Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Verdachte heeft aangegeven dat het niet zijn intentie was om [slachtoffer] van het leven te beroven.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks26 juli 2015 te Doetinchem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, een mes in de hals
, in elk geval in het lichaam,van die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Daarnaast heeft de officier van justitie geëist dat de in beslag genomen, maar nog niet teruggegeven goederen, te weten: één broek, kleur wit, merk Coolcat ¾ en één trui, kleur groen, merk Paisley, zullen worden teruggegeven aan verdachte.
dat ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel 1 (één) dag vervangende hechteniszal worden vastgesteld.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
werkstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
één mes (ingeklapt zakmes voorzien van bruin handvat);
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
één broek, kleur wit, merk Coolcat ¾en
één trui, kleur groen, merk Paisley.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 1550,-- (vijftienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de
benadeelde partij [slachtoffer], een bedrag
te betalen van € 1550,-- (vijftienhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
1 daghechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;