ECLI:NL:RBGEL:2016:2983

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 juni 2016
Publicatiedatum
3 juni 2016
Zaaknummer
05/881536-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot afpersing en verkrachting, maar bewezen bedreiging met gevangenisstraf

Op 3 juni 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 58-jarige man uit Aalten, die werd beschuldigd van poging tot afpersing en verkrachting van een vrouw. De rechtbank sprak de man vrij van deze ernstige beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was. De vrouw had alle sms-berichten uit de relevante periode gewist, en de beschikbare getuigenverklaringen konden niet bijdragen aan het bewijs. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de vrouw niet consistent waren en niet voldoende ondersteund werden door andere bewijsmiddelen.

Echter, de rechtbank achtte de bedreiging die de man had geuit via sms-berichten en telefoongesprekken wel bewezen. De man had de vrouw bedreigd met geweld tegen haar en haar familie als hij geen geld zou ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de inhoud van de berichten onmiskenbaar bedreigend was. De man kreeg een gevangenisstraf van twee weken opgelegd, maar hoeft de gevangenis niet in, omdat hij deze straf al in voorarrest had uitgezeten. De rechtbank benadrukte dat de bedreigingen ernstig waren, maar dat de andere tenlastegelegde feiten niet bewezen konden worden.

De uitspraak is gedaan na een proces dat begon met de aangifte van de vrouw op 22 oktober 2014, waarin zij meldde dat zij werd gechanteerd door de verdachte. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsstukken, waaronder sms-berichten en getuigenverklaringen, en heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van de zwaardere aanklachten, maar hem wel schuldig bevonden aan bedreiging.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/881536-14
Datum uitspraak : 3 juni 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1]
thans gedetineerd te PI Achterhoek - Ooyerhoekseweg te Zutphen
Raadsman: mr. W.K. Cheng, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
20 februari 2015 en 20 mei 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte wordt na aanpassing van de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering ten laste gelegd dat:
1.
hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2014
tot en met 28 oktober 2014 in de gemeente Doetinchem en/of Aalten en/of
Gaanderen, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, [slachtoffer] , door geweld en/of bedreiging met geweld, te dwingen tot
de afgifte van geld (in totaal ongeveer 6.500,- euro), in elk geval van nig
geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte,
- ( dreigend) één of meerdere SMS-berichten aan die [slachtoffer] heeft gestuurd, inhoudende dat zij, [slachtoffer] , (door derden) zou worden ontvoerd en/of haar familie wat aangedaan zou worden en/of
- ( dreigend) die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat er een heleboel Turken waren die haar, [slachtoffer] , wel in de kattebak wilden gooien en naar Turkije wilden sturen en dat die haar kindje en haar ouders wat aan zouden gaan doen en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat iemand van motorclub [naam 1] contact met haar, [slachtoffer] , had gezocht en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden en doen geloven dat hij, verdachte haar tegen genoemde gevaren kon beschermen indien zij hem een bedrag (van in totaal 6500,- euro) zou betalen en/of - die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat als zij, [slachtoffer] , dat geldbedrag niet kon betalen zij, [slachtoffer] , dan seks met verdachte moest hebben en/of
- ( dreigend) die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij, verdachte, geld moest hebben anders zou hij bij haar, [slachtoffer] , aan de deur komen en/of haar kind iets aandoen,
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij heimelijk video-opnamen van het seksueel contact tussen hen, verdachte en die [slachtoffer] , had gemaakt, en dat hij die opnamen zou openbaren indien die [slachtoffer] geen seks met hem zou hebben en/of over voornoemde dreigementen zou praten met derden;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 28 oktober 2014 in de gemeente Doetinchem en/of Aalten en/of Gaanderen, in ieder geval in Nederland, door geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of bedreiging met
geweld en/of met één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten dat hij, verdachte,
- zijn penis in de vagina en/of de anus en/of de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht/geduwd en/of
- één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht/geduwd,
dat geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging
met geweld en/of met die één of meer andere feitelijkheden er in bestaande dat
verdachte
- ( dreigend) één of meerdere SMS-berichten aan die [slachtoffer] heeft gestuurd, inhoudende dat zij, [slachtoffer] , (door derden) zou worden ontvoerd en/of haar familie wat aangedaan zou worden en/of
- ( dreigend) die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat er een heleboel Turken waren die haar, [slachtoffer] , wel in de kattebak wilden gooien en naar Turkije wilden sturen en dat die haar kindje en haar ouders wat aan zouden gaan doen en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat iemand van motorclub [naam 1] contact met haar, [slachtoffer] , had gezocht en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden en doen geloven dat hij, verdachte haar tegen genoemde gevaren kon beschermen indien zij hem een bedrag (van in totaal 6500,- euro) zou betalen en/of - die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat als zij, [slachtoffer] , dat geldbedrag niet kon betalen zij, [slachtoffer] , dan seks met verdachte moest hebben en/of
- ( dreigend) die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij, verdachte, geld moest hebben anders zou hij bij haar, [slachtoffer] , aan de deur komen en/of haar kind iets aandoen,
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij heimelijk video-opnamen van het seksueel contact tussen hen, verdachte en die [slachtoffer] , had gemaakt, en dat hij die opnamen zou openbaren indien die [slachtoffer] geen seks met hem zou hebben en/of over voornoemde dreigementen zou praten met derden;
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigdende situatie heeft doen ontstaan waarin
zij zich afhankelijk van hem voelde en/of zij zich in verminderde mate aan de
invloed van verdachte heeft kunnen onttrekken;
art 242 Wetboek van Strafrecht
3.
hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 28 oktober 2014 in de gemeente Doetinchem en/of Aalten en/of Gaanderen, in ieder geval in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met verkrachting, door dat verdachte die [slachtoffer] opzettelijk dreigend
- één of meerdere SMS-berichten aan die [slachtoffer] heeft gestuurd, inhoudende dat zij, [slachtoffer] , (door derden) zou worden ontvoerd en/of haar familie wat aangedaan zou worden en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat er een heleboel Turken waren die haar, [slachtoffer] , wel in de kattebak wilden gooien en naar Turkije wilden sturen en dat die haar kindje en haar ouders wat aan zouden gaan doen en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat iemand van motorclub [naam 1] contact met haar, [slachtoffer] , had gezocht en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden en doen geloven dat hij, verdachte haar tegen genoemde gevaren kon beschermen indien zij hem een bedrag (van in totaal 6500,- euro) zou betalen en/of - die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat als zij, [slachtoffer] , dat geldbedrag niet kon betalen zij, [slachtoffer] , dan seks met verdachte moest hebben en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij, verdachte, geld moest hebben anders zou hij bij haar, [slachtoffer] , aan de deur komen en/of haar kind iets aandoen,
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij heimelijk video-opnamen van het seksueel contact tussen hen, verdachte en die [slachtoffer] , had gemaakt, en dat hij die opnamen zou openbaren indien die [slachtoffer] geen seks met hem zou hebben en/of over voornoemde dreigementen zou praten met derden;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op 22 oktober 2014 heeft [slachtoffer] zich gemeld bij het politiebureau te Doetinchem. Zij verklaarde dat ze werd gechanteerd door verdachte.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor alle ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe betoogd dat getwijfeld kan worden aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] . Volgens de raadsman zijn haar verklaringen niet consistent. [slachtoffer] had eerder vrijwillig seks met verdachte en kreeg iedere week geld van hem voor haar kindje. Niet valt in te zien waarom hij haar geld zou geven als hij nog geld van haar moest ontvangen. Verder heeft [slachtoffer] alle berichtjes in haar telefoon die voor de strafzaak van belang zouden kunnen zijn, gewist. De raadsman heeft verder betoogd dat verdachte niet aan zijn verklaringen kan worden gehouden nu ook uit zijn verklaringen blijkt dat hij van de hak op de tak springt.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten niet bewezen.
De rechtbank overweegt daartoe dat [slachtoffer] verklaringen heeft afgelegd die niet dan wel onvoldoende worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] zijn niet voor het bewijs bruikbaar nu de door hen gegeven informatie afkomstig is uit dezelfde bron, te weten van [slachtoffer] . Ook de verklaringen van de overige getuigen die zijn gehoord, kunnen niet aan het bewijs bijdragen nu zij niet over de ten laste gelegde feiten hebben verklaard.
Aangeefster heeft zelf aangegeven alle sms-berichten uit de tenlastegelegde periode te hebben gewist. De door haar genoemde filmopnames waarmee verdachte haar zou hebben gechanteerd zijn – na onderzoek aan de telefoon van verdachte – niet gevonden. Voor zover de officier van justitie in zijn bewijsconstructie heeft gewezen op het telefoonverkeer tussen verdachte en [slachtoffer] , wijst de rechtbank erop dat deze gegevens - waaronder sms-berichten - niet de ten laste gelegde periode betreffen. De rechtbank stelt wel vast dat de inhoud van vele van deze berichten zeer laakbaar is. Deze maken echter niet dat de rechtbank één op één kan vaststellen dat in de tenlastegelegde periode ook soortgelijke sms-berichten zijn gestuurd.
