Wat betreft de medicatiecassettes hebben de getuigen het volgende verklaard.
[getuige A] :
“Apotheek [plaats A] heeft de medicatiecassettes nooit geleverd. Het lijstje van de patiënten dat wij van Agis hebben gekregen, betrof geen patiënten die bij apotheek [plaats A] stonden ingeschreven. Ik herkende de namen van deze patiënten als patiënten van apotheek [plaats B] .
Ik heb gelezen dat de medicatiecassettes zijn gedeclareerd door apotheek [plaats A] .
(...)
Ik heb met [gedaagde] samen de dossiers bekeken van de patiënten en het bleek dat inderdaad medicatiecassettes in het dossier stonden opgenomen. Deze medicatiecassettes stonden opgenomen in het AIS. Ik heb dat ook inderdaad zelf gezien. In [plaats B] werden de pillen in weekcassettes klaargemaakt en afgeleverd.
(…)
In het AIS zit een bepaald programma dat de weekleveringen verwerkt. Deze gegevens worden opgenomen in het dossier van de betreffende patiënt. Wat uit een dossier nog niet is gedeclareerd van de laatste maand, wordt bij de zorgverzekeraar gedeclareerd via geautomatiseerde systemen. Het AIS van [plaats B] is niet gekoppeld aan het AIS van [plaats A] . Dit betekent dat als dezelfde patiënt zowel in het AIS van [plaats A] als van [plaats B] is opgenomen, het medicatiebewakingssysteem geen signaal geeft over het AIS van [plaats B] als gegevens worden ingevoerd in het AIS van [plaats A] .
(…)
Ik verstuurde het bestand waarin de declaraties zaten naar de zorgverzekeraars. Ik maakte het declaratiebestand aan.
Meneer [gedaagde] deed de financiële administratie van de apotheek. In [plaats A] heb ik nooit de financiële administratie gedaan, ook niet in de periode dat ik beherend apotheker was.
(…)
Ik heb steeds de indruk gehad dat de systemen van apotheek [plaats A] en apotheek [plaats B] niet onderling uitwisselbaar waren. Ik durf niet te zeggen of een patiënt die in apotheek [plaats B] is geregistreerd opnieuw ingevoerd zou moeten worden in apotheek [plaats A] .
(…)
Op de vraag of ik initialen heb gezien bij het onderzoek begin 2012 verklaar ik dat wij via het dienstwaarnemingssysteem (OSIS) kunnen zien welke medicatie een patiënt heeft afgeleverd gekregen maar wij zien geen informatie over wie in de betreffende apotheek het recept in het systeem heeft ingevoerd. Je ziet dus alleen dat een medicatiecassette is afgeleverd.
Ik houd u voor dat op 2 april 2015 de adviserend apotheker van Agis in apotheek [plaats B] onderzoek heeft gedaan naar patiëntengegevens. Er is gekeken naar gegevens van vaste patiënten van apotheek [plaats B] , waarvoor apotheek [plaats A] medicatiecassettes heeft gedeclareerd. Het bleek dat de medicatiecassettes niet in het systeem van [plaats B] zichtbaar waren. Op uw vraag of ik hier een verklaring voor heb licht ik het volgende toe. De patiënten waarnaar is gekeken zijn vaste patiënten van [plaats B] . Het zou erom gaan dat voor deze patiënten medicatiecassettes door apotheek [plaats A] zijn gedeclareerd hetgeen in 2012 via OSIS zichtbaar is geweest. Nu kan het zijn dat in april 2015 deze gegevens niet zijn opgenomen voor vaste patiënten voor [plaats B] omdat voor deze patiënten geen gegevens uit de bestanden van [plaats A] zijn opgenomen. Er is ook sprake geweest van een patiënt die vaste patiënt in [plaats A] was en vervolgens vaste patiënt in [plaats B] is geworden en daarvan is in het systeem te zien dat de magistrale bereiding is overgenomen. (…)
Op uw vraag waarom niet rechtstreeks het bronbestand van apotheek [plaats A] is bekeken omdat dan kan worden teruggehaald aan de hand van de initialen wie de medicatiecassettes heeft ingevoerd antwoord ik dat ik dat niet weet. We zaten op de locatie [plaats B] en hebben van daaruit via OSIS de gegevens van [plaats A] geraadpleegd. Ik kan mij niet meer exact herinneren op wiens initiatief de gevolgde handelwijze is gebeurd. Zelf kan ik niet rechtstreeks inloggen in het systeem van apotheek [plaats A] . Ik weet niet of [gedaagde] op dat moment nog rechtstreeks kon inloggen in apotheek [plaats A] .
