In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, is op 17 februari 2016 een vonnis gewezen in de zaak tussen de Stichting Woningbeheer Betuwe (hierna: SWB) en een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een samenwerkingsovereenkomst waarbij SWB zich verbindt om klanten te werven voor [gedaagde] tegen een vergoeding die afhankelijk is van de betalingen door de aangebrachte klanten voor afgenomen diensten.
De rechtbank heeft in dit vonnis de voortgang van de procedure besproken, inclusief eerdere tussenvonnissen en de benoeming van een deskundige. De heer M.L.J. van der Mei van Lequality b.v. is benoemd als deskundige om onderzoek te verrichten naar de asbestinventarisatie van een complex in Opheusden. De rechtbank heeft specifieke vragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de vraag of [gedaagde] het certificatieschema SC 540 in acht heeft genomen en of voldoende monsters zijn genomen.
De rechtbank heeft tevens de verplichtingen van partijen ten aanzien van het deskundigenonderzoek uiteengezet, waaronder de verplichting om mee te werken aan het onderzoek en om de deskundige tijdig van relevante informatie te voorzien. Het vonnis bevat ook bepalingen over de kosten van het deskundigenonderzoek en de procedurele stappen die moeten worden gevolgd na het indienen van het deskundigenrapport. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.