De rechtbank kan gezien het voorgaande niet met voldoende zekerheid vaststellen dat verdachte in de tenlastegelegde periode sms-berichten heeft gestuurd die van dien aard zijn dat zij een poging afpersing opleveren (feit 1). Evenmin kan de rechtbank vaststellen dat verdachte in de tenlastegelegde periode sms-berichten heeft gestuurd waardoor voor [slachtoffer] een dusdanig dreigende situatie is ontstaan dat zij zich hieraan niet kon onttrekken of dat zij zich afhankelijk van verdachte is gaan voelen en daardoor seksuele handelingen heeft ondergaan (feit 2).
Verdachte dient daarom van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken.
Feit 3 [1]
[slachtoffer] , met haar zoontje woonachtig bij haar ouders op het adres [adres 2] [2] , heeft zich op 22 oktober 2014 bij de politie gemeld. Zij verklaarde dat zij het laatste half jaar werd gechanteerd door verdachte. Ze kreeg via haar telefoon dreigsms’jes, die van Turken afkomstig zouden zijn, dat ze zou worden ontvoerd en dat haar familie, ouders en zoontje, wat zou worden aangedaan. Later kwam verdachte bij haar. Hij zei dat hij ervoor zou zorgen dat het zou zijn afgelopen met de dreigementen. [slachtoffer] heeft heel veel sms-berichten gekregen van de Turken, op 17 september (2014) was dit nog aan de gang en tijdens de vakantie in Bulgarije kreeg zij veel berichten met bedreigingen, bijna iedere dag. De dreigementen stopten daarna voor een tijdje en daarna begon het weer. De berichten waren in gebrekkig Nederlands, zoals verdachte berichten verstuurt. [3] [slachtoffer] had een deel van het nummer onthouden waarmee de dreigsms’jes werden verstuurd. Volgens haar was dat hetzelfde telefoonnummer als het telefoonnummer van verdachte. Verdachte gaf [slachtoffer] aan dat hij het probleem had opgelost voor € 6.500, welk bedrag [slachtoffer] hem met seks moest terugbetalen. [4]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft beschreven dat [slachtoffer] hem vertelde dat ze dagelijks werd gebeld en ge-sms’t door verdachte. De smsjes had ze nog wel op haar telefoon staan. [slachtoffer] liet verbalisant haar telefoon zien en liet hem een aantal sms’jes lezen. In een van de sms’jes zag verbalisant staan dat hij geld moest hebben anders kwam hij aan de deur. [5]
Verdachte heeft verklaard dat zijn geheugen wel goed is. [6] Hij is een klant van [slachtoffer] . [7] Zij heeft volgens verdachte veel vijanden. [8] [slachtoffer] zei dat ze problemen had met Turken uit de [naam straat] . Verdachte kent ene [bijnaam] , van wie hij tegen de politie de naam niet wil noemen, en heeft uitgezocht wie [slachtoffer] lastig vielen. [9] De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan deze verklaringen.
Uit onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer] blijkt dat op 24 oktober 2014 een sms-bericht was binnengekomen van verdachte met als inhoud: “Waarom negeer je mij” en “Werk die 20 av en dan is het goed want jullie krijgen probleeme genoeg daarom als je me negeer doem ik niets meer voor jauw anders ga ik me gelt wel haale”.
Op 4 november 2014 is vanaf de telefoon van verdachte een sms-bericht verzonden naar de telefoon van [slachtoffer] : “ik weet het wel lief en ik snap je ook maar anders was je kleine bink van 5 er aan gegaan”. Op 6 november kwam van de mobiele telefoon van verdachte een sms-bericht bij [slachtoffer] binnen: “heb wel in de gaate wa je mee ben be de jongens wel”. [10]
Uit onderzoek naar een andere mobiele telefoon van [slachtoffer] blijkt dat vanaf de mobiele telefoon van verdachte de volgende sms-berichten zijn verstuurd naar de telefoon van [slachtoffer] op 6 en 7 november 2014:
“ze hebbe auto ook ze wille aan de deur bij jullie”,
“sms me ze wille na jullie huis”,
“dat weet ik wat moet ik doen want ze wille na jullie neme jauw en van je auders tot dat je bewijs breng”,
“ze hebbe mij auto ook slaap achter jauw bij bus mag niet weg ik ga ze wel meeneme na langerak geev ze wel gaut en gelt als onde pant voor jullie als ze dat wille ze zijn met 40 man”,
“ze wille na jullie 8 man gaan na jullie”,
“Oke ware bijna bei jullie heb huis als pant gegeven kanke zooi”,
“Oke heb geregelt ze zijn in me huis slaap lekke hvj xxx”, [11]
“Ma hat probleem de jongens zijn net van parkeer plaats duurde te lang ben blij dat ik ze weg kon stuure ben sicharet aan rooke”,
“Ik sta nu achte bij jauw”. [12]
Uit onderzoek naar de telefoon van verdachte blijkt dat vanaf die telefoon naar [naam 2] sms-berichten zijn verstuurd op 7 november 2014 (werkelijke datum [13] ). [slachtoffer] staat volgens verdachte als [naam 2] in zijn contactenlijst. [14] Die berichten houden in: “Geev niet ik wil niet hebbe dat ze na jullie gaan” en “Jij praat makeluk heb ze weg gehaude want zwaude weer na jullie”. [15]
Uit een tapgesprek tussen verdachte en [slachtoffer] op 7 november 2014 blijkt het volgende:
NNman0549: “Jaa…ik heb me, ik had, ja echt… ze…”
[slachtoffer] : “Maar ze geloven het nu echt?”
NNman0549: “Ja ik heb zo liggen praten, ik heb mij gegeven als onderpand ook hè.”
[slachtoffer] : “Ja.”
NNman0549: “Mijzelf, het huis, alles,”
[slachtoffer] : “Ja ik weet het.”
NNman0549: “Ik heb alles gegeven nou.”
[slachtoffer] : “Ja.”
NNman0549: “ja krijg ik terug, natuurlijk. Kijk maar ja… tuurlijk, moe je ook begrijpen, snap je? Die hebben ook veel op het spel staan.”
[slachtoffer] : “Jaha dat snap ik. Daarom was ik zelf ook zo benauwd, godverdomme dalijk staan d’r hier wat aan de deur hè?”
NNman0549: “Ja ze wouden met acht man naar jullie toe man. Ja…”
[slachtoffer] : “Ja maar weet je wat het is, als m’n moeder ze niet kent en ze gaan bonje lopen trappen gaan ze de politie bellen en dat moet ik nu dus niet hebben.”
NNman0549: “Nee en de politie dat helpt toch niet, ze zijn met zoveel machte, ze zijn met zoveel man hier. Dus dat heeft geen zin.”
[slachtoffer] : “echt ik dacht gister echt zo laat ze mij maar pakken. Laat ze m’n kind alsjeblieft met rust laten, m’n ouders…” (wordt in rede gevallen)
NNman0549: “Nou ik laat jou niet pakken, ik laat kind niet pakken, ik laat je ouders ook niet pakken. Ik ben er gewoon tussen gaan staan. Ik zeg, luister dat kun je nou wel doen maar nou moet je even goed luisteren ik zeg nou dan zet mien maar het ding voor de kop maar want euh dat meisje is gewoon 100% klaar.”
[slachtoffer] : “Ja.”
NNman0549: “Ik heb het volste vertrouwen in jullie. En jullie moeten ook vertrouwen in mij hebben als ik dat zeg.”
[slachtoffer] : “Ja. Ik…”
NNman0549: “Ja dat is makkelijk zat.” [16]
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte geld wilde van [slachtoffer] en dat hij anders bij haar en haar ouders en zoontje aan de deur zou komen, dat zij daardoor problemen zouden krijgen en dat haar zoontje er anders aan zou gaan. Die uitlatingen zijn meermalen ondersteund door (al dan niet door verdachte verzonnen) mededelingen dat groepen mannen naar haar huis onderweg waren en dat die op het nippertje zijn weggehouden met geld, goud of onderpand. Gelet op deze uitlatingen, zelfstandig en in samenhang bezien, is de strekking daarvan onmiskenbaar dreigend en dit is door [slachtoffer] ook als zodanig opgevat. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
3.
hij
(op
één of meertijdstippen
) in ofomstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 28 oktober 2014 in de gemeente Doetinchem en/of Aalten en/of Gaanderen, in ieder geval in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling
en/of met verkrachting, doordat verdachte
die [slachtoffer]opzettelijk dreigend
- één of meerdere SMS-berichten aan die [slachtoffer] heeft gestuurd, inhoudende dat
zij, [slachtoffer] , (door derden) zou worden ontvoerd en/ofhaar familie wat aangedaan zou worden en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat er een heleboel Turken waren die
haar, [slachtoffer] , wel in de kattebak wilden gooien en naar Turkije wilden sturen en dat diehaar kindje en haar ouders wat aan zouden gaan doen en/of
-
tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat iemand van motorclub [naam 1] contact met haar, [slachtoffer] , had gezocht en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden en doen geloven dat hij, verdachte haar tegen genoemde gevaren kon beschermen indien zij hem een bedrag (van in totaal 6500,- euro) zou betalen en/of - die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat als zij, [slachtoffer] , dat geldbedrag niet kon betalen zij, [slachtoffer] , dan seks met verdachte moest hebben en/of
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij, verdachte, geld moest hebben anders zou hij bij haar, [slachtoffer] , aan de deur komen en
/ofhaar kind iets aandoen
,
- die [slachtoffer] heeft voorgehouden dat hij heimelijk video-opnamen van het seksueel contact tussen hen, verdachte en die [slachtoffer] , had gemaakt, en dat hij die opnamen zou openbaren indien die [slachtoffer] geen seks met hem zou hebben en/of over voornoemde dreigementen zou praten met derden;.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 3: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte heeft geweigerd mee te werken aan een mutidisciplinair onderzoek door drs. [naam 3] , psychiater, en [naam 4] , forensisch psycholoog.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. In dit verband heeft hij naar voren gebracht dat verdachte in detentie verblijft in verband met een veroordeling in Duitsland. Ten aanzien van die zaak is hij echter niet door de politie gehoord, aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 7 april 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland van 14 januari 2015;
- een multidisciplinair rapport van drs. [naam 3] , psychiater, van 9 januari 2015 en van [naam 4] , forensisch psycholoog, van 4 februari 2015.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging. Hij heeft het slachtoffer sms’jes gestuurd waarin stond dat haar ouders en haar zoontje wat aangedaan zou worden en dat hij geld wilde hebben omdat hij anders aan de deur zou komen. Het slachtoffer heeft zich door de sms’jes erg bedreigd gevoeld.
De rechtbank heeft rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte waaruit naar voren komt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk delict.
De rechtbank heeft verder in aanmerking genomen het multidisciplinair rapport van de deskundigen [naam 3] en [naam 4] voornoemd en het reclasseringsrapport. Uit deze rapporten volgt dat verdachte zijn medewerking heeft geweigerd dan wel dat hij weinig over zichzelf prijsgeeft. Volgens de reclassering kan geen inschatting worden gemaakt van het recidiverisico.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van na te melden duur passend. Dit wijkt in grote mate af van de vordering van de officier van justitie nu de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van slechts een gedeelte van het minst ernstige feit.

8.In beslag genomen goederen

De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten een Olympus fototoestel en een Nokia telefoon worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van het Olympus fototoestel aan de rechthebbende en van de Nokia telefoon aan verdachte.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • gelast de
  • gelast de

heft ophet bevel tot
voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei (voorzitter), mr. M.G.J. Post en mr. J.H.D. van Onna, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 juni 2016.
Mr. Van Onna is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/881536-14
Uitspraak d.d.: 3 juni 2016
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van 3 juni 2016.
Tegenwoordig:
mr. Van der Mei , rechter,
mr. , officier van justitie,
en mr. Hoesstee , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte,
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te Doetinchem, wonende te [adres 1]
thans gedetineerd te PI Achterhoek - Ooyerhoekseweg te Zutphen,
is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Ter terechtzitting van 20 mei 2016 heeft de verdachte aangegeven
nietbij de uitspraak aanwezig te willen zijn.
De raadsman, mr. W.K. Cheng, is wel / niet verschenen.
De rechter spreekt het vonnis uit.
Waarvan proces-verbaal,

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014144569, gesloten op 15 januari 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 65 en
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 68-69.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 59 en
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 59.
6.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 22.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 26.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 31
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 33.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 227-228.
11.Proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Samsung SGH-J700, p. 270-271.
12.Proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Samsung SGH-J700, p. 266.
13.Proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Nokia RM-945, p. 216.
14.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] , p. 36.
15.Proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Nokia RM-945, p. 219.
16.Overzicht tapgesprekken, p. 509.