ECLI:NL:RBGEL:2015:8276

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2015
Publicatiedatum
20 januari 2016
Zaaknummer
293760
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eigendomsvoorbehoud en huur van zonnepanelen in Roemenië

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, is er een geschil ontstaan tussen de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, en de gedaagden, Durasolar Invest S.R.L. en Durasolar B.V., over zonnepanelen en omvormers die zijn geleverd en geïnstalleerd in een zonnepanelenpark in Roemenië. De eiseres heeft de zonnepanelen aan Durasolar Invest verhuurd, maar Durasolar B.V. heeft een beroep gedaan op eigendomsvoorbehoud en is begonnen met het demonteren van de zonnepanelen. De voorzieningenrechter heeft op 4 december 2015 vonnis gewezen, waarin de vorderingen van de eiseres zijn toegewezen. De rechter oordeelde dat Durasolar B.V. niet kon terugvallen op het eigendomsvoorbehoud, omdat er onvoldoende bewijs was dat de eiseres nog een bedrag verschuldigd was. De rechter heeft Durasolar B.V. veroordeeld om het demonteren van de zonnepanelen te staken en deze opnieuw te monteren, zodat het zonnepanelenpark weer functioneert. Daarnaast is Durasolar Invest veroordeeld om de toegang tot het zonnepark te ontzeggen aan Durasolar B.V. en om de gehuurde zaken in gebruik te nemen. De rechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het geval de gedaagden niet aan de veroordelingen voldoen. De proceskosten zijn voor de gedaagden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/293760 / KG ZA 15-604
Vonnis in kort geding van 4 december 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres]
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Lobith, gemeente Rijnwaarden,
eiseres,
advocaat mr. L. Vrakking te Arnhem,
tegen
1. de vennootschap naar Roemeens recht
DURASOLAR INVEST S.R.L.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te (515800) Sebes (Roemenië),
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DURASOLAR B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Didam, gemeente Montferland,
3.
[gedaagde],
wonende te Wehl, gemeente Doetinchem,
gedaagden,
advocaten mrs. S.J.H. van de Kant en R. de Lange te Arnhem.
Eiseres zal hierna [eiseres] worden genoemd. Gedaagden zullen tezamen worden aangeduid met Durasolar en ieder afzonderlijk met Durasolar Invest, Durasolar B.V. en [gedaagde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de wijziging van eis
  • de pleitnota van Durasolar Invest.
1.2.
Vanwege de spoedeisendheid van de zaak is op 4 december 2015 vonnis gewezen. Hierna zullen de overwegingen van dat vonnis worden gegeven.

2.De feiten

2.1.
[naam 1] is middellijk bestuurder van [eiseres] en met één van zijn zoons (die ook bestuurder is van [eiseres] ) eigenaar van alle aandelen. [gedaagde] , neef van [naam 1] , is middellijk bestuurder van Durasolar Invest en van Durasolar B.V.
2.2.
[bedrijf] S.R.L. (een Roemeense vennootschap van [naam 1] , hierna: [bedrijf] ) en Durasolar Invest hebben beide grond aangekocht in Roemenië om daar op twee naast elkaar gelegen percelen zonnepanelenparken aan te leggen en te exploiteren met als doel het opwekken van elektriciteit en het genereren van groencertificaten. De groencertificaten kunnen binnen Europa worden verhandeld.
2.3.
Op 28 mei 2013 heeft [eiseres] aan Durasolar B.V. de opdracht verstrekt tot het leveren en installeren van een zonnepanelensysteem op beide parken conform de uitgebrachte offerte, waarin een totaal te betalen bedrag is opgenomen van € 2.227.438,00 excl. BTW, althans € 2.695.200,00 incl. BTW. Voor de 8.425 zonnepanelen was een bedrag van € 1.339.298,00 excl. BTW opgenomen en voor vier omvormers een bedrag van
€ 335.340,00 excl. BTW. Tevens is opgenomen dat ondergetekenden verklaren op de hoogte te zijn van de leveringsvoorwaarden. In de begeleidende e-mail van Durasolar B.V. ( [gedaagde] ) aan [eiseres] ( [naam 1] ) is het volgende opgenomen:
Hierbij een herziene versie van de offerte, iets later dan gepland. Een aantal zaken moet ik nog iets verder in detail (en daarmee ook in prijs) nagaan, maar de belangrijkste componenten zijn in de offerte vrij nauwkeurig ingeschat.
