papieroppervlak. De verdikkingen zijn het gevolg van systeemeigenschappen van een balpen, al dan niet in combinatie met een verhoging van de drukgeving tijdens een omkering in de schrijfbeweging.
Een verschil in schrijfdynamiek houdt in dat de betwiste handtekening blijkbaar een andere (minder goede) schrijfdynamiek toont dan de handtekeningen in het vergelijkingsmateriaal dat [naam 1] voor haar onderzoek ter beschikking had. Dat roept vragen op naar de omvang en de representativiteit van het vergelijkingsmateriaal. In het materiaal dat ondergetekende ter beschikking had, komen ook handtekeningen voor die zich qua schrijfdynamiek niet wezenlijk van de betwiste handtekening onderscheiden.
[naam 2] doet onderzoek aan de hand van scans en stelt dat dit geen invloed heeft gehad op de betrouwbaarheid van het onderzoek. Dit is niet juist. Bij een onderzoek naar de echtheid van een handtekening moet ook het document, waarop de handtekening voorkomt, worden betrokken en het is absoluut noodzakelijk dat de structuur en de kwaliteit van de schrijfsporen, de bewegingssnelheid en –richting, alsmede het variabele verloop van de schrijfdruk met behulp van een stereomicroscoop worden onderzocht.
Bij een scan kunnen alleen kenmerken van algemene aard worden beoordeeld, de microkenmerken die een objectief onderscheid tussen de ontstaanshypothesen “echt” of “nabootsing” mogelijk moeten maken, kunnen bij een scan niet op betrouwbare wijze worden gereconstrueerd. Wanneer een betwiste handtekening niet in de originele vorm voor het onderzoek ter beschikking staat, betekent dit dus dat een echtheidstoetsing aan fundamentele beperkingen onderhevig is.