(…)
Ik heb nooit gegevens gezien over de afgeleverde medicatiecassettes. Ik draai dagelijks signaallijsten uit en kijk recepten na. Ik draai geen daglijsten uit. Bij achteraf invoeren is het ook niet zichtbaar op daglijsten en signaallijsten. Ik heb in [plaats A] niet de administratie gedaan. Dat deed [gedaagde] . Ik zou niet weten hoe ik het had moeten zien. Bij de recepten zaten ze niet en ze zijn ook nooit geleverd.
Ik bevestig dat op CHA lijsten ook niet zichtbaar is dat cassettes zijn gedeclareerd. Daarop is alleen een totaalbedrag zichtbaar alsmede de door de verzekeraar afgekeurde declaraties.
Omdat ik de administratie niet deed, kreeg ik de CHA lijsten ook nooit onder ogen. Ik had dus ook geen zicht op de totaalbedragen.
Ik bevestig dat [gedaagde] toegang had tot het AIS van apotheek [plaats A] in de periode 1 juli 2008 tot 21 december 2009, evenals alle andere medewerkers van de apotheek [plaats A] ”
Wubs:
“(…) Ik heb begin 2004 aan apotheek [plaats B] een AIS[apotheekinformatiesysteem, rechtbank]
geleverd. (…) Omdat ook patiënten uit [plaats A] naar [plaats B] kwamen is op enig moment besloten tot de vestiging van apotheek [plaats A] . In 2007 is hier het AIS geleverd.
Op uw vraag of sprake is geweest van een gezamenlijke database verklaar ik als volgt.
De server in [plaats B] was aan vervanging toe (2007). Deze heeft nog even doorgedraaid, terwijl in [plaats A] een nieuwe server is geplaatst. Op enig moment is de server in [plaats B] ontmanteld. De databestanden uit [plaats B] zijn overgezet op de nieuwe server in [plaats A] . Vervolgens is de server uit [plaats A] weer in [plaats B] gezet. Dat zal omstreeks 2008 zijn geweest.
Op de vraag of er bestanden waren die uitwisselbaar zijn tussen apotheek [plaats B] en apotheek [plaats A] verklaar ik. Van de patiëntgegevens waren de naw-gegevens, de verzekeringsgegevens, de medische historie en de declaratiegegevens uitwisselbaar.
Dat betekent dat een recept in enkelvoud op de server stond met een kenmerk [plaats B] dan wel [plaats A] . Deze beschrijving gaat uit van samenvoeging van de bestanden. Of dat inderdaad het geval is geweest of dat de bestanden gescheiden zijn gebleven kan ik mij niet meer herinneren.
(…)
Op uw vraag of het mogelijk is dat een factuur uitgaat zonder het daaraan ten grondslag liggende recept in te voeren antwoord ik dat dat niet kan. Het recept moet worden ingevoerd wil een factuur worden aangemaakt. Een uitzondering is aan de orde bij verzorgingshuizen waar sprake is van chronische medicatie. Bij chronische medicatie is sprake van een recept voor onbepaalde tijd. Het gaat dan om één recept voor chronisch gebruik dat in het bestand wordt ingevoerd.
Bij herhaalmedicatie is het zo dat op het recept is vermeld dat dit recept drie keer mag worden herhaald. Er wordt daadwerkelijk dan drie keer een herhaalrecept aangeboden en ingevoerd.
Op uw vraag kunt u toelichten wat in het AIS moet worden ingevoerd als per patiënt het volgende is gedeclareerd: een medicatiecassette, oplosmiddel, geneesmiddel en magistrale bereiding. Dit kan worden ingevoerd als een medicatiecassette of de medicatiecassette wordt ingevoerd met sub regels waarin de exacte samenstelling is opgenomen.
Op uw vraag of het systeem reageert indien voor dezelfde patiënt een geneesmiddel in pil vorm wordt ingevoerd in apotheek [plaats B] en hetzelfde geneesmiddel maar dan magistraal bereid bij apotheek [plaats A] antwoord ik dat het systeem dan inderdaad reageert. Als sprake is van invoer van dezelfde werkzame stof wordt bij iedere invoer in het scherm vermeld dat sprake is van dubbelmedicatie en dat dezelfde werkzame stof reeds is afgeleverd. Dit is alleen anders als sprake zou zijn geweest van twee aparte databestanden.
Deze waarschuwing staat er niet aan in de weg dat het recept met dezelfde werkzame stof in het systeem toch wordt ingevoerd. Een uitzonderingssituatie kan zich voordoen in het geval van invoer van een werkzame stof bij chronische medicatie. Omdat in dit geval één recept volstaat voor de doorlopende chronische medicatie zal bij invoer van dezelfde werkzame stof in bijvoorbeeld een andere vorm van de chronische medicatie slechts een keer een waarschuwing in het scherm te zien zijn.
(…)
Er wordt een recept ingevoerd voor chronische medicatie. Op afdelingsniveau is aangegeven dat wekelijks Baxterrollen moeten worden geleverd. Ook bestaat de mogelijkheid voor de afdeling te bepalen dat dagelijks een Baxterrol moet worden aangemaakt. Ook vanuit de thuiszorg kan de huisarts dit per recept voorschrijven.
De module Baxterrol is specifiek gebouwd voor verzorgingshuizen en instellingen waar moment en frequentie en levering kunnen worden bepaald. Het is ook mogelijk Baxterrollen te leveren aan mensen die thuis wonen. Dan kan in plaats van een afdeling van een instelling thuiszorg/thuiswonenden (groep) worden ingesteld. Als eenmaal een groep is aangemaakt dan kan iedere thuiswonende daarin worden geplaatst. Er zijn feitelijk twee mogelijkheden om Baxterrollen te leveren óf via instelling/verzorgingshuis dan wel een daarvoor in de plaats aangemaakte groep via de afdeling van een instelling.
In 2009 bestonden nog geen afspraken over tweewekelijks factureren aan de zorgverzekeraars. Op dat moment was het de beslissing van de apotheek of voor Baxterrollen per dag, per week, per twee weken of per maand werd gedeclareerd. Dat werd ingevoerd bij de afdeling van de instelling/verzorgingshuis dan wel de aangemaakte groep.
(…)
Uitgaande van de situatie dat de servers in [plaats B] en [plaats A] identieke bestanden bevatten kan men in beide apotheken de chronische medicatie aanmaken in Baxterrollen. Als het identieke bestanden betreft dan zal een actief chronisch medicatiebestand in beide apotheken actief zijn. Op de nieuwe server van [plaats A] is een kopie gezet van de gegevens uit [plaats B] . Op dat moment waren er twee servers en kon men zowel in [plaats B] als in [plaats A] declaraties aanmaken. Op dat moment was het dus mogelijk om zowel in [plaats A] als in [plaats B] Baxterrollen te genereren. Op dat moment is er geen waarschuwing in het scherm te zien.
Op de vraag wat er gebeurt met twee actieve chronische medicatiebestanden bij samenvoeging hiervan op een server antwoord ik dat de bestanden kunnen zijn samengevoegd of ieder apart aanwezig zijn gebleven. Daardoor had op die ene server dubbel gedeclareerd kunnen worden.
In het geval van gescheiden databases zal er geen waarschuwing in het scherm verschijnen.
Dit geldt ook voor chronische medicatie. Vereiste is dat het moet gaan om twee gescheiden systemen. Ik kan mij niet meer herinneren of de twee bestanden die op de server stonden gescheiden databestanden zijn geweest of dat de bestanden zijn samengevoegd.”