Mochten er gedurende het project andere werkzaamheden of materialen bijkomen waar we totaal niet aan hebben gedacht of we nog niet op zijn geattendeerd, stel ik voor om dan even te overleggen over de kosten.
Volgens Durasolar B.V. zijn bij deze offerte de Algemene voorwaarden Durasolar B.V. gevoegd, waarin in artikel 18 (Eigendomsvoorbehoud en pandrecht) het volgende is opgenomen:
18.1.
Na levering blijft opdrachtnemer eigenaar van geleverde zaken zolang opdrachtgever:
a. tekortschiet of tekort zal schieten in de nakoming van zijn verplichtingen uit deze overeenkomst of andere gelijksoortige overeenkomsten;
b. voor verrichte of nog te verrichten werkzaamheden uit zodanige overeenkomsten niet betaalt of zal betalen;
c. vorderingen die voortvloeien uit het niet nakomen van bovengenoemde overeenkomsten, zoals schade, boete, rente en kosten, niet heeft voldaan.
(…)
18.3.
Nadat opdrachtnemer zijn eigendomsvoorbehoud heeft ingeroepen, mag hij de geleverde zaken terug halen. Opdrachtgever staat opdrachtnemer toe te plaats te betreden waar deze zaken zich bevinden.
(…)
2.4.
In een nadere offerte die Durasolar B.V. [eiseres] bij e-mailbericht van 29 augustus 2013 stuurde, was een bedrag van € 1.950.000,00 excl. BTW voor de zonnepanelen en de omvormers opgenomen. Het totaal te betalen bedrag voor het leveren en installeren van het zonnepanelensysteem bedroeg € 2.019.151,00 excl. BTW, althans
€ 2.443.173,00 incl. BTW. Ook in deze offerte is opgenomen dat ondergetekende verklaren op de hoogte te zijn van de leveringsvoorwaarden en volgens Durasolar B.V. zijn ook bij deze offerte de Algemene voorwaarden Durasolar B.V. gevoegd. [eiseres] heeft de offerte niet ondertekend, omdat [eiseres] het bedrag te hoog vond en omdat zij ervan uitging dat partijen hadden afgesproken dat naast de 8.425 zonnepanelen en de vier omvormers, ook de twee PT’s (transformatorhuisjes), de bovengrondse bekabeling en twee switchpanels haar eigendom zouden worden.
2.5.
Durasolar B.V. heeft de reeds aan [eiseres] verzonden facturen in september 2013 gecrediteerd (factuurnummer 13000459 inhoudende een creditering van € 404.280,00 incl. BTW en factuurnummer 13000458 inhoudende een creditering van € 1.482.360,00 incl. BTW), waarna drie nieuwe facturen werden verzonden (factuurnummer 13000539 ten bedrage van € 118.072,73 incl. BTW, factuurnummer 13000460 ten bedrage van
€ 1.298.800,05 incl. BTW en factuurnummer 13000461 ten bedrage van € 944.581,85 incl. BTW), waarbij werd uitgegaan van de bedragen zoals opgenomen in de nieuwe, tweede offerte.
2.6.
Bij de stukken bevindt zich een door Durasolar B.V. ( [gedaagde] ) op 23 september 2013 getekende aan [bedrijf] en een afzonderlijk aan Durasolar Invest gerichte opdrachtbevestiging tot het leveren en installeren van een zonnepanelensysteem voor een bedrag van ieder € 253.084,43 incl. BTW.
2.7.
