Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11;
- de producties 1 tot en met 9 van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2016;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
Artikel 22B
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland werd behandeld, ging het om een kort geding tussen een vereniging van eigenaren (hierna: [eiseres]) en een appartementseigenaar (hierna: [gedaagde]) over de plaatsing van een schotelantenne en de eigendom van een deel van de gemeenschappelijke ruimte. De [eiseres] vorderde de verwijdering van de schotelantenne en beplanting die door [gedaagde] op zijn privéterras en het gemeenschappelijke deel waren geplaatst. De [eiseres] stelde dat de schotelantenne in strijd was met het reglement van de Vereniging van Eigenaren (VvE) en dat de beplanting zonder toestemming was aangebracht. De [gedaagde] voerde aan dat hij recht had op de schotelantenne vanwege het recht op vrije nieuwsgaring en dat hij door verkrijgende verjaring eigenaar was geworden van het gedeelte van de gemeenschappelijke grond waarop de beplanting stond.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de [eiseres] niet toewijsbaar was. Ten aanzien van de schotelantenne werd overwogen dat het verbod op het plaatsen van schotelantennes in het huishoudelijk reglement niet zonder meer kon worden gehandhaafd, omdat de [gedaagde] een zwaarwegend belang had bij het gebruik van de schotelantenne voor het ontvangen van specifieke zenders. Bovendien was de schotelantenne nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg, waardoor het argument van de [eiseres] dat de eenheid van het appartementencomplex in gevaar kwam, niet overtuigend was.
Wat betreft de beplanting oordeelde de voorzieningenrechter dat de [gedaagde] door verkrijgende verjaring eigenaar was geworden van het gedeelte van de gemeenschappelijke grond waarop de beplanting stond. De [eiseres] had niet voldoende onderbouwd dat de [gedaagde] geen recht had op dit gedeelte van de grond. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de [eiseres] af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.