ECLI:NL:RBGEL:2016:1967

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 april 2016
Publicatiedatum
8 april 2016
Zaaknummer
05/841132-15 + 05/740590-15 (gevoegd) + 05/740532-15 (gevoegd)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot werkstraf voor mishandeling van medewerkers in een kliniek

Op 8 april 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van medewerkers van een kliniek. De zaak betrof drie parketnummers, waarbij de verdachte op verschillende data in 2015 en 2014 mishandelingen had gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 oktober 2015 in Nijmegen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze bij de keel vast te grijpen en met een potlood in de hals te steken. Daarnaast heeft de verdachte op 5 augustus 2015 [slachtoffer 2] mishandeld door deze te slaan en te trappen, en op 27 december 2014 [slachtoffer 3] door deze te slaan en aan de haren te trekken. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit van poging tot zware mishandeling, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard voor de mishandeling van [slachtoffer 3] omdat er sprake was van noodweer. Voor de andere twee feiten is de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en heeft geoordeeld dat een gevangenisstraf niet passend was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/841132-15 + 05/740590-15 (gevoegd) + 05/740532-15 (gevoegd)
Datum uitspraak : 8 april 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. M.F.M. Geeratz, advocaat te Venlo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 maart 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
ten aanzien van parketnummer 05/841132-15:
hij op of omstreeks 17 oktober 2015 te Nijmegen (in [naam 1] ) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] (medewerker van [naam 1] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel heeft vastgegrepen en/of diens keel (met kracht) heeft dichtgedrukt en/of met een
potlood eenmaal of meermalen met kracht heeft gestoken in/tegen de hals en/of
nek van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] (met kracht) aan diens haren heeft
getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
subsidiair
hij op of omstreeks 17 oktober 2015 te Nijmegen (in [naam 1] ) [slachtoffer 1] (medewerker van [naam 1] ) heeft mishandeld hierin
bestaande dat verdachte die [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel heeft
vastgegrepen en/of diens keel (met kracht) heeft dichtgedrukt en/of met een
potlood eenmaal of meermalen met kracht heeft gestoken in/tegen de hals en/of
nek van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] (met kracht) aan diens haren heeft
getrokken;
ten aanzien van parketnummer 05/740590-15:
hij op of omstreeks 05 augustus 2015 te Nijmegen [slachtoffer 2] (groepsleider in [naam 2] ) heeft mishandeld door die [slachtoffer 2]
- meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen in/op/tegen het hoofd/gezicht en/of het lichaam en/of
- meermalen, althans eenmaal, te schoppen en/of te trappen op/tegen het been en/of het lichaam;
ten aanzien van parketnummer 05/740532-15:
hij op of omstreeks 27 december 2014 te Nijmegen [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3]
- meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
- bij de haren vast te pakken/vast te grijpen en/of aan die haren te trekken.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten die hem ten laste zijn gelegd onder de drie aanhangige parketnummers, met dien verstande dat ten aanzien van parketnummer 05/841132-15 enkel het subsidiair aan verdachte tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle aan verdachte ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat ten aanzien van parketnummer 05/841132-15 enkel het subsidiair aan verdachte tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 05/841132-15:
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte heeft gepoogd aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, zodat de rechtbank verdachte hiervan zal vrijspreken.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] namens [naam 4] , p. 16-17;
- het proces-verbaal van verhoor van benadeelde [slachtoffer 1] , p. 27-28;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 maart 2016.
Ten aanzien van parketnummer 05/740590-15:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 4-5;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 maart 2016.
Ten aanzien van parketnummer 05/740532-15:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 5] namens [naam 4] , p. 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor als verdachte van [slachtoffer 3] , p. 18-19;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 maart 2016.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
ten aanzien van parketnummer 05/841132-15:
subsidiair
hij op
of omstreeks17 oktober 2015 te Nijmegen (in [naam 1] ) [slachtoffer 1] (medewerker van [naam 1] ) heeft mishandeld hierin
bestaande dat verdachte die [slachtoffer 1]
(met kracht
)bij zijn keel heeft
vastgegrepen
en/of diens keel (met kracht) heeft dichtgedrukten
/ofmet een
potlood
eenmaal ofmeermalen
met krachtheeft gestoken
in/tegen de hals
en/of
nekvan die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 1]
(met kracht
)aan diens haren heeft
getrokken;
ten aanzien van parketnummer 05/740590-15:
hij op
of omstreeks05 augustus 2015 te Nijmegen [slachtoffer 2] (groepsleider in [naam 2] ) heeft mishandeld door die [slachtoffer 2]
- meermalen,
althans eenmaal,te slaan en/of te stompen
in/op
/tegenhet hoofd
/gezichten
/ofhet lichaam en/of
- meermalen,
althans eenmaal, te schoppen en/ofte trappen
op/tegen het been en
/ofhet lichaam;
ten aanzien van parketnummer 05/740532-15:
hij op
of omstreeks27 december 2014 te Nijmegen [slachtoffer 3] heeft mishandeld door die [slachtoffer 3]
- meermalen,
althans eenmaal, te slaan
en/of te stompenin
/op/tegenhet gezicht
/hoofden
/of- bij de haren vast te pakken
/vast te grijpenen
/ofaan die haren te trekken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten onder parketnummers 05/841132-15, 05/740590-15 en 05/740532-15 telkens:
Mishandeling

