ECLI:NL:RBGEL:2016:2648

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 mei 2016
Publicatiedatum
17 mei 2016
Zaaknummer
05/881858-15 en 05/143045-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing van supermarkt en rijden onder invloed

Op 18 mei 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 44-jarige man uit Utrecht, die werd beschuldigd van poging tot afpersing van de Spar supermarkt in Otterlo en van rijden onder invloed van drugs. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast moet hij meewerken aan een opname in een forensisch psychiatrische afdeling voor 9 maanden, gevolgd door ambulante behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 3 november 2015 een dreigbrief had gestuurd naar de supermarkt, waarin hij eiste dat de eigenaren € 25.000,- zouden betalen, anders zouden er gevaarlijke producten in de winkel worden verkocht. De rechtbank nam het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij dit planmatig had voorbereid en dat hij de slachtoffers in grote angst had gebracht. Tevens werd de verdachte schuldig bevonden aan het rijden onder invloed van THC en zonder rijbewijs op 1 mei 2014. De rechtbank hield rekening met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan verschillende psychische aandoeningen, en legde hem bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht en een behandelverplichting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/881858-15 en 05/143045-14
Datum uitspraak : 18 mei 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem.
Raadsman: mr. J.W. Schouten, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 december 2015 (politierechter), 24 februari 2016 en 4 mei 2016.
1. De inhoud van de tenlasteleggingen [1]
05/881858-15
Aan verdachte wordt verweten dat hij op 3 november 2015 heeft geprobeerd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] € 25.000,- af te persen middels een dreigbrief waarin onder meer stond dat er producten in de winkel zodanig waren bewerkt dat dit bij inname tot fatale gevolgen kon leiden. Indien dit niet tot een bewezenverklaring leidt wordt hem verweten dat hij [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] op voornoemde wijze heeft bedreigd, dan wel dat hij op die wijze heeft geprobeerd hen wederrechtelijk te dwingen € 25.000,- af te staan.
05/143045-14
Aan verdachte wordt verweten dat hij op 1 mei 2014 autoreed terwijl hij had geblowd en hij wist dat dit zijn rijvaardigheid kon verminderen. Tevens wordt hem verweten dat hij die dag zonder rijbewijs reed.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

05/881858-15 [2]
primair (poging tot afpersing)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , mede namens [slachtoffer 2] ,
p. 25 t/m 29;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 mei 2016.
05/143045-14 [3]
Feit 1 (rijden onder invloed)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal, p. 3;
- het toxicologisch onderzoek, p. 9 t/m/ 12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 mei 2016.
Feit 2 (rijden zonder rijbewijs)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal, p. 3;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 mei 2016.

3.Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/881858-15:
Primair
hij op
of omstreeks3 november 2015 te Otterlo,
in elk geval in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van 25.000,- euro,
althans een
hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zich heeft begeven naar de omgeving van genoemde [slachtoffer 3] en
/ofaldaar een envelop met daarin een
(dreig
)brief en
/ofeen mobiele telefoon achter de ruitenwisser(s) en/of op de voorruit van de personenauto (merk Volkswagen Touran en voorzien van kenteken [kenteken] ) van die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gelegd/achtergelaten, zulks terwijl in die
(dreig
)brief -onder andere- de volgende tekst was opgenomen:
- " In jullie winkel zijn enkele producten bewerkt" en
/of
- " D.w.z. dat als jullie morgen de deuren openen iedere klant een potentieel slachtoffer is en
/of
- " De door ons bewerkte producten bevatten een vrijwel kleur- en geurloos middel dat bij inname tot een coma leidt van ongeveer 12 uur, gevolgd door misselijkheid en braken. Bij inname door kinderen of mensen met een verminderde weerstand kan het zelfs fatale gevolgen hebben" en
/of
- " Wij willen 25.000 euro in gebruikte briefjes van 10, 20 en 50 euro en wij willen dit vandaag voor middennacht" en
/of
- " Of jullie staan morgen op en het leven gaat door zoals jullie gewend zijn of vanaf morgen zal jullie leven nooit meer hetzelfde zijn. Alles zal afhangen van 25.000 euro" en
/of
- " Wij houden jullie elke seconde in de gaten, zowel in Otterlo als in Heteren. Zodra jullie iemand anders hierbij betrekken komt per direct ons voorstel te vervallen en dat geldt ook voor elke aanwijzing dat jullie iets anders van plan zijn dan voor de informatie te willen betalen. Bundel het geld met elastiekjes, doe het in een plastic tas en neem deze telefoon en een zaklamp mee" en
/of
- " Wees om precies 23.30 uur op de zaak in Otterlo" en
/of
- " En [voornaam] , kom alleen",
althans een tekst/woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,en
/of
-nadat hij, verdachte, politie ter plaatse had waargenomen- een sms-bericht heeft gestuurd naar voornoemde mobiele telefoon met de tekst: "Domme keuze slaap lekker dadelijk",
althans dergelijke -in dit verband- dreigende woorden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05/143045-14
1.
