Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht;
Feit 1:Mishandeling;
Mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn moeder.
Beslissing
niet bewezen, dat verdachte het
onder 3 ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
Feit 1: Mishandeling:
Mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn moeder;
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen;
gedeeltevan de gevangenisstraf, groot
60 (zestig)dagen
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren de navolgende
algemenedan wel
bijzondere voorwaardenniet heeft nageleefd;
algemene voorwaardenop dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
bijzondere voorwaardenop dat de veroordeelde:
- zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij de reclassering in Zutphen (Houtwal 16d, telefoonnummer 0575-58 27 44), zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd houdt aan de afspraken en aanwijzingen die haar door de reclassering worden gegeven, ook als dat inhoudt een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
€ 412,50, met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag
te betalen van € 412,50, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 8 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
heft ophet -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf.