1.Inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging
(de wijziging is cursief weergegeven), ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2007 tot
en met 29 januari 2010 in de gemeente Zwolle en/of Apeldoorn en/of Amsterdam,
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer
natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, met het
oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
- door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, en/of
- door listige kunstgrepen, en/of
- door een samenweefsel van verdichtsels,
a. met bestaande dan wel speciaal hiervoor opgerichte ondernemingen, in
de vorm van besloten vennootschappen, een constructie van besloten
vennootschappen vorm te geven, met in de naam (telkens) een reeds bestaande
horecaformule en/of een deel van de naam van een bekende onderneming binnen
het [concern] en/of vallend binnen het stelsel van besloten
vennootschappen van [bedrijf 1]
; en/of
b. middels deze constructie van besloten vennootschappen, bij de ABN AMRO bank
N.V. (verder te noemen ABN AMRO bank) te doen voorkomen dat verdachte en/of
zijn medeverdachte(n) (in)direct als franchisegever fungeerden voor diverse
franchisenemers, te weten diverse (bestaande) horecagelegenheden; en/of
c. te doen voorkomen dat ten behoeve van deze fanchiseverhouding(en) een
automatische incasso en/of een incassocontract noodzakelijk was voor het
innen van een gebruikersvergoeding en/of een franchisevergoeding en/of een
reclamevergoeding en/of een pachtsom bij de franchisenemer(s), dan wel een
andere vergoeding betrekking hebbend op de franchiseverhouding; en/of
d. op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 22 althans één
of meer rekeningen bij de Postbank N.V. (thans ING-bank N.V., verder te
noemen Postbank) te openen (D-0257); en/of
e. te doen voorkomen bij de ABN AMRO bank dat de franchisenemer(s) de
rekening(en) had(den) geopend en/of die geopende rekeningen
aanhielden bij de Postbank en daarbij niet te vertellen dat verdachte
en/of zijn medeverdachte(n) (zelf) deze rekening(en) heeft/hebben geopend
en/of dat verdachte en/of zijn mededader(s) deze
rekening(en) in beheer had(den); en/of
f. op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 27 en/of 16,
althans één of meer, rekening(en) bij de ABN AMRO bank (D-0232) te openen
met een incassofaciliteit, althans een mogelijkheid tot automatische
incasso op de onder d genoemde rekening(en) bij de Postbank; en/of
g. aan de ABN AMRO bank (een) incassocontract(en) te overleggen (als ware
deze) van de Rabobank Noord-Oost Veluwe (thans Raobank Noord-Veluwe,
verder te noemen Rabobank) en/of met deze/dit incassocontract(en) van de
Rabobank, de ABN AMRO bank te laten zien dat verdachte en/of zijn
mededader(s), al dan niet via een besloten vennootschap, hiermee de
gebruikersvergoeding en/of de franchisevergoeding en/of reclamevergoeding
en/of overige betalingsverplichtingen van franchisenemers, incasseerden
bij de Rabobank en dit wilden voortzetten bij de ABN AMRO bank, wetende dat
bestaande franchisenemers nooit facturen zouden krijgen met hierop
vermelding van een ABN AMRO bankrekening en/of nooit zelf gelden zouden
storten op een ABN AMRO bankrekening en/of er nooit gelden van de
franchisenemers zouden worden ontvangen op de ABN AMRO bankrekeningen; en/of
h. 16 althans één of meer incassocontracten, af te sluiten met de ABN AMRO
bank, waarbij gebruik werd gemaakt van de incassofaciliteiten met
"automatisch herhaald aanbieden", waardoor het te incasseren bedrag door de
ABN AMRO zelf, al dan niet middels tussenkomst van Equens, vooruitlopend op
het slagen van de incasso, althans op voorschotbasis, (telkens) reeds op
één van voornoemde ABN AMRO rekening(en) werd gestort: en/of
i.
