ECLI:NL:RBGEL:2016:3133
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis na bewijslevering inzake onrechtmatige toestand en bewijsopdracht in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 18 mei 2016 een vonnis gewezen na bewijslevering. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen, aangeduid als eisers en gedaagden, over de verwijdering van een haag en de zichtbaarheid van ramen in een schuur/garage. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de vraag of de eisers misbruik maakten van hun bevoegdheid om de verwijdering van de haag te vorderen. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat de eisers de verwijdering enkel nastreefden om de gedaagden te benadelen. Tevens is er discussie over de toepassing van artikel 5:50 BW, waarbij de gedaagden aanvoeren dat de ramen door de struiken aan het zicht waren onttrokken. De rechtbank oordeelt dat de bewijsopdracht met betrekking tot de ramen te beperkt is geformuleerd en dat er onvoldoende bewijs is dat de ramen gedurende twintig jaar zicht boden op het erf van de gedaagden. De zaak is naar de rol verwezen voor verdere aktewisseling, waarbij de eisers de mogelijkheid hebben om het getuigenverhoor te heropenen. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.