De zonnepanelen zijn vervolgens geïnstalleerd in de beide parken en daarbij op staalconstructies aangebracht en met klemmen bevestigd en ook zijn de omvormers in het transformatorhuisje geplaatst en aangesloten. De staalconstructies, bedoeld om de zonnepanelen te dragen, zijn door Durasolar B.V. in de ondergrond verankerd. Vanaf de staalconstructies lopen kabels via zogeheten stringboxen (kabelverzamelkasten) die zijn aangesloten op de PT (het transformatorhuisje). De in het transformatorhuisje geplaatste omvormers zijn met kabels verbonden met een centraal elektriciteitshuisje dat eigendom is van het energiebedrijf. Voor de installatie ter plaatse zijn nadere overeenkomsten aangegaan met derden ter plaatse.
2.8.
Volgens [eiseres] heeft zij de zonnepanelen die zij had gekocht van Durasolar B.V. verhuurd aan Durasolar Invest (park 1) en aan [bedrijf] S.R.L. (park 2).
2.9.
[eiseres] heeft voor het leveren en installeren van de zonnepanelensystemen aanvankelijk het facturatieschema gevolgd dat Durasolar B.V. aanhield. Er werd gewerkt met voorschotbedragen.
2.10.
Bij e-mailbericht van 2 oktober 2013 heeft Durasolar B.V. ( [naam 2] ) een overzicht verstrekt van de verwerking van de reeds gedane betalingen. In dat overzicht is uitgegaan van “de nieuwe offerte” ten bedrage van in totaal € 2.361.454,64 incl. BTW. Volgens het overzicht had [eiseres] een bedrag betaald van € 2.186.640,00 en resteerde nog een bedrag van € 56.741,91.
2.11.
Volgens [eiseres] werd het haar eind oktober 2013 duidelijk dat Durasolar B.V. sommige kosten dubbel in rekening bracht, zowel aan [eiseres] als aan [bedrijf] S.R.L. Durasolar B.V. had een projectcalculatie 2MWp Roemenië 2013 opgemaakt, waaruit een meerprijs van € 231.962,00 volgde. Bij e-mailbericht van 7 november 2013 heeft [naam 1] [gedaagde] (Durasolar B.V.) medegedeeld dat de projectcalculatie nadere uitleg en uitsplitsing behoefde en dat hij de managementkosten buitensporig hoog vond mede gelet op de omstandigheid dat hij zelf het project actief had moeten begeleiden.
2.12.
Vervolgens zijn tussen partijen conflicten ontstaan, ook over de huurbetaling.
2.13.
Partijen hebben meerdere malen overlegd, waaronder op 7 februari 2014. Tijdens of kort na dat overleg hebben partijen twee Excel bestanden opgemaakt waarin was opgenomen welke bedragen waren gefactureerd en welke bedragen door wie waren betaald en wat er nog openstond. Dit overleg tussen partijen heeft niet tot enig resultaat geleid.
2.14.
Bij brief van 17 maart 2014 heeft Durasolar B.V. [eiseres] gesommeerd om een openstaande factuur met nummer 13000539 ten bedrage van € 38.072,73 incl. BTW te voldoen. Deze sommatie heeft Durasolar B.V. bij brieven van 1 april 2014 en 14 mei 2014 herhaald, in welke laatste brief Durasolar B.V. [eiseres] tevens reeds in gebreke heeft gesteld.
2.15.
Durasolar Invest is ondanks aanmaning en sommaties niet overgegaan tot betaling van huurtermijnen aan [eiseres] . Op 9 mei 2014 heeft [eiseres] de gehuurde zaken uitgeschakeld. Nadien heeft zij de gehuurde zaken nog enkele malen in- en uitgeschakeld. [eiseres] heeft vervolgens een kort geding aangespannen tegen Durasolar Invest waarin zij betaling van huurpenningen heeft gevorderd. In reconventie heeft Durasolar Invest onder meer gevorderd dat [eiseres] wordt bevolen om de omvormers op haar perceel weer in te schakelen en ingeschakeld te houden en om een voorschot op de door haar geleden schade te betalen. Bij kort geding vonnis van 1 augustus 2014 (3184573 \ VV EXPL 14-164 \ 529) heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem zowel de vorderingen in conventie als die in reconventie afgewezen.