5.De strafbaarheid van het feit

Ten aanzien van de feiten onder parketnummers 05/841132-15, 05/740590-15 en 05/740532-15:
De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Ten aanzien van parketnummer 05/740532-15:
NoodweerDoor de verdediging is bepleit dat sprake was van een noodweersituatie. Verdachte heeft verklaard dat hij werd aangevallen door [slachtoffer 3] en dat hij zich daartegen heeft verdedigd door hem tweemaal te slaan en aan zijn haren te trekken, maar dat hij op een gegeven moment weerloos was.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beroep op noodweer niet slaagt, nu verdachte blijkens de door [slachtoffer 3] afgelegde verklaring als eerste tegen de neus van [slachtoffer 3] heeft gestompt. Dit is ook aannemelijk, aldus de officier van justitie, nu de getuigen hebben verklaard dat verdachte niets meer deed toen [slachtoffer 3] bovenop verdachte zat.
Op grond van de processtukken en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank het navolgende vast. Op 27 december 2014 hebben verdachte en [slachtoffer 3] een gevecht gehad, waarbij zij door getuigen zijn gezien op het moment dat zij al vechtend uit het washok kwamen. Zij vielen toen samen op de grond, waarna [slachtoffer 3] bovenop verdachte zat en hem meermalen met de vuist met kracht in het gezicht sloeg. Op dat moment was verdachte volgens de getuigen weerloos. Getuigen verklaren dat [slachtoffer 3] zeer gewelddadig was en dat de gevolgen zonder ingrijpen dodelijk hadden kunnen zijn voor verdachte.
De rechtbank overweegt als volgt.
Geen van de getuigen heeft de toedracht waargenomen. De verklaring van [slachtoffer 3] dat verdachte als eerste een stomp uitdeelde wordt onvoldoende ondersteund door enig ander bewijsmiddel. Daar staat tegenover dat aannemelijk is dat verdachte, in reactie op het buitensporige geweld van [slachtoffer 3] , diens neus heeft geraakt, wellicht reeds voordat hij samen met [slachtoffer 3] uit het washok kwam en daarmee buiten het zicht van de getuigen. Naar het oordeel van de rechtbank is aannemelijk dat sprake is geweest van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte door [slachtoffer 3] . Verdachte mocht zichzelf tegen deze aanranding verdedigen. Van verdachte kon in redelijkheid niet worden gevergd dat hij anders handelde dan hij heeft gedaan. Het door verdachte gebruikte geweld is - gelet op het geweld van de zijde van [slachtoffer 3] - niet als disproportioneel aan te merken.
Verdachte is derhalve niet strafbaar voor dit bewezen verklaarde feit, zodat hij ten aanzien daarvan moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van de parketnummers 05/740590-15 en 05/841132-15
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht dat aan verdachte een werkstraf wordt opgelegd. Hij heeft daarbij gewezen op de persoon van de verdachte, zijn persoonlijke situatie en op de aard en ernst van de te bewijzen en hem toe te rekenen feiten, tweemaal een eenvoudige mishandeling.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 11 maart 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 12 oktober 2015.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal mishandelingen, telkens gepleegd tegen een medewerker van [naam 2] . Beide mishandelingen zijn fors van aard. Bij één van de mishandelingen heeft verdachte met een potlood tegen de hals van het slachtoffer gestoken en zijn keel vastgegrepen. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij de feiten heeft gepleegd binnen de muren van een kliniek, tegen medewerkers die hun werk probeerden uit te voeren en geheel onverwacht werden geconfronteerd met een grove schending van hun lichamelijke integriteit.
De rechtbank acht verdachte, in tegenstelling tot de officier van justitie, enkel strafbaar voor twee van de drie aan hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank acht daarnaast, in tegenstelling tot de officier van justitie, een gevangenisstraf, mede gelet op de persoon van verdachte, geen passende straf. De rechtbank zal daarom aan verdachte een werkstraf opleggen van na te noemen duur. De rechtbank heeft hierbij acht geslagen op de mededeling van de officier van justitie dat het mogelijk is dat een TBS-gestelde een werkstraf in een kliniek uitvoert.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 27, 41, 57 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte strafbaar ten aanzien van de feiten onder de parketnummers 05/841132-15 en 05/740590-15;
 verklaart ten aanzien van parketnummer 05/740532-15
verdachteniet strafbaaren
ontslaatverdachte voor dit feit van alle
rechtsvervolging;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde onder de parketnummers 05/841132-15 en 05/740590-15 tot een
werkstrafgedurende
80 (tachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Ruinaard (voorzitter), mr. W.L.F. Prisse en mr. K.A.M. van Hoof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Diebels, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 april 2016.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in: