Uitspraak
“die [slachtoffer] op enige (niet nader bekend geworden) wijze met geweld te dreigen en/of haar geweld aan te doen”, een niet of onvoldoende feitelijke omschrijving bevat. Ten aanzien van dit laatste heeft de raadsman geconcludeerd dat de dagvaarding partieel nietig is.
Ten aanzien van de tenlastegelegde moord, gekwalificeerde doodslag dan wel doodslag heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Door de raadsman is gesteld dat het opsporingsonderzoek onderhevig is geweest aan tunnelvisie. Hiertoe is aangevoerd dat er aanknopingspunten zijn dat [slachtoffer] in de avond van 9 februari 2015 nog in leven is geweest en dat alternatieve scenario’s onvoldoende zijn onderzocht.
“Ik vind het goed dat u mijn telefoon meeneemt voor onderzoek. Ik hoop alleen dat ik de telefoon zo snel mogelijk weer terug krijg, want ik moet hier te bereiken zijn. (…) De getuige, [getuige 1] ” (pagina 1047).
“Schat. K moet nu ff na collega da loop nie eg lekker mee k heb geseg dat k met jou ff na dokter moes okedus als je dinsdg hier kom”. [6]
“Komt goed hij zal mij niet vergeten wand ik ken hem goed en hij is betrouwbaar altijd gelijl geld”. [11]
“K kan 1x rije voor 300 euro ma dn maak [A] t uit’ (…). Jaa 600 euro maa ieder helf met diegene waar k mee rij (…) Maa k weet niet eens wat k moet rije want k krijg niks te zien (…)”. [12] De getuige [getuige 15] heeft verklaard dat [slachtoffer] geld wilde verdienen om van schulden af te komen. Ze vertelde over ‘een pakketje’ en dat ze met een jongen uit Malden mee kon rijden. Ze zouden dan € 600,00 krijgen, dus voor ieder € 300,00. [13]
“hoelaat ben ik dan ongeveer terut”. [14] Dit is kort voor het moment dat [slachtoffer] haar moeder belt en zegt dat ze weg moet met een vriendin.
(cell-id 986), 00:50:09 (
cell- id 4189) en 01:40:46 (
cell-id 986)uur de mast aan de [adres 4] 4601 in Nijmegen aangestraald. [15] Op de tijdstippen voor 00:32:54 en na 02:48:27 uur straalt de telefoon (grotendeels) weer de mast aan de [adres 3] in Nijmegen aan. Dit is de mast die vanuit de [instelling] in Nijmegen wordt aangestraald. [16]
verdachte [slachtoffer] daadwerkelijk heeft ontmoet in de Hatertse Vennen;
verdachte door het raam van [bewoner] het terrein van de [instelling] heeft verlaten;
zowel de telefoon van [slachtoffer] als de telefoon van verdachte een zendmast heeft aangestraald die dekking heeft op of in de omgeving van de vindplaats van [slachtoffer] ;
de telefoon van verdachte in het jaar voorafgaand aan deze nacht geen enkele keer een zendmast heeft aangestraald die het gebied van de Hatertse Vennen bestrijkt;
verdachte weer omstreeks 02:40 uur in de [instelling] ( [afdeling] ) aanwezig is geweest;
de telefoon van [slachtoffer] om 01:53 uur voor het laatst contact heeft gemaakt met de zendmast die het gebied van de Hatertse Vennen bestrijkt.
Het overlijden kan als gevolg van daardoor opgetreden verstikking/acuut opgetreden zuurstofgebrek goed worden verklaard. Er waren geen andere tekenen van bij leven opgelopen geweld. Verder zijn er aan beide benen opvallende krasvormige huidletsels waargenomen die passen bij het bewegen langs takjes en doorns en/of over een harde ondergrond. Deze letsels zijn waarschijnlijk na het intreden van de dood ontstaan. [31]
Telefonisch contact en activiteit[slachtoffer] heeft op zondagavond 8 februari 2015 om 23:54 uur contact met haar moeder ( [telefoonnummer 2] ). [32] Op dit moment is [slachtoffer] nog thuis. [33] Uit de printscreen van de WhatsAppconversatie tussen [slachtoffer] en haar vriendin [vriendin 2] volgt dat [slachtoffer] om 00:02 uur voor het laatst een bericht stuurt. [34] Om 00:21 uur straalt [slachtoffer] ’s telefoon de zendmast Aldenhof in Nijmegen aan. [35] Vriendinnen van [slachtoffer] ( [vriendin 2] en [vriendin 1] ) zien in hun WhatsAppconversatie dat [slachtoffer] om 00:42 uur voor het laatst online, en dus actief, is geweest. [36] Vanaf 02:48:28 uur verdwijnt de telefoon van [slachtoffer] vervolgens uit het netwerk. [37] De telefoon van [slachtoffer] is niet gevonden. [38]
De politie heeft onderzocht of de vriend van [slachtoffer] , [A] , de jongen met het petje kan zijn geweest. [A] heeft verklaard dat hij een wit petje draagt. Hij verklaart dat hij dit petje voor het laatst op zaterdag 7 februari 2015 heeft gedragen, nadat hij en [slachtoffer] met vrienden zijn gaan zwemmen. Hij verklaart dat hij op de weg terug naar huis deze pet heeft gedragen en dat hij rechtsvoor of rechtsachter in de auto heeft gezeten. [48] [A] heeft vervolgens verklaard dat hij op 8 februari 2015 naar de kazerne in Oirschot is vertrokken. [49] Verschillende personen verklaren dat [A] zich op de kazerne in Oirschot bevond op 9 februari 2015 en dat hij zich meldde bij het appel. De registraties via zijn openbaar vervoerskaart laten zien dat hij met het openbaar vervoer naar Oirschot is afgereisd met de trein en met de bus. Ten slotte laten de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [A] zien dat de zendmast van de [adres 6] te Oirschot op zondagavond 8 februari 2015 en maandag 9 februari 2015 is aangestraald. [50]
- de telefoon van [slachtoffer] in de nacht van 8 op 9 februari 2015 van het netwerk is gegaan;
- haar auto al op maandag(ochtend) 9 februari 2015 wordt gezien door getuigen op de [adres 5] ;
- het niet bij [slachtoffer] paste om geen contact op te nemen met haar ouders;
- [A] de jongen met het petje op 9 februari 2015 niet kan zijn geweest.
“Wij (…) hadden de familieleden nog geen informatie verstrekt over de plaats en omstandigheden waarop het lichaam is aangetroffen”. [51] Het gaat hier om informatie die verdachte als familielid niet heeft gekregen en enkel bekend is bij een persoon die haar daar ter plaatse heeft achtergelaten.
(rechtbank: de hoogste waarschijnlijkheidsgradatie van het NFI)geschat als de bemonstering celmateriaal bevat van verdachte en een willekeurig onbekende persoon dan als het gaat om celmateriaal van twee willekeurig onbekende personen. [53]
- er DNA van verdachte aan de buiten- en binnenzijde van de auto van [slachtoffer] is aangetroffen;
- er DNA van verdachte op een lemmetdeel – dat niet eerder in de auto heeft gelegen – is aangetroffen;
- dit lemmetdeel en het tweede lemmetdeel (beide in de auto aangetroffen) met de naar termen van het NFI hoogst mogelijke gradatie van waarschijnlijkheid één geheel vormen met het heft dat in de nabijheid van het lichaam is aangetroffen;
- de bontkraag van de jas van [slachtoffer] onder het hoofd en de rechter bovenarm van [slachtoffer] is gevonden;
- op deze bontkraag een mengprofiel van het DNA van [slachtoffer] en verdachte (met de hoogst mogelijke gradatie van waarschijnlijkheid) is aangetroffen;
- het DNA van verdachte op de trui (onder de oksel) – die [slachtoffer] nog niet in de avond van 8 februari 2015 heeft gedragen – is aangetroffen;
- de jas van [slachtoffer] en de kleding voor haar onderlichaam ontbreken;
- onder de nagels van [slachtoffer] en op de polsen van [slachtoffer] sporen zijn aangetroffen, die het DNA van verdachte bevatten (10.000 tot één miljoen keer waarschijnlijker dat het DNA afkomstig is van verdachte dan van een willekeurig ander persoon);
- op de bovenzijde van de tong sperma van verdachte is aangetroffen,
- het 10 tot 100 keer waarschijnlijker is dat dit sperma kort voor of na het overlijden in de mond van [slachtoffer] is gekomen.
Gelet op de afspraak – zoals reeds aan de orde geweest – die [slachtoffer] met verdachte had, namelijk voor het wegbrengen van een of meerdere pakketjes, is het onaannemelijk dat seksueel contact voor [slachtoffer] het doel van de afspraak is geweest. Daarnaast is verdachte [slachtoffer] ’s oom. Hij is de broer van haar vader die 31 jaar ouder is dan zij. Deze omstandigheden maken het niet aannemelijk dat zij vrijwillig orale seks heeft gehad met verdachte. Dit wordt ook bevestigd door getuige [getuige 17] . Zij zegt dat de kans nul komma nul procent is dat [slachtoffer] seksueel contact onderhield met verdachte. [76]
- [slachtoffer] in de nacht van 8 op 9 februari 2015 een afspraak heeft gehad met verdachte;
- verdachte in de nacht van 8 op 9 februari 2015 [slachtoffer] daadwerkelijk heeft ontmoet in de Hatertse Vennen;
- de telefoon van verdachte voorafgaand aan deze nacht, in de hele onderzoeksperiode geen telefoonmasten heeft aangestraald die dit gebied bestrijken;
- dat [slachtoffer] met geweld om het leven is gebracht, waarna het lichaam is verplaatst;
- dat [slachtoffer] is overleden in de nacht van 8 op 9 februari 2015;
- dat verdachte daderwetenschap heeft over de vindplaats van [slachtoffer] ;
- dat verdachte omstreeks 02:40 uur weer in de [instelling] ( [afdeling] ) was;
- de telefoon van [slachtoffer] om 01:53 uur voor het laatst contact heeft gemaakt met de zendmast die het gebied van de Hatertse Vennen bestrijkt en om 02:48:28 uur uit het netwerk verdwijnt.
- verdachte orale seks heeft gehad met [slachtoffer] , zijn sperma is immers in de mond van [slachtoffer] aangetroffen;
- de seks kort voor haar overlijden heeft plaatsgevonden;
- [slachtoffer] geen vrijwillige seks met verdachte heeft gehad, immers:
- het verdachte is geweest die het lichaam van [slachtoffer] heeft versleept en verstopt, zijn DNA is immers aangetroffen op haar polsen, op haar trui (onder meer het deel van de trui onder de oksel) en op de bontkraag die onder haar lichaam is aangetroffen;
- verdachte de auto van [slachtoffer] , na haar dood heeft verplaatst, immers delen van het mes zijn zowel in de auto als in de buurt van het lichaam aangetroffen en op het deel in de auto zat DNA van verdachte.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks09 februari 2015,
althans op een tijdstip in de periode van 9 februari 2015 tot en met 22 februari 2015,te Nijmegen en/of in de gemeente Heumen,
in elk geval in Nederland,[slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] te wurgen, in die zin dat haar, door samendrukkend en/of omsnoerend
/ofop de mondbodem, de adem is ontnomen en/of zij verstikt is en
/ofdaardoor
(of op andere wijze)om het leven is gekomen en/of gebracht, welke doodslag werd
gevolgd, vergezeld en/ofvoorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten
te weten: het
(telkens)door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid dwingen van [slachtoffer] tot het ondergaan van handelingen die
(mede)bestonden uit
(telkens)met de penis binnendringen
in de vagina en/ofin de mond van die [slachtoffer] , welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk
(niet nader bekend geworden)wijze met geweld te dreigen en/of haar geweld aan te doen en/of die [slachtoffer] (bij de pols
(en
)) heeft vastgepakt en/of
om de uitvoering van dat feit
en/of aan andere deelnemers aan dat feitstraffeloosheid te verzekeren.
of omstreeks9 februari 2015,
althans op een tijdstip in de periode van 9 februari 2015 tot en met 22 februari 2015,te Nijmegen en/of in de gemeente Heumen
, in elk geval in Nederland,door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het
(telkens) hetmet de penis binnendringen van
de vagina en/ofde mond en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk
(niet nader bekend geworden)wijze met geweld te
(en
)) heeft vastgepakt en/of (met geweld) die
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek door het Pieter Baan Centrum. In dat geval kan de rechtbank zich bij de beantwoording van voorgaande vragen baseren op rapporten uit het verleden.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) jaren;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd.
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de veroordeelde, te weten:
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten onder de parketnummers 05/880353-15 (subsidiair) en 05/780080-16 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten onder de parketnummers 05/880353-15 (subsidiair) en 05/780080-16 tot betaling van
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijkin zijn vordering.