Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- kort samengevat - van mening dat er getwijfeld kan worden aan de juistheid van de verklaringen van aangeefster. Zij verklaart inconsistent, in tegenstelling tot verdachte die juist consistent heeft verklaard en wiens verklaringen bovendien ondersteuning vinden in het dossier. Er is daarom geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van verdachte. Daardoor kan niet bewezen worden dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van seks.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks28 oktober 2014 te Oosterbeek, gemeente Renkum, door geweld
of een andere feitelijkheiden
/of bedreiging met geweld ofeen
andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die bestonden uit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- zijn, verdachtes, penis en/
- zijn, verdachtes, penis brengen
- het betasten van haar borsten en
of andere feitelijkheiden
/ofwelke
bedreiging met geweld en/of anderefeitelijkheid hierin
heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk
tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat ze naar een feestje zouden gaan en/of die [slachtoffer] op een dreigende aard heeft toegesproken en/ofde benen van die [slachtoffer] (met kracht) uit elkaar heeft gelegd en
/ofde armen van die [slachtoffer] heeft
vast-/weggehouden en
/ofvoorbij is gegaan aan de door die [slachtoffer] afgegeven signalen en uitlatingen dat zij voornoemde handelingen van hem, verdachte, niet wilde ondergaan en
/ofgebruik heeft gemaakt van zijn, verdachtes, fysieke overwicht en
/ofmisbruik heeft gemaakt van de toestand waarin die [slachtoffer] zich, door het gebruik van alcohol, bevond.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
18 mei 2015.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[slachtoffer] , ten bedrage van
€ 2500,--( tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 2500,--( tweeduizendvijfhonderd euro), met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 35 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;