Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- die [slachtoffer] met een vuurwapen op de schouder heeft/hebben geslagen en/of de deur van de [auto] heeft/hebben geopend en een (aan die [slachtoffer] toebehorende) doos met spijkerbroeken en/of verdovende middelen althans enig goed heeft/hebben weggepakt en/of
- die [slachtoffer] met een vuurwapen heeft/hebben bedreigd en daarbij heeft/hebben gezegd ‘naar achteren, naar achteren’ en/of
- met die doos (vervolgens) is/zijn weggelopen en/of
- op die [slachtoffer] heeft/hebben geschoten toen die [slachtoffer] achter hem, verdachte en/of zijn mededader(s) aan kwam lopen teneinde die doos weer terug te krijgen
M: Mak je niet drulk’
‘zeker swa’
P: ‘Swa hij weet ik heb Fels als (…)’
wevolgen jullie’. Ook getuige [getuige 3] heeft verklaard over een mogelijke derde dader. Blijkens de verklaring van deze [getuige 3] reden twee getinte personen in een auto. De bijrijder stapte uit en pakte de doos. De magere man zei even later dat hij geript was. [10] Hieruit blijkt dat er kennelijk een derde persoon bij verdachte in de auto zat op het moment dat [medeverdachte] bij [slachtoffer] in de auto zat.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks11 september 2015 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een doos met
spijkerbroeken en/ofwiet
althans goederen en/of geld, in elk geval enig
in elk geval aan een ander
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededaders
hetzijde vlucht mogelijk te maken, en het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en
/ofdiens mededader met die [slachtoffer] heeft gevochten en
/ofmet een vuurwapen op de schouder van die [slachtoffer] heeft geslagen en
/ofdie [slachtoffer] met een vuurwapen heeft bedreigd en
/ofmet een vuurwapen op die [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl het feit plaatsvond op de openbare weg.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;