(telkens) bedragen, in ieder geval enig bedrag,dat werd ontvangen op de ABN AMRO
bankrekening(en) direct, althans binnen vijf dagen door te storten naar een
bankrekening van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of naar een
bankrekening van (een) aan verdachte en/of zijn mededader(s) gelieerde
rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijke perso(o)n(en); en/of
j. in deze periode van vijf (werk)dagen een nieuwe incasso te laten
plaatsvinden zodat de door de ABN AMRO bank geactiveerde stornering van het
eerder op voorschotbasis betaalde bedrag mogelijk werd gemaakt; en/of
k. bovengenoemde handelingen vermeld onder i en j, dagelijks, althans (zeer)
regelmatig in een bepaald patroon, te herhalen, waardoor de kans zo klein
mogelijk gehouden werd dat de ABN AMRO bank feitelijke aanwezigheid van
een debetsaldo kon ontdekken;
de ABN AMRO bank (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer
geldbedrag(en) tot een totaal van 11.139.958,44 EUR of daaromtrent, althans
van enig geldbedrag, althans tot de afgifte van enig goed en/of tot het
verlenen van een dienst en/of tot het aangaan van een schuld;
art 326 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte] (05/980628-13) op één of meer tijdstippen in of omstreeks de
periode 1 januari 2007 tot en met 29 januari 2010 in de gemeente Zwolle en/of
Apeldoorn en/of Amsterdam, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met één of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans
alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
- door het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, en/of
- door listige kunstgrepen, en/of
- door een samenweefsel van verdichtsels,
a. met bestaande dan wel speciaal hiervoor opgerichte ondernemingen, in
de vorm van besloten vennootschappen, een constructie van besloten
vennootschappen vorm te geven, met in de naam (telkens) een reeds bestaande
horecaformule en/of een deel van de naam van een bekende onderneming binnen
het [concern] en/of vallend binnen het stelsel van besloten
vennootschappen van [bedrijf 1]
; en/of
b. middels deze constructie van besloten vennootschappen, bij de ABN AMRO bank
N.V. (verder te noemen ABN AMRO bank) te doen voorkomen dat verdachte en/of
zijn medeverdachte(n) (in)direct als franchisegever fungeerden voor diverse
franchisenemers, te weten diverse (bestaande) horecagelegenheden; en/of
c. te doen voorkomen dat ten behoeve van deze fanchiseverhouding(en) een
automatische incasso en/of een incassocontract noodzakelijk was voor het
innen van een gebruikersvergoeding en/of een franchisevergoeding en/of een
reclamevergoeding en/of een pachtsom bij de franchisenemer(s), dan wel een
andere vergoeding betrekking hebbend op de franchiseverhouding; en/of
d. op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 22 althans één
of meer rekeningen bij de Postbank N.V. (thans ING-bank N.V., verder te
noemen Postbank) te openen (D-0257); en/of
e. te doen voorkomen bij de ABN AMRO bank dat de franchisenemer(s) de
rekening(en) had(den) geopend en/of die geopende rekeningen
aanhielden bij de Postbank en daarbij niet te vertellen dat verdachte
en/of zijn medeverdachte(n) (zelf) deze rekening(en) heeft/hebben geopend
en/of dat verdachte en/of zijn mededader(s) deze
rekening(en) in beheer had(den); en/of
f. op naam van één of meer van deze besloten vennootschappen, 27 en/of 16,
althans één of meer, rekening(en) bij de ABN AMRO bank (D-0232) te openen
met een incassofaciliteit, althans een mogelijkheid tot automatische
incasso op de onder d genoemde rekening(en) bij de Postbank; en/of
g. aan de ABN AMRO bank (een) incassocontract(en) te overleggen (als ware
deze) van de Rabobank Noord-Oost Veluwe (thans Raobank Noord-Veluwe,
verder te noemen Rabobank) en/of met deze/dit incassocontract(en) van de
Rabobank, de ABN AMRO bank te laten zien dat verdachte en/of zijn
mededader(s), al dan niet via een besloten vennootschap, hiermee de
gebruikersvergoeding en/of de franchisevergoeding en/of reclamevergoeding
en/of overige betalingsverplichtingen van franchisenemers, incasseerden
bij de Rabobank en dit wilden voortzetten bij de ABN AMRO bank, wetende dat
bestaande franchisenemers nooit facturen zouden krijgen met hierop
vermelding van een ABN AMRO bankrekening en/of nooit zelf gelden zouden
storten op een ABN AMRO bankrekening en/of er nooit gelden van de
franchisenemers zouden worden ontvangen op de ABN AMRO bankrekeningen; en/of
h. 16 althans één of meer incassocontracten, af te sluiten met de ABN AMRO
bank, waarbij gebruik werd gemaakt van de incassofaciliteiten met
"automatisch herhaald aanbieden", waardoor het te incasseren bedrag door de
ABN AMRO zelf, al dan niet middels tussenkomst van Equens, vooruitlopend op
het slagen van de incasso, althans op voorschotbasis, (telkens) reeds op
één van voornoemde ABN AMRO rekening(en) werd gestort: en/of
i.
(telkens) bedragen, in ieder geval enig bedrag,dat werd ontvangen op de ABN AMRO
bankrekening(en) direct, althans binnen vijf dagen door te storten naar een
bankrekening van verdachte en/of zijn mededader(s) en/of naar een
bankrekening van (een) aan verdachte en/of zijn mededader(s) gelieerde
rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijke perso(o)n(en); en/of
j. in deze periode van vijf (werk)dagen een nieuwe incasso te laten
plaatsvinden zodat de door de ABN AMRO bank geactiveerde stornering van het
eerder op voorschotbasis betaalde bedrag mogelijk werd gemaakt; en/of
k. bovengenoemde handelingen vermeld onder i en j, dagelijks, althans (zeer)
regelmatig in een bepaald patroon, te herhalen, waardoor de kans zo klein
mogelijk gehouden werd dat de ABN AMRO bank feitelijke aanwezigheid van
een debetsaldo kon ontdekken;
de ABN AMRO bank (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer
geldbedrag(en) tot een totaal van 11.139.958,44 EUR of daaromtrent, althans
van enig geldbedrag, althans tot de afgifte van enig goed en/of tot het
verlenen van een dienst en/of tot het aangaan van een schuld;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks de
periode 1 januari 2006 tot en met 29 januari 2010 in de gemeente Zwolle en/of
Apeldoorn, en/of elders in Nederland en/of Bonaire, opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft door:
1. bij de ABN AMRO bank te vertellen, dat verdachte en/of zijn
medeverdachte(n) een grote franchiseorganisatie had(den) en/of veel
incassocontracten bij de Rabobank had(den) en/of incassocontracten ook bij
de ABN AMRO bank wilde(n) hebben, en/of dat de incassocontracten bedoeld
waren om franchisefees en/of andere aan franchise te relateren bedragen te
incasseren en/of bij dit gesprek bij de ABN AMRO bank te spreken over de
incassocontracten bij de Rabobank; en/of
2. het overleggen van de/een incassocontract(en)(als waren deze van de
Rabobank) aan de ABN AMRO bank (G-012-01 blz. 5); en/of
3. één of meer incassocontract(en) met de ABN AMRO bank (mede) te
4. één of meer voornoemde bankrekening(en) te openen bij de ABN AMRO bank;
5. zich mede bezig te houden met (de planning van) het openen van de
bankrekeningen bij de ABN AMRO bank en/of bij (de planning van) het
afsluiten de bijbehorende incassocontracten (D-709) en/of bij het bepalen
wie een bankpas ontvangt en met welke bijbehorende autorisatie; en/of
6. het voeren van evaluatiegesprekken met de ABN ANMRO bank op 13 juni 2008,
11 november 2008, 4 mei 2008, 28 september 2009, 12 oktober 2009, 1
december 2009 en/of 24 december 2009; en/of
7. het wijzigen van een wachtwoord voor het internetbankieren bij de ABN AMRO
bank (D-0747);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 27 maart 2009 in de gemeente Apeldoorn en/of elders in
Nederland, opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld
in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte over het
jaar 2007 in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001, onjuist of onvolledig
heeft gedaan, immers heeft verdachte opzettelijk op deze aangifte,
- niet aangekruist dat verdachte de beschikking/het beheer had over het
inkomen en/of vermogen binnen de [stichting 1]
, althans geen kruisje gezet bij vraag 39a (D-0200 en onderdeel 47
van document D-0227) van de aangifte Inkomstenbelasting over het jaar 2007
en/of
- geen melding gemaakt van het reguliere voordeel uit aanmerkelijk belang,
zoals staat vermeld bij vraag 20 (D-0200 en onderdeel 28 van D-0227) dat
verdachte heeft verkregen door de opbrengst van de verkoop van de bij de [stichting 1]
in bezit zijnde aandelen van [bedrijf 2] en/of
[bedrijf 3]
welk feit ertoe heeft gestrekt dat er te weinig belasting is geheven
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen.