Op 22 maart 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld gepleegd in vereniging. De zaak vond plaats op 27 augustus 2015 in Ede, waar een vechtpartij plaatsvond tussen de verdachte, zijn broer en de aangeefster. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij en zijn broer naar de flat van de aangeefster waren gegaan, waar een scheldpartij ontstond. De aangeefster kwam naar beneden met een voorwerp dat leek op een honkbalknuppel, waarmee zij boven haar hoofd zwaaide. De verdachte en zijn broer hebben verklaard dat zij zich bedreigd voelden en dat de verdachte de aangeefster heeft geslagen in een poging zichzelf te verdedigen. De officier van justitie stelde dat er geen sprake was van noodweer, omdat de verdachte zelf de confrontatie had opgezocht. De rechtbank oordeelde echter dat er wel degelijk sprake was van een noodweersituatie, aangezien de aangeefster de verdachte met een wapen bedreigde. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte openlijk geweld had gepleegd, maar oordeelde dat dit niet strafbaar was omdat het in zelfverdediging was gebeurd. De verdachte werd daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.