ECLI:NL:RBGEL:2016:3037

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 mei 2016
Publicatiedatum
7 juni 2016
Zaaknummer
05/740479-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik via webcam en bedreiging van slachtoffers

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende meerdere jaren schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van verschillende jonge vrouwen. De verdachte maakte gebruik van datingsites om contact te leggen met zijn slachtoffers, waarbij hij zich voordeed als iemand anders. Hij dwong deze vrouwen tot het verrichten van ontuchtige handelingen voor de webcam, onder dreiging dat hij naaktbeelden van hen zou verspreiden naar hun familie en vrienden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, waarbij hij gebruik maakte van bedreiging en dwang. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en moet immateriële schadevergoedingen betalen aan twee slachtoffers. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook rekening gehouden met de psychologische toestand van de verdachte, die licht verminderd toerekeningsvatbaar is bevonden. De rechtbank benadrukt de ernst van de feiten en de impact die deze hebben gehad op de slachtoffers, en heeft besloten tot een straf die recht doet aan de gepleegde delicten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740479-15
Datum uitspraak : 31 mei 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in PI Overijssel, HvB Karelskamp te Almelo.
raadsvrouw : mr. K.A. Kieft, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
17 november 2015, 9 februari 2016, 5 april 2016 en 17 mei 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 04 november 2014 te Harderwijk en/of te Doornspijk, in
ieder geval in Nederland,
door bedreiging met één of meer feitelijkheden,
een persoon, te weten, [slachtoffer 1] , heeft gedwongen tot het plegen van één of
meer ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 1] , haar borsten ontbloot en
betast,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 1] voor verdachte
zichtbaar waren,
die bedreiging met één of meer feitelijkheden er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes)
die hij heimelijk van haar had vastgelegd, naar haar familie en/of kennissen
zou sturen en/of via internet zou verspreiden, indien die [slachtoffer 1] niet zou
doen wat hij haar vroeg en/of zou weigeren genoemde of andere ontuchtige
handelingen te plegen;
art 246 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op (meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 4 november 2014
tot en met 5 november 2014, te Harderwijk en/of te Doornspijk, in ieder geval
in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging
met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 1] , te dwingen
tot het plegen van één of meer ontuchtige handelingen (die dan voor verdachte
via de webcam van die [slachtoffer 1] zichtbaar zouden zijn),
die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten, (deels)
ontkleed, althans met ontblote borsten, voor haar webcam diende te verschijnen
omdat hij anders één of meer naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes) die hij
zei van haar te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen en/of
zou verspreiden onder haar vrienden en kennissen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 246 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op (meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 4 mei 2012 tot en
met 19 januari 2013 te Harderwijk en/of te Nijverdal, in ieder geval in
Nederlanddoor bedreiging met één of meer feitelijkheden,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige
handelingen, immers heeft die [slachtoffer 2] ,
- haar borsten en/of haar vagina betast en/of zichzelf gevingerd en/of
- een handvat van een haarborstel en/of een vibrator en/of een elektrische
tandenborstel, in ieder geval een voorwerp in haar vagina ingebracht en/of
- een vibrator in haar anus ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 2] voor
verdachte zichtbaar waren,
die bedreiging met die één of meer andere feitelijkheden er in bestaande dat
verdachte
- aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 2] is voorbijgegaan en/of
- die [slachtoffer 2] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of films)
die hij heimelijk van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, via internet,
zou verspreiden indien zij zou weigeren genoemde ontuchtige handelingen te
plegen;
art 246 Wetboek van Strafrecht
4.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 4 mei 2012 tot en
met 19 januari 2013 te Harderwijk en/of te Nijverdal, in ieder geval in
Nederland,
met [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 2] , die de leeftijd van zestien jaren
niet had bereikt,
buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft die [slachtoffer 2] ,
- haar borsten en/of haar vagina betast en/of zichzelf gevingerd en/of
- een handvat va tandenborstel, in ieder geval een voorwerp in haar vagina ingebracht en/of
- een vibrator in haar anus ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 2] voor
verdachte zichtbaar waren;
art 247 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op (meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015
tot en met 11 augustus 2015, te Harderwijk en/of te Zwolle, in ieder geval in
Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging
met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 3] , te dwingen
tot het plegen van één of meer ontuchtige handelingen (die dan voor verdachte
via de webcam van die [slachtoffer 3] zichtbaar zouden zijn),
die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten,
(deels) ontkleed voor haar webcam diende te verschijnen omdat hij anders één
of meer naaktafbeeldingen (seksfilmpjes) die hij zei van haar te hebben
vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen en/of zou verspreiden onder
haar vrienden en kennissen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 246 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 01 september
2013 tot en met 17 april 2014 te Harderwijk en/of Kampen, in ieder geval in
Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging
met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 4] , te dwingen
tot het plegen van één of meer ontuchtige handelingen (welke voor verdachte
via de webcam van die [slachtoffer 4] zichtbaar zouden zijn),
die [slachtoffer 4] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten,
(deels) ontkleed voor haar webcam diende te verschijnen omdat hij anders één
of meer naaktafbeeldingen (foto's en filmpjes) die hij zei van haar te hebben
vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 246 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 17 oktober 2013
tot en met 21 november 2013 te Harderwijk en/of Sittard, in ieder geval in
Nederland,
door bedreiging met een feitelijkheid,
[slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige
handelingen, immers heeft die [slachtoffer 5]
- haar onderlichaam ontbloot en/of haar benen gespreid en/of
- haar vagina betast en/of zichzelf gevingerd en/of
- een handvat van een haarborstel en/of een deodorantbus, in ieder geval een
voorwerp, in haar vagina ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 5] voor verdachte
zichtbaar waren,
die bedreiging met een feitelijkheid er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de verbale protesten van die [slachtoffer 5] en/of
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of
filmpjes) die hij heimelijk van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, op
internet zou zetten indien die [slachtoffer 5] zou weigeren genoemde ontuchtige
handelingen te plegen;
art 246 Wetboek van Strafrecht
8.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 30 mei 2013 tot
en met 23 oktober 2013 te Harderwijk en/of te Duffel, in ieder geval in
Nederland en/of België,
door bedreiging met één of meer feitelijkheden,
een persoon, te weten [slachtoffer 6] , heeft gedwongen tot het plegen van een
of meer ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 6]
- naakt voor haar webcam gezeten en/of
- haar vagina betast en/of zichzelf gevingerd en/of een voorwerp in haar
vagina ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 6] voor
verdachte zichtbaar waren,
die bedreiging met een feitelijkheid er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 6] en/of
- die [slachtoffer 6] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of
filmpjes) die hij heimelijk van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, op
internet zou zetten indien die [slachtoffer 6] zou weigeren genoemde ontuchtige
handelingen te plegen;
art 246 Wetboek van Strafrecht
9.
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2012 tot en met 17 augustus
2015, te Harderwijk, in elk geval in Nederland,
(in totaal) 81, althans een aantal, afbeeldingen/multimediafiles (te weten
foto's en/of filmfragmenten),
danwel enkele gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/multimediafiles (te
weten een Samsung GT-I 9070 GSM en/of een Samsung Notebook R 510 en/of een
Toshiba Notebook P 870 en/of een externe harddisk),
in zijn bezit heeft gehad en/of die afbeeldingen/multimediafiles heeft
vervaardigd en/of verworven en/of verspreid en/of zich daartoe door middel van
een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft,
zijnde afbeeldingen van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij een
persoon nog niet had bereikt, te weten
- [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 2] en/of
- [slachtoffer 6] , geboortedatum [geboortedatum 3] en/of
- [slachtoffer 7] , geboortedatum [geboortedatum 4]
en/of een viertal, in ieder geval een aantal onbekende minderjarige meisjes,
en waarbij de voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
A.) het vaginaal en/of anaal penetreren (met een vinger en/of een voorwerp)
van het lichaam van een minderjarige door diezelfde minderjarige;
- waaronder een filmpje genaamd 'snapshotsaver_video_20140827_011520.mp4.
nomedia' waarin die [slachtoffer 2] zichtbaar is (nr. 3 in de toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd '20120504_0337_055.avi' waarin die [slachtoffer 2]
zichtbaar is (nrs. 5 en 6 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd 'vingeren.avi' waarin die [slachtoffer 6] zichtbaar
is (nrs. 10 en 11 toonmap);
en/of
B.) het met één of meer vingers en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van
de vagina en/of de borsten van een minderjarige door diezelfde minderjarige;
- waaronder een filmpje genaamd 'vingeren.avi' waarin die [slachtoffer 2] zichtbaar is
(nr. 2 toonmap);
- waaronder een foto genaamd 'DSC04023.JPG' waarop die [slachtoffer 6] zichtbaar is
(nr. 9 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd 'Blondje.avi' waarin die [slachtoffer 8] zichtbaar is
(nr. 13 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd ' [slachtoffer 7] .avi' waarin die [slachtoffer 8] zichtbaar is
(nr. 14 toonmap);
waarbij de afbeeldingen (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
hebben en/of strekken tot seksuele prikkeling,
terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. In het door hem ter zitting overgelegde en voorgedragen schriftelijk requisitoir heeft hij de door hem gebezigde bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft het standpunt van de verdediging toegelicht aan de hand van haar – aan het proces-verbaal gehechte - pleitnotities.
Beoordeling door de rechtbank [1]
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde.
De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend.
Feiten 1 en 2:
Door [slachtoffer 1] is aangifte gedaan. In deze aangifte heeft [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven, onder meer verklaard dat zij chatcontact had met een persoon die zich ‘ [naam 1] ’ (hierna: ‘ [naam 1] ’) noemt en waarbij zij voor de webcam en voor hem zichtbaar seksuele handelingen heeft verricht. Op 4 november 2014 in de ochtend nam ‘ [naam 1] ’ via Skype weer contact op met aangeefster, die in haar woning in Doornspijk verbleef, om te cyberseksen. Hij vroeg aangeefster daarna dwingend om ’s middags weer voor de webcam te verschijnen. Als aangeefster aangeeft dat dit niet gaat lukken, zegt hij: “je moet terugkomen vanmiddag, want ik heb alles opgenomen en anders stuur ik het naar je familie en vrienden. Via chat….”.
Aangeefster had nooit toestemming gegeven voor het opnemen van de Skype-gesprekken.
‘ [naam 1] ’ heeft later die dag een foto aan aangeefster verstuurd om te bewijzen dat hij alles had opgenomen en bewaard. Aangeefster zag direct dat dit een foto betrof van die ochtend. Te zien waren aangeefsters gezicht, borsten en blote vagina.
Om ‘ [naam 1] ’ tevreden te stellen heeft aangeefster na dit dreigement tegen haar zin voor de webcam en voor hem zichtbaar haar blote borsten laten zien en die vervolgens ook betast. Aangeefster heeft direct hierna aangegeven dat ze dit niet meer wilde. ‘ [naam 1] ’ bleef echter maar vragen naar meer. Hij zei dat hij aangeefsters facebook had gezien, dat hij wist dat aangeefsters man kaal was en dat hij [naam 2] heette en ook dat hij het vanavond naar haar familie en naar haar man zou sturen. [2]
Aangeefster kreeg van ‘ [naam 1] ’ te horen dat ze tot 5 november 2014 16.00 uur de tijd had om meer te doen voor de webcam of anders zou hij alles naar haar familie versturen. In de tijd van die deadline heeft aangeefster hem haar ontblote borsten laten zien. [3]
Daarna heeft ‘ [naam 1] ’ nog een aantal berichten [4] gestuurd, maar aangeefster heeft hier niet meer op gereageerd. In deze berichten stond onder andere dat hij de foto’s/filmpjes naar familieleden had verzonden en dat hij de filmpjes had geüpload naar Youporne en Torenz. [5]
In het proces-verbaal van bevindingen staat onder meer gerelateerd, zakelijk weergegeven, dat verbalisant [verbalisant] naar aanleiding van de aangifte van [slachtoffer 1] eerder die dag en de door haar genoemde deadline (tot 16.00 uur die dag) zich in de woning van aangeefster bevindt. Verbalisant ziet dat aangeefster rond 16.00 uur die dag (5 november 2014) via haar Skype account contact opneemt met ‘ [naam 1] ’. Verbalisant ziet in het beeld van de telefoon een manspersoon verschijnen . De man praat niet, maar stuurt alleen berichten via de chat. Verbalisant ziet dan een bericht in het scherm van aangeefster verschijnen waarin staat: “Lig je al goed? Zeg ga is liggen dan. Doe je ding en zeur niet!!! Okay wat jij wil doeiii.” Dan wordt de videoverbinding door ‘ [naam 1] ’ verbroken . Dan ziet verbalisant het volgende bericht verschijnen in het scherm:” Je hebt kans gehad. Kom je nog wel achter. Ga nu eerst foto’s sturen naar iedereen die je kent en als ze willen mogen ze ook je video’s zien.” [6]
De verdachte heeft, zakelijk weergegeven, onder meer verklaard dat hij aangeefster in november 2014 via de site Badoo heeft leren kennen en dat ze met elkaar hebben gechat. Aangeefster had wel eens de camera aan. Verdachte geeft aan dat hij een programma heeft om camerabeelden te bewaren, dat is Bandycam (fon.). Hij heeft dit programma geïnstalleerd om beelden en chats terug te kijken. [7] Verdachte bewaart dingen die hij op het scherm ziet. Verdachte weet niet of aangeefster daarvan wist; hij heeft het daarover in ieder geval niet met haar gehad. Verdachte geeft toe dat er erotisch contact was tussen hen. Desgevraagd zegt hij dat misschien 1 chatsessie uit de klauwen is gelopen; hij was misschien wel boos of hij had gedronken. [8]
In de woning van verdachte zijn diverse gegevensdragers aangetroffen, Deze gegevensdragers zijn in beslag genomen en onderzocht op informatie die betrekking heeft op het contact tussen aangeefster en verdachte. Daarbij zijn databasebestanden met chatgesprekken en videobestanden gevonden. Op de videobestanden is te zien dat aangeefster seksuele handelingen met zichzelf verricht. [9]
Ter terechtzitting heeft verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer verklaard, dat in het algemeen klopt wat hem verweten wordt, maar dat hij zich de personen niet meer goed kan herinneren. Het zou ook kunnen dat hij beelden heeft bewaard die hem werden toegezonden via Snapchat of Skype. Ook heeft verdachte verklaard dat hij er herinneringen aan heeft dat hij vrouwen bedreigd heeft en dat hij, indien zij geen seksuele handelingen zouden verrichten, de foto’s van hen op het internet zou zetten. Verder heeft verdachte verklaard dat hij wel eens de naam “ [naam 1] ” heeft gebruikt.
De rechtbank leidt uit deze bewijsmiddelen af, dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten, te weten een poging tot en feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat zich in het dossier geen objectief steunbewijs bevindt voor de aangifte van [slachtoffer 1] , aangezien zich in het dossier enkel de chatgesprekken tussen verdachte en [naam 2] bevinden en het [slachtoffer 1] is die officieel aangifte heeft gedaan van feitelijke aanranding.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier genoegzaam is gebleken dat [slachtoffer 1] en
[naam 2] één en dezelfde persoon zijn, aangezien aangeefster op haar account van Badoo had aangegeven dat ze getrouwd is. Op het moment dat beiden gingen chatten, te weten
2 november 2014, was verdachte dus op de hoogte van haar huwelijkse staat. [10] Dat verdachte hiervan op de hoogte was blijkt ook uit een chatgesprek die hij met aangeefster had. In dit chatgesprek heeft verdachte aangegeven dat hij weet dat aangeefsters man kaal is en dat hij ook weet dat haar man [naam 2] van de achternaam heet. [11] Daarnaast heeft verdachte tijdens een chatgesprek met aangeefster opgemerkt: “ Jawel, zeg ik toch [slachtoffer 1] ” [12] en staat bovendien in de aangifte vermeld dat aangeefster getrouwd is. [13]
De rechtbank verwerpt dit verweer.
De raadsvrouw heeft voorts betoogd dat uit het dossier niet kan worden afgeleid dat sprake is van een voltooid delict nu uit het proces-verbaal van bevindingen niet gebleken is dat
[slachtoffer 1] daadwerkelijke seksuele handelingen heeft verricht nádat verdachte haar onder druk zou hebben gezet.
De rechtbank verwerpt ook dit verweer. De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier duidelijk is gebleken dat aangeefster, nádat ze onder druk is gezet door verdachte, seksuele handelingen bij zichzelf heeft verricht en verwijst naar de volgende passage uit de aangifte: “V: Wat voor seksuele handelingen heb jij nog gedaan op verzoek van hem, vanaf dat jij wist dat hij je had opgenomen? A: Alleen mijn blote borsten, die heb ik ook aangeraakt voor hem. Ik deed dit om hem nog een beetje tevreden te kunnen stellen, zodat hij niet die beelden door zou sturen. Daar was ik superbang voor.” [14]
En voorts uit de passage: “Dus onder dwang heb jij je borsten laten zien? A: Ja dat klopt.” [15]
Feiten 3 en 4
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de aangifte door [slachtoffer 2] ; [16]
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] ; [17]
- de (bekennende) verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode inzake feit 3 is de rechtbank – met de raadsvrouw – van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode 4 mei 2012 tot en met 7 december 2012, zoals deze is ten laste gelegd. Uit het dossier is namelijk gebleken dat het contact in de eerste chat-periode vrijwillig was en dat niet gebleken is van enige dwang of druk. Verdachte heeft eerst op 8 december 2012 gedreigd de films van aangeefster online te zetten.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode inzake feit 4 is de rechtbank – met de raadsvrouw – van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode 4 mei 2012 tot en met 12 oktober 2012, zoals deze is ten laste gelegd, aangezien het dossier enkel chatverslagen tussen verdachte en [slachtoffer 2] vanaf 13 oktober 2012 bevat.
Feit 5
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de aangifte door [slachtoffer 3] ; [18]
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 3] ; [19]
- de (bekennende) verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Feit 6
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de aangifte door [slachtoffer 4] ; [20]
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 4] ; [21]
- de (bekennende) verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode is de rechtbank – met de raadsvrouw – van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode 1 september 2013 tot en met 16 april 2014, zoals deze is ten laste gelegd, nu uit het dossier gebleken is dat er pas eerst op 17 april 2014 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer 4] waarin verdachte dreigt om filmpjes van haar op internet te zetten.
Feit 7
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de aangifte door [slachtoffer 5] ; [22]
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 5] ; [23]
- de (bekennende) verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode is de rechtbank – met de raadsvrouw – van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode 17 oktober 2013 tot en met 18 november 2013 en van de periode 20 november 2013 tot en met 21 november 2013, zoals deze is ten laste gelegd, nu uit het dossier gebleken is dat er pas eerst op 19 november 2013 een gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 5] plaats heeft gevonden waarin verdachte dreigt haar filmpjes op internet te zetten. Gebleken is ook dat er na 19 november 2013 geen relevant contact meer is geweest tussen verdachte en [slachtoffer 5] .
Feit 8
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de aangifte door [slachtoffer 6] ; [24]
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 6] ; [25]
- de (bekennende) verklaring van verdachte ter terechtzitting.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode is de rechtbank – met de raadsvrouw – van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode 30 mei 2013 tot en met 8 september 2013, zoals deze is ten laste gelegd, nu uit het dossier gebleken is dat er pas eerst op 9 september 2013 een gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 6] heeft plaatsgevonden waarin verdachte dreigt haar filmpjes op internet te zetten.
Feit 9
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, te weten:
- de kennisgeving van inbeslagname; [26]
- het proces-verbaal van bevindingen inzake overdragen digitale gegevensdragers; [27]
- het proces-verbaal van bevindingen beschrijving kinderpornografisch materiaal. [28]
De rechtbank is – met de raadsvrouw – van oordeel dat onvoldoende bewijs in het dossier is voor het ten laste gelegde verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank zal verdachte derhalve van dit onderdeel vrijspreken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 04 november 2014 te Harderwijk en/of te Doornspijk, door bedreiging met één of meer feitelijkheden, een persoon, te weten, [slachtoffer 1] , heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 1] , haar borsten ontbloot en betast, terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 1] voor verdachte zichtbaar waren, die bedreiging met één of meer feitelijkheden er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 1] en
- die [slachtoffer 1] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes) die hij
heimelijk van haar had vastgelegd, naar haar familie en/of kennissen zou sturen en via
internet zou verspreiden, indien die [slachtoffer 1] niet zou doen wat hij haar vroeg en zou
weigeren genoemde of andere ontuchtige handelingen te plegen;
2.
hij op (meerdere tijdstippen) in de periode van 4 november 2014 tot en met 5 november 2014, te Harderwijk en/of te Doornspijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 1] , te dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen (die dan voor verdachte via de webcam van die [slachtoffer 1] zichtbaar zouden zijn), die [slachtoffer 1] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten, met ontblote borsten, voor haar webcam diende te verschijnen omdat hij anders naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes) die hij zei van haar te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen en zou verspreiden onder haar vrienden en kennissen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op (meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 8 december 2012 tot en
met 19 januari 2013 te Harderwijk en/of te Nijverdal, door bedreiging met één of meer feitelijkheden, [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 2] ,
- haar borsten en haar vagina betast en zichzelf gevingerd en
- een handvat van een haarborstel en een vibrator en een elektrische tandenborstel, in haar
vagina ingebracht en
- een vibrator in haar anus ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 2] voor
verdachte zichtbaar waren, die bedreiging met die één of meer andere feitelijkheden er in bestaande dat verdachte
- aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 2] is voorbijgegaan en
- die [slachtoffer 2] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of films) die hij heimelijk
van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, via internet, zou verspreiden indien zij zou
weigeren genoemde ontuchtige handelingen te plegen;
4.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 13 oktober 2012 tot en
met 19 januari 2013 te Harderwijk en/of te Nijverdal, met [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 2] , die de leeftijd van zestien jaren niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft die [slachtoffer 2] ,
- haar borsten en haar vagina betast en zichzelf gevingerd en
- een handvat van een tandenborstel in haar vagina ingebracht en
- een vibrator in haar anus ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 2] voor verdachte zichtbaar waren;
5.
hij op (meerdere tijdstippen) in de periode van 1 augustus 2015 tot en met 11 augustus 2015, te Harderwijk en/of te Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 3] , te dwingen tot het plegen van één of meer ontuchtige handelingen (die dan voor verdachte
via de webcam van die [slachtoffer 3] zichtbaar zouden zijn), die [slachtoffer 3] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten, (deels) ontkleed voor haar webcam diende te verschijnen omdat hij anders één of meer naaktafbeeldingen (seksfilmpjes) die hij zei van haar te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen en zou verspreiden onder
haar vrienden en kennissen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij (op meerdere tijdstippen) op 17 april 2014 te Harderwijk en/of Kampen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door bedreiging met één of meer feitelijkheden een persoon, te weten [slachtoffer 4] , te dwingen tot het plegen van één of meer ontuchtige handelingen (welke voor verdachte via de webcam van die [slachtoffer 4] zichtbaar zouden zijn), die [slachtoffer 4] heeft voorgehouden dat zij, ondanks haar verbale protesten, (deels) ontkleed voor haar webcam diende te verschijnen omdat hij anders één of meer naaktafbeeldingen (foto's en filmpjes) die hij zei van haar te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou plaatsen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij (op meerdere tijdstippen) op 19 november 2013 te Harderwijk en/of Sittard, door bedreiging met een feitelijkheid, [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 5]
- haar onderlichaam ontbloot en haar benen gespreid en
- haar vagina betast en zichzelf gevingerd en
- een handvat van een haarborstel en een deodorantbus, in haar vagina ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 5] voor verdachte
zichtbaar waren, die bedreiging met een feitelijkheid er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de verbale protesten van die [slachtoffer 5] en
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes) die hij
heimelijk van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou zetten indien die
[slachtoffer 5] zou weigeren genoemde ontuchtige handelingen te plegen;
8.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 9 september 2013 tot
en met 23 oktober 2013 te Harderwijk en/of te Duffel, door bedreiging met één of meer feitelijkheden, een persoon, te weten [slachtoffer 6] , heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, immers heeft die [slachtoffer 6]
- naakt voor haar webcam gezeten en
- haar vagina betast en zichzelf gevingerd en een voorwerp in haar vagina ingebracht,
terwijl deze ontuchtige handelingen via de webcam van die [slachtoffer 6] voor
verdachte zichtbaar waren, die bedreiging met een feitelijkheid er in bestaande dat verdachte
- voorbij is gegaan aan de (verbale) protesten van die [slachtoffer 6] en
- die [slachtoffer 6] heeft aangegeven dat hij naaktafbeeldingen (foto's en/of filmpjes) die hij
heimelijk van haar zei te hebben vastgelegd en bewaard, op internet zou zetten indien die
[slachtoffer 6] zou weigeren genoemde ontuchtige handelingen te plegen;
9.
