In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, hebben eisers, wonende te Wageningen, een vordering ingesteld tegen H.I.D. BV, een hypotheekadviseur gevestigd te Veenendaal. De eisers hebben H.I.D. aansprakelijk gesteld voor een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht. De procedure begon met een tussenvonnis op 4 maart 2015 en na een comparitie op 19 februari 2016 werd op 18 mei 2016 vonnis gewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op 18 april 2012 een woning hebben gekocht onder voorbehoud van financiering en dat zij H.I.D. hebben ingeschakeld voor advies bij het verkrijgen van de financiering. H.I.D. heeft offertes aangevraagd bij verschillende banken, maar de aanvragen zijn afgewezen. Eisers hebben vervolgens een beroep gedaan op het financieringsvoorbehoud, wat door de verkopers van de woning is geaccepteerd. Later hebben de verkopers van de woning eisers gedagvaard, wat leidde tot een schikking waarbij eisers een bedrag van € 26.500,-- aan de verkopers moesten betalen. Eisers vorderden nu een verklaring voor recht dat H.I.D. tekort is geschoten in haar verplichtingen en vroegen om schadevergoeding van € 36.646,39. De rechtbank oordeelde dat H.I.D. niet tekort is geschoten, omdat de afwijzingen van de financieringsaanvragen niet de oorzaak waren van het geschil tussen eisers en de verkopers. De rechtbank wees de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van H.I.D.