hij op
of omstreeks1 mei 2014 in de gemeente Nijkerk als bestuurder van een
voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde
onder zodanige invloed van een stof, te weten 0,012 mg THC (werkzame stof in
hennep) per liter bloed, waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest weten, dat
het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een
andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk
besturen in staat moest worden geacht;
2.
hij op
of omstreeks1 mei 2014 in de gemeente Nijkerk als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de Amersfoortseweg,
zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in
artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven
voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.

4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
05/881858-15
Ten aanzien van feit 1, primair:
Poging tot afpersing.
05/143045-14
Ten aanzien van feit 1:
Overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.
Ten aanzien van feit 2:
Overtreding van artikel 107 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van het feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Zoals hierna is overwogen is verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de poging tot afpersing en het rijden onder invloed zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij heeft de officier van justitie verzocht om aan verdachte de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals deze uit het voorlichtingsrapportage van de reclassering volgen en aan de klinische behandeling een maximale duur van 9 maanden te koppelen. Voor de overtreding heeft de officier van justitie verzocht om 2 weken hechtenis op te leggen. Dit alles met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Er is gewezen op het rapport Pro Justitia, waaruit onder meer volgt dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Verder heeft verdachte openheid van zaken gegeven en er is ‘enkel’ sprake van een poging tot afpersing. Ook heeft verdachte spijt betuigd. Verzocht wordt om het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf niet (veel) langer te laten zijn dan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Ter compensatie zou dan een langere voorwaardelijke straf en, zo nodig, ook nog een werkstraf van 240 uur opgelegd kunnen worden.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 18 maart 2016;
- een voorlichtingsrapportage van [zorginstelling 1] van 14 april 2016;
- een Pro Justitia rapportage van [klinisch psycholoog] , klinisch psycholoog, van 15 maart 2016.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder op het volgende gelet.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , de eigenaren van de [slachtoffer 3] . Door middel van een dreigbrief, waarin onder meer stond dat er producten in de winkel met een vrijwel kleur- en geurloos middel waren bewerkt dat bij inname tot een coma kan leiden en bij inname door kinderen of mensen met een verminderde weerstand zelfs tot fatale gevolgen, heeft hij geprobeerd hen € 25.000,- afhandig te maken. Dat het bij een poging is gebleven is niet aan verdachte te danken, maar aan het adequate optreden van de slachtoffers die direct de politie hebben gebeld. Verdachte is planmatig te werk gegaan. Hij bereidde zijn acties over een periode van ongeveer twee weken nauwgezet voor. Hij kocht twee telefoons, schreef de dreigbrief, observeerde de supermarkt en liep de persoonlijke gegevens van de eigenaren van de supermarkt na op het internet. Verder ging hij berekenend te werk door de brief op een USB-stick in plaats van op zijn harde schijf op te slaan, de brief in de bibliotheek in Utrecht te printen en de USB-stick in stukken in de grachten van Utrecht te gooien. Het restant aan bubbeltjesenveloppen, waarvan hij er één voor de dreigbrief gebruikte, gooide hij weg zodat er geen soortgelijke enveloppen bij hem thuis zouden worden aangetroffen. Verder gebruikte hij latex handschoenen om geen vingerafdrukken achter te laten. Hoewel hij ter terechtzitting van 4 mei 2016 aangaf spijt van zijn handelen te hebben, gaf hij eerder aan dat hij het de slachtoffers gunde even goed in de rats te zitten. Hij wist dus van tevoren wat de impact van zijn handelen kon zijn. Dat het handelen van verdachte ook dat effect op de slachtoffers heeft gehad, is gebleken uit de schriftelijke slachtofferverklaring en de onderbouwing van de immateriële schade in beide vorderingen. De rechtbank neemt verdachte zijn handelen bijzonder kwalijk.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het rijden van een auto onder invloed en zonder rijbewijs. Hij dient zich te realiseren dat dergelijk gedrag een gevaar voor het leven van anderen oplevert.
In het nadeel van verdachte betrekt de rechtbank bij de straftoemeting dat hij blijkens zijn strafblad al veelvuldig voor vermogensdelicten is veroordeeld. Ook is hij al eerder veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs.
Uit de rapportages blijkt dat verdachte lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een posttraumatische stressstoornis en een depressieve stoornis. Deze problematiek, tezamen met afhankelijkheid van cannabis en behoudens de depressieve stoornis, was aanwezig ten tijde van het plegen van de feiten en heeft zijn gedragskeuzes en gedragingen toen beïnvloed. Geadviseerd wordt om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank neemt dit advies over.
Geadviseerd wordt om verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daarbij de volgende bijzondere voorwaarden: de meldplicht, een klinische behandeling, een ambulante behandeling voor psychische en (eventuele) verslavingsproblematiek, indien dit na de klinische behandeling nog nodig is, en een drugs- en alcoholverbod.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten en de persoon van verdachte, zoals onder meer beschreven in de hiervoor aangehaalde stukken, bij de afdoening van deze zaak een aanzienlijke gevangenisstraf passend en geboden is. Daarbij zal de rechtbank aan verdachte als stok achter de deur om herhaling te voorkomen een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, waarbij hem tegelijkertijd passende hulp geboden kan worden. De rechtbank zal verdachte daarom voor de poging tot afpersing en het rijden onder invloed veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met als bijzondere voorwaarden op te leggen aan verdachte: de meldplicht, een klinische behandeling met een maximale behandelduur van 9 maanden, een ambulante behandeling voor psychische en (eventuele) verslavingsproblematiek, indien dit na de klinische behandeling nog nodig is, en een drugs- en alcoholverbod. Dit alles met aftrek van de tijd hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Met betrekking tot het rijden zonder rijbewijs, een overtreding, zal de rechtbank geen aparte straf opleggen maar verdachte schuldig verklaren zonder oplegging van straf of maatregel, als bedoeld in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, aangezien hem -gelet op het vorenstaande- reeds een aanzienlijke gevangenisstraf wordt opgelegd.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] (€ 500,-) en [slachtoffer 2] (€ 1.000,-) hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 05/881858-15.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht beide vorderingen toe te wijzen. Voorts is verzocht de te vergoeden bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en aan verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zich bereid verklaard de immateriële schade van de benadeelde partijen te vergoeden en heeft dan ook geen inhoudelijk verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] voor een bedrag van € 500,- en [slachtoffer 2] voor een bedrag van € 1.000,- als gevolg van het bewezenverklaarde feit onder parketnummer 05/881858-15 schade heeft geleden. Daarvoor is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. De vorderingen zijn daarom voor toewijzing vatbaar.
De gevorderde wettelijke rente is bij beide vorderingen toewijsbaar vanaf 3 november 2015.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag inclusief de wettelijke rente daarover ten behoeve van genoemde benadeelde partij. Bij de vaststelling van de vervangende hechtenis zal de wettelijke rente buiten beschouwing worden gelaten.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 9a, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 45, 57, 62, 91 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 107, 176, 177 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
Ten aanzien van het feit onder parketnummer 05/881858-15 en feit 1 van parketnummer 05/143045-14:
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
10 (tien) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de
proeftijddie op
drie jarenwordt bepaald;
 legt daarbij op de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • zijn medewerking zal verlenen aan het door Reclassering Victas te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en de module Stap voor Stap daaronder begrepen;
 legt daarbij tevens op de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich, op basis van de door NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, voor de duur van maximaal 9 maanden laat opnemen op de forensische psychiatrische afdeling [afdeling] , onderdeel van [zorginstelling 2] , of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ. Veroordeelde zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
  • zich laat behandelen vanwege (eventuele) verslavingsproblematiek bij Victas verslavingszorg of soortgelijke ambulante verslavingszorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien dit door de reclassering na de klinische behandeling noodzakelijk wordt geacht. Veroordeelde zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die begeleiding door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • zich ambulant laat behandelen vanwege psychische problematiek door een FACT team van de forensische polikliniek van [zorginstelling 2] of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien dit na de klinische behandeling door de klinische behandelaar in overleg met de reclassering noodzakelijk wordt geacht. Veroordeelde zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die begeleiding door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • zich zal onthouden van verdovende middelen en alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloed- en/of urineonderzoek, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
 geeft opdracht aan Reclassering Victas tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf
in minderingzal worden gebracht;
Ten aanzien van feit 2 van parketnummer 05/143045-14:
 bepaalt dat
geen straf of maatregelwordt opgelegd;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 05/881858-15 tot betaling van
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
 veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten onder 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 1.000,- (een duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2015, tot aan de dag der algehele voldoening, en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. W.A. Holland en
mr. A.F. Germs-de Goede, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T. de Munnik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 mei 2016.
