Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 augustus 2015
- het verkort proces-verbaal van descente en van comparitie van 24 maart 2016.
2.De feiten
“(…)
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie
- primair voor recht zal verklaren het bestaan c.q. het ontstaan van de erfdienstbaarheid zoals die is ingeschreven in het kadaster en blijkt uit de akte van 29 mei 1890 in deel 882 nummer 101, verleden op 18 maart 1890 voor notaris R.A.I. Colenbrander ter standplaats [woonplaats] :
- subsidiair voor recht zal verklaren dat in de rechtsverhouding tussen procespartijen en hun rechtsopvolgers onder algemene en bijzondere titel geldt het onverkorte gebruik van de eigenaren en/of gebruikers van het perceel, kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , [kadastrale aanduiding 2] , om via de steeg nummer [kadastrale aanduiding 1] te komen van en te gaan naar het doorgaande deel van de [adres 1] te [woonplaats] , althans dat gebruik overeenkomstig de erfdienstbaarheid blijkens de akte van 29 mei 1890 te benoemen, althans te omschrijven als:
- meer subsidiair voor recht zal verklaren dat het perceel c.q. de weg kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , [kadastrale aanduiding 1] , ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente [woonplaats] , [kadastrale aanduiding 2] , ten laste van de percelen van [eisers] nader te duiden [kadastrale aanduiding 6] , [kadastrale aanduiding 7] , [kadastrale aanduiding 2] , [kadastrale aanduiding 8] , [kadastrale aanduiding 9] , [kadastrale aanduiding 10] , [kadastrale aanduiding 11] , als noodweg heeft te gelden, althans dat perceel alsnog als noodweg aan te wijzen, waarbij in beide gevallen ingevolge artikel 3:27 BW wordt gevorderd de inschrijving in het kadaster en dat het te wijzen vonnis, ingevolge artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de rechtshandeling van [eisers] ,
- met veroordeling van [eisers] in de proceskosten.
5.De beoordeling
in conventie en in reconventie
6.De beslissing
4 mei 2016voor het opgeven door [eisers] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met augustus 2016, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien [eisers] daarom op de onder 6.3. bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [eisers] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,
FORMULIER DATUMBEPALING