Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[verweerder 3],
1.De procedure
- de vrijwillige verschijning van partijen
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres 1]
- de pleitnota van [verweerders] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert eiseres, een besloten vennootschap, dat de voorzieningenrechter verweersters hoofdelijk veroordeelt tot nakoming van een koopovereenkomst betreffende de aandelen in twee vennootschappen. De koopovereenkomst, die op 30 december 2015 is ondertekend, bevatte bepalingen over de betaling van de koopprijs van € 10.900.000,00 en de levering van de aandelen. Eiseres stelt dat verweersters in verzuim zijn met de nakoming van hun verplichtingen, aangezien de koopprijs niet tijdig is voldaan en de levering van de aandelen niet heeft plaatsgevonden. Eiseres vordert ook een dwangsom voor het geval verweersters niet aan de veroordeling voldoen.
De rechtbank oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vordering van eiseres. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerster 1, als partij bij de overeenkomst, in verzuim is en dat er geen reden is om ook de andere verweersters te veroordelen. De vordering tot nakoming wordt toegewezen, met een dwangsom van € 100.000,00 per dag voor het geval van niet-nakoming.
Daarnaast wordt de vraag behandeld of de bestuurders van verweerster 1 persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade die eiseres heeft geleden door de vertraging in de nakoming. De rechtbank past het Beklamel-criterium toe en concludeert dat de bestuurders wisten of behoorden te begrijpen dat verweerster 1 niet in staat zou zijn om aan haar verplichtingen te voldoen. Hierdoor zijn de bestuurders ook persoonlijk aansprakelijk voor de rente over de koopprijs, die vanaf 2 januari 2016 verschuldigd is. De rechtbank wijst de vordering tot betaling van de rente en de proceskosten toe, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.