hij in de periode van 13 oktober 2012 tot en met 17 augustus 2015, te Harderwijk, (in totaal) 81 afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto's en/of filmfragmenten), danwel enkele gegevensdragers bevattende die afbeeldingen/multimediafiles (te weten een Samsung GT-I 9070 GSM en een Samsung Notebook R 510 en een Toshiba Notebook P 870 en een externe harddisk), in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, zijnde afbeeldingen van (telkens) seksuele gedragingen waarbij een persoon nog niet had bereikt, te weten
- [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 2] en
- [slachtoffer 6] , geboortedatum [geboortedatum 3] en
- [slachtoffer 7] , geboortedatum [geboortedatum 4]
en een viertal onbekende minderjarige meisjes, en waarbij de voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
A.) het vaginaal en anaal penetreren (met een vinger en/of een voorwerp) van het lichaam van een minderjarige door diezelfde minderjarige;
- waaronder een filmpje genaamd 'snapshotsaver_video_20140827_011520.mp4.
nomedia' waarin die [slachtoffer 2] zichtbaar is (nr. 3 in de toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd '20120504_0337_055.avi' waarin die [slachtoffer 2]
zichtbaar is (nrs. 5 en 6 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd 'vingeren.avi' waarin die [slachtoffer 6] zichtbaar
is (nrs. 10 en 11 toonmap);
en
B.) het met één of meer vingers en een voorwerp betasten en aanraken van
de vagina en/of de borsten van een minderjarige door diezelfde minderjarige;
- waaronder een filmpje genaamd 'vingeren.avi' waarin die [slachtoffer 2] zichtbaar is
(nr. 2 toonmap);
- waaronder een foto genaamd 'DSC04023.JPG' waarop die [slachtoffer 6] zichtbaar is
(nr. 9 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd 'Blondje.avi' waarin die [slachtoffer 8] zichtbaar is
(nr. 13 toonmap);
- waaronder een filmpje genaamd ' [slachtoffer 7] .avi' waarin die [slachtoffer 8] zichtbaar is
(nr. 14 toonmap);
waarbij de afbeeldingen (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
hebben en strekken tot seksuele prikkeling, terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 2
Poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 3
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 4
Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 5
Poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 6
Poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 7
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 8
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Feit 9
Een afbeelding bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Op 13 november 2015 is door M. Kemink, psycholoog/NRGD, een rapport opgemaakt omtrent de persoon van verdachte. De psycholoog concludeert dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens waarbij er ernstige problemen zijn met betrekking tot gebrek aan empathisch vermogen, een gemis aan besef van eigen drijfveren, beperkingen en gevoelens, en een sterk egocentrische gerichtheid. Naast onzekerheid en angst voor anderen, maakt dit dat betrokkene met forse beperkingen in sociale vaardigheden en coping vastloopt op meerdere levensgebieden. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en ontwijkende kenmerken.
Gezien de beperkte medewerking en de nog nader te onderzoeken eventuele psychische problemen zoals seksuele parafilieën, kan niet worden aangegeven op welke wijze dat gebeurde. Wel kan gezegd worden dat door de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens voor zover die nu bekend is, betrokkene weinig besef heeft van grenzen binnen sociaal verkeer en dat hij weinig besef en empathisch vermogen heeft om zicht te hebben op eigen gedragingen en hetgeen dat teweeg brengt bij anderen. De toerekeningsvatbaarheid ligt hoogstwaarschijnlijk tussen licht verminderd en verminderd toerekeningsvatbaar.
Met de conclusie van dit rapport, te weten dat verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde
licht verminderd toerekeningsvatbaarmoet worden geacht, kan de rechtbank zich verenigen.
Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar waarvan 1 jaar
voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden als gesteld in het reclasseringsrapport d.d. 9 december 2015.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich ten aanzien van de strafmaat op het standpunt gesteld dat bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden met het feit dat ten aanzien van de feiten 1, 2 en 7 sprake is van handelen in strijd met de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, dat ten aanzien van de feiten 1 en 2 het Informatief Gesprek ontbreekt en dat de aangifte van [slachtoffer 1] op verzoek van de politie is gedaan.
Voorts heeft de raadsvrouw ten aanzien van de strafmaat opgemerkt dat rekening moet worden gehouden met het feit dat verdachte een first offender is die inmiddels 9 maanden in voorlopige hechtenis zit.
De raadsvrouw heeft daarnaast opgemerkt dat rekening moet worden gehouden met het gegeven dat de feiten waarvoor verdachte terecht staat, oude feiten betreffen; de oudste feiten dateren uit 2012, inmiddels 4 jaar geleden.
Tot slot heeft de raadsvrouw opgemerkt dat verdachte gedurende het onderzoek altijd open heeft gestaan voor behandeling/begeleiding van een FPK. Gedurende het onderzoek heeft de verdediging de rechtbank een aantal keer verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen onder de voorwaarde dat verdachte wordt opgenomen in een FPK. Echter, deze verzoeken zijn tot grote teleurstelling van verdachte, telkens afgewezen door de rechtbank. Verdachte is nog steeds bereid begeleiding en behandeling te ondergaan, maar geeft er nu de voorkeur aan dit te ondergaan in een ambulant kader, aldus de raadsvrouw. Verdachte kan dan zelf een woning en werk regelen en is bereid zich te houden aan alle aanwijzingen die hem in dit kader worden gegeven.
Primair verzoekt de verdediging om verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, gecombineerd met een voorwaardelijk deel, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling bij De Waag, waarbij de proeftijd op 3 jaar gesteld mag worden.
Indien de rechtbank behandeling in een ambulant kader ‘te licht’ vindt, verzoekt de verdediging verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, gecombineerd met een voorwaardelijk deel, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte wordt geplaatst in een FPK voor maximaal 1 jaar met reclasseringstoezicht en een eventueel verlengde proeftijd.
Tot slot heeft de raadvrouw verzocht de in beslag genomen goederen te retourneren aan de verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 9 mei 2016;
- een Pro Justitia rapport van M. Kemink, psycholoog/NRGD, gedateerd 13 november 2015;
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 9 december 2015.
De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze gedurende een lange periode van meerdere jaren schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van meerdere (jonge) vrouwen. Verdachte maakte telkens (onder een andere naam en met een profielfoto van een andere en jongere man) contact via diverse datingsites en dwong deze vrouwen vervolgens tot het plegen van ontuchtige handelingen voor de webcam. Verdachte heeft op bijzonder ingrijpende wijze misbruik gemaakt van de machtspositie die hij telkens op slinkse en verwerpelijke wijze wist te verwerven. Door zijn handelen heeft verdacht grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke en de geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Zedendelicten zijn veel al schokkende feiten met een zeer grote impact voor de slachtoffers. In dit geval is dat niet anders. De feiten zijn zeer schrijnend en de zeer dwingende en bedreigende toon die verdachte telkens heeft gebezigd, heeft op de slachtoffers grote indruk gemaakt. Verdachte is meedogenloos te werk gegaan, was ongevoelig voor smeekbedes van de slachtoffers en toonde zodoende geen enkel respect voor de medemens. Dit blijkt ook uit de slachtofferverklaringen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte, heeft de rechtbank gelet op het uittreksel uit het justitiële documentatieregister, waaruit blijkt dat verdachte een first offender is.
De rechtbank heeft verder, zoals hiervoor al is overwogen, kennis genomen van het rapport van psycholoog/NRGD Kemink van 13 november 2015, waaruit naar voren komt dat de recidive kans hoog wordt ingeschat omdat verdachte nog steeds weinig besef lijkt te hebben van hetgeen hij heeft gedaan. Daarbij is het moeilijke contact en het moeilijk tot samenwerken komen met de hulpverlening ook risico verhogend. De volgende factoren vergroten de recidief kans: gebrek aan empathie, gemis aan ziekte-inzicht en ziektebesef betreffende verdachtes sociale onvermogen, gemis aan wederkerigheid en onvermogen tot samenwerken. Tevens is er de neiging zaken voor anderen te verbloemen en is er geen inzicht in het overschrijden van andermans grenzen en in zijn eigen vijandigheid. De beperkingen van verdachte zijn dusdanig dat zij middels een ambulante behandeling onvoldoende te beïnvloeden zijn, waardoor klinische behandeling en klinische onderzoek aangewezen zijn om meer zicht en grip op verdachte te krijgen en aan de andere kant, verdachte vervolgens meer grip op zichzelf. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijke) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde een forensisch klinische behandeling op een zedenafdeling, waarbij klinisch onderzoek de eerste stap van de klinische behandeling is.
De rechtbank heeft verder in ogenschouw genomen voornoemd rapport van de reclassering van 9 december 2015. De reclassering kan zich vinden in het advies van psycholoog Kemink en sluit zich hierbij aan.
De rechtbank heeft tot slot in aanmerking genomen dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar is en gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS inzake feiten, soortgelijk aan de bewezenverklaarde feiten.