BIJLAGE I
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
05/881858-15
Primair
hij op of omstreeks 3 november 2015 te Otterlo, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van 25.000,- euro, althans een
hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zich heeft begeven naar de omgeving van genoemde [slachtoffer 3] en/of aldaar een envelop met daarin een (dreig-)brief en/of een mobiele telefoon achter de ruitenwisser(s) en/of op de voorruit van de personenauto (merk Volkswagen Touran en voorzien van kenteken [kenteken] ) van die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gelegd/achtergelaten, zulks terwijl in die (dreig-)brief -onder andere- de volgende tekst was opgenomen:
- " In jullie winkel zijn enkele producten bewerkt" en/of
- " D.w.z. dat als jullie morgen de deuren openen iedere klant een potentieel slachtoffer is en/of
- " De door ons bewerkte producten bevatten een vrijwel kleur- en geurloos middel dat bij inname tot een coma leidt van ongeveer 12 uur, gevolgd door misselijkheid en braken. Bij inname door kinderen of mensen met een verminderde weerstand kan het zelfs fatale gevolgen hebben" en/of
- " Wij willen 25.000 euro in gebruikte briefjes van 10, 20 en 50 euro en wij willen dit vandaag voor middennacht" en/of
- " Of jullie staan morgen op en het leven gaat door zoals jullie gewend zijn of vanaf morgen zal jullie leven nooit meer hetzelfde zijn. Alles zal afhangen van 25.000 euro" en/of
- " Wij houden jullie elke seconde in de gaten, zowel in Otterlo als in Heteren. Zodra jullie iemand anders hierbij betrekken komt per direct ons voorstel te vervallen en dat geldt ook voor elke aanwijzing dat jullie iets anders van plan zijn dan voor de informatie te willen betalen. Bundel het geld met elastiekjes, doe het in een plastic tas en neem deze telefoon en een zaklamp mee" en/of
- " Wees om precies 23.30 uur op de zaak in Otterlo" en/of
- " En [voornaam] , kom alleen", althans een tekst/woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
-nadat hij, verdachte, politie ter plaatse had waargenomen- een sms-bericht heeft gestuurd naar voornoemde mobiele telefoon met de tekst: "Domme keuze slaap lekker dadelijk", althans dergelijke -in dit verband- dreigende woorden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 3 november 2015 te Otterlo, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk zich heeft begeven naar de omgeving van genoemde [slachtoffer 3]
en/of aldaar een envelop met daarin een (dreig-)brief en/of een mobiele telefoon achter de ruitenwisser(s) en/of op de voorruit van de personenauto (merk Volkswagen Touran en voorzien van kenteken [kenteken] ) van die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gelegd/achtergelaten, zulks terwijl in die (dreig-)brief -onder andere- de volgende tekst was opgenomen:
- " In jullie winkel zijn enkele producten bewerkt" en/of
- " D.w.z. dat als jullie morgen de deuren openen iedere klant een potentieel slachtoffer is en/of
- " De door ons bewerkte producten bevatten een vrijwel kleur- en geurloos middel dat bij inname tot een coma leidt van ongeveer 12 uur, gevolgd door misselijkheid en braken. Bij inname door kinderen of mensen met een verminderde weerstand kan het zelfs fatale gevolgen hebben" en/of
- " Wij willen 25.000 euro in gebruikte briefjes van 10, 20 en 50 euro en wij willen dit vandaag voor middennacht" en/of
- " Of jullie staan morgen op en het leven gaat door zoals jullie gewend zijn of vanaf morgen zal jullie leven nooit meer hetzelfde zijn. Alles zal afhangen van 25.000 euro" en/of
- " Wij houden jullie elke seconde in de gaten, zowel in Otterlo als in Heteren. Zodra jullie iemand anders hierbij betrekken komt per direct ons voorstel te vervallen en dat geldt ook voor elke aanwijzing dat jullie iets anders van plan zijn dan voor de informatie te willen betalen. Bundel het geld met elastiekjes, doe het in een plastic tas en neem deze telefoon en een zaklamp mee" en/of
- " Wees om precies 23.30 uur op de zaak in Otterlo" en/of
- " En [voornaam] , kom alleen", althans een tekst/woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
-nadat hij, verdachte, politie ter plaatse had waargenomen- een sms-bericht heeft gestuurd naar voornoemde mobiele telefoon met de tekst: "Domme keuze slaap lekker dadelijk", althans dergelijke -in dit verband- dreigende woorden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer Subsidiair
hij op of omstreeks 3 november 2015 te Otterlo, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden (te weten afgifte van 25.000 euro, althans een hoeveelheid geld), zich heeft begeven naar de omgeving van genoemde [slachtoffer 3] en/of aldaar een envelop, met daarin een (dreig-)brief en/of een mobiele telefoon, achter de ruitenwisser(s) en/of op de voorruit van de personenauto (merk Volkswagen Touran en voorzien van kenteken [kenteken] ) van die van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gelegd/achtergelaten, zulks terwijl in die (dreig-)brief -onder andere- de volgende tekst was opgenomen:
- " In jullie winkel zijn enkele producten bewerkt" en/of
- " D.w.z. dat als jullie morgen de deuren openen iedere klant een potentieel slachtoffer is en/of
- " De door ons bewerkte producten bevatten een vrijwel kleur- en geurloos middel dat bij inname tot een coma leidt van ongeveer 12 uur, gevolgd door misselijkheid en braken. Bij inname door kinderen of mensen met een verminderde weerstand kan het zelfs fatale gevolgen hebben" en/of
- " Wij willen 25.000 euro in gebruikte briefjes van 10, 20 en 50 euro en wij willen dit vandaag voor middennacht" en/of
- " Of jullie staan morgen op en het leven gaat door zoals jullie gewend zijn of vanaf morgen zal jullie leven nooit meer hetzelfde zijn. Alles zal afhangen van 25.000 euro" en/of
- " Wij houden jullie elke seconde in de gaten, zowel in Otterlo als in Heteren. Zodra jullie iemand anders hierbij betrekken komt per direct ons voorstel te vervallen en dat geldt ook voor elke aanwijzing dat jullie iets anders van plan zijn dan voor de informatie te willen betalen. Bundel het geld met elastiekjes, doe het in een plastic tas en neem deze telefoon en een zaklamp mee" en/of
- " Wees om precies 23.30 uur op de zaak in Otterlo" en/of
- " En [voornaam] , kom alleen", althans een tekst/woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
-nadat hij, verdachte, politie ter plaatse had waargenomen- een sms-bericht heeft gestuurd naar voornoemde mobiele telefoon met de tekst: "Domme keuze slaap lekker dadelijk", althans dergelijke -in dit verband- dreigende woorden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
05/143045-14
1.
hij op of omstreeks 1 mei 2014 in de gemeente Nijkerk als bestuurder van een
voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde
onder zodanige invloed van een stof, te weten 0,012 mg THC (werkzame stof in
hennep) per liter bloed, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat
het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een
andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk
besturen in staat moest worden geacht;
2.
hij op of omstreeks 1 mei 2014 in de gemeente Nijkerk als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de Amersfoortseweg,
zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in
artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven
voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.

Voetnoten

1.De volledige tenlasteleggingen zijn opgenomen in Bijlage I.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernr. PL0600-2015537117, gesloten op 21 december 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernr. PL074F-2014047681, gesloten op 28 mei 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.