Alles overwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden is. De proeftijd zal worden gesteld op 3 jaar. De rechtbank overweegt dat deze straf recht doet aan de ernst van de feiten en de overige omstandigheden van het geval, die maken dat tot een lagere strafoplegging wordt overgegaan dan door de officier van justitie geëist. Aan het voorwaardelijk strafdeel zullen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden, omdat de rechtbank het in het belang van verdachte acht dat hij hulp krijgt en klinisch wordt behandeld om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen.
Ten aanzien van het door de raadsvrouw opgeworpen strafmaatverweer dat ten aanzien van de feiten 1, 2 en 7 sprake is van handelen in strijd met de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, overweegt de rechtbank dat, voor zover er al een norm zou zijn overschreden, niet aannemelijk is geworden dat het belang van verdachte is geschaad.
Ten aanzien van het strafmaatverweer van de raadsvrouw te weten dat de aangifte van [slachtoffer 1] op verzoek van de politie is gedaan, overweegt de rechtbank dat het klopt dat [slachtoffer 1] op verzoek van de politie aangifte heeft gedaan, maar dat er geen rechtsregels zijn die zich daartegen verzetten.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij
[slachtoffer 2]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 3 en 4 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.200,-.
De benadeelde partij
[slachtoffer 3]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 5 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 800,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van deze benadeelde partijen geheel toe te wijzen tot de gevorderde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente en met toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen op het standpunt gesteld dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij
[slachtoffer 2]als gevolg van het hierboven onder punt 3 en 4 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van
€ 1.200,-, voor welk bedrag verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank zal tevens de wettelijke rente over genoemde schade toewijzen met ingang van 13 oktober 2012, zijnde het moment waarop het schadeveroorzakend feit is gestart, tot de dag der algehele voldoening.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij
[slachtoffer 3]als gevolg van het hierboven onder punt 3 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van
€ 800,-, voor welk bedrag verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank zal tevens de wettelijke rente over genoemde schade toewijzen met ingang van 1 augustus 2015, zijnde het moment waarop het schadeveroorzakend feit is gestart, tot de dag der algehele voldoening.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de toe te wijzen bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
7b. De beoordeling van de in beslag genomen goederen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 33, 33a, 36f, 45, 57, 240b, 246 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
1 (één) jaar,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden algemene en bijzondere voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
 legt als
algemenevoorwaarden op dat de veroordeelde:
  • zich moet zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet hij zich gedurende door de Reclassering Nederland bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze periode nodig acht;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan
het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
 legt als
bijzonderevoorwaarden op dat de veroordeelde:
- verplicht wordt om op basis van de door het NIPF-IFZ afgegeven indicatiestelling zich te laten opnemen in een intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feiten 3 en 4 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 1.200,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2012 tot de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] , een bedrag
te betalen van € 1.200,-, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 24 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 5 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 3], van een bedrag van
€ 800,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2015 tot de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , een bedrag
te betalen van € 800,-, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 16 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de volgende in beslag genomen goederen, te weten:
  • 1 telefoontoestel, SAMSUNG GT-19070;
  • 1 computer, NOTEBOOK SAMSUNG Np-R510;
  • 1 computer, NOTEBOOK Toshiba P870-32c.
Dit vonnis is gegeven door mr. S.A. van Hoof (voorzitter), mr. D.S.M. Bak en mr. N.K. van den Dungen, rechters, in tegenwoordigheid van E.T. Vriezekolk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 mei 2016.
Mr. S.A. van Hoof en mr. N.K. van den Dungen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland,
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 31 - 32 en pag. 46 en 48 1e alinea
3.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 31 – 32 en pag. 47
4.Schermafbeeldingen van de chatgesprekken tussen verdachte en aangeefster, pag. 35 – 40 en pag.
5.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 47 - 48
6.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] , pag. 34
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 110
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 111
9.Proces-verbaal van onderzoek van gegevensdragers, pag 211-213
10.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 31
11.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 46
12.Schermafbeelding van een chatgesprek tussen verdachte en aangeefster, pag. 117
13.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 41
14.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 46
15.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pag. 47 en 48
16.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , pag. 171 - 174
17.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het chatgesprek tussen verdachte en
18.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , pag. 193 - 195
19.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van de chatgesprekken tussen verdachte en
20.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , pag. 203 - 206
21.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het chatgesprek tussen verdachte en
22.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , pag. 212 - 215
23.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het chatgesprek tussen verdachte en
24.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] , pag. 260 - 265
25.Proces-verbaal van bevindingen betreffende een samenvatting van het chatgesprek tussen verdachte en
26.Kennisgeving van inbeslagname, pag. 131 - 132
27.Proces-verbaal van bevindingen inzake overdragen digitale gegevensdragers, map 2, 3-20 tot 3-21
28.Proces-verbaal van bevindingen beschrijving kinderpornografisch materiaal, map 2, 3-1 tot 3-19