2.16.
Op 7 oktober 2014 heeft [eiseres] Durasolar Invest gedagvaard in een bodemprocedure tot betaling van de huurpenningen. Ondanks een door Durasolar Invest opgeworpen bevoegdheidsincident heeft de kantonrechter te Arnhem zich bij vonnis van 24 juni 2015 (3504218 \ CV EXPL 14-18305 \ 512 \ 564) bevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen. Durasolar Invest heeft ter zitting van 22 juli 2015 een conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie genomen.
2.17.
[eiseres] is daarnaast op 4 december 2014 een procedure gestart waarin zij [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk stelt voor zover Durasolar Invest haar verplichtingen uit de huurovereenkomst met [eiseres] niet kan nakomen.
2.18.
[eiseres] heeft Durasolar Invest vervolgens in kort geding gedagvaard. Bij vonnis van 14 april 2015 (3969949 \ VV EXPL 15-70 \ 431 \ 441) heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem de primaire vordering van [eiseres] tot het door Durasolar Invest staken en gestaakt houden van het gebruik van de zonnepanelen, de omvormers en toebehoren op straffe van verbeurte van een dwangsom, toegewezen.
2.19.
Bij brief van 22 april 2015 heeft de advocaat van Durasolar B.V. [eiseres] gesommeerd om een bedrag van € 42.376,93 inclusief rente en (incasso)kosten (dat ziet op de factuur met nummer 13000539) te voldoen. Deze sommatie is bij brief van 27 mei 2015 herhaald, in welke bedrag tevens is gesommeerd om de factuur met nummer 2015.102 ten bedrag van € 333.745,35 te voldoen. In totaal is in die laatste brief betaling van een bedrag van € 376.599,64 gevorderd.
2.20.
Na daartoe verleend verlof heeft Durasolar B.V. op 18 juni 2015 voor een bedrag van € 600.000,00 ten laste van [eiseres] op dertien aan haar toebehorende percelen conservatoir beslag gelegd en op 24 augustus 2015 op een huurvordering van [eiseres] op Durasolar Invest (welke vordering € 400.000,00 bedraagt en maandelijks met circa
€ 16.000,00 toeneemt).
2.21.
Bij vonnis van 1 september 2015 van de voorzieningenrechter van rechtbank Gelderland, locatie Arnhem (C/05/286669 / KG ZA 15-359) is Durasolar Invest op vordering van [eiseres] veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en van de maandelijks verschuldigde huurtermijnen, onder de voorwaarde dat [eiseres] zich dan niet langer op haar opschortingsbevoegdheid zou beroepen. Voor het oordeel dat [gedaagde] als bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die Stuy Agro lijdt door het niet betalen van de huur zag de voorzieningenrechter onvoldoende grond. Daarnaast is de vordering van [eiseres] tot het herstellen van de aansluitingen van Durasolar Invest en [bedrijf] op het elektriciteitsnet en het internet en het in standhouden daarvan toegewezen.
2.22.
Bij brief van 18 november 2015 heeft Durasolar B.V. [eiseres] gesommeerd om een totaalbedrag van € 570.305,96 inclusief rente en (incasso)kosten te voldoen, bestaande uit een bedrag van € 38.072,73 (factuurnummer 13000539), € 333.745,35 (factuurnummer 2015.102), € 103.682,69 (factuurnummer 2015.103), € 22.112,45 (factuurnummer 2015.104), € 2.278,43 (factuurnummer 2015.105) en € 29.196,32 (factuurnummer 2015.107) en bijkomende rente en (incasso)kosten. Alle bedragen zijn incl. BTW.
2.23.
Op of omstreeks 29 november 2015 is door Durasolar B.V. gestart met het demonteren van de zonnepanelen die [eiseres] verhuurt aan Durasolar Invest. Ter zitting is gebleken dat de helft van de zonnepanelen inmiddels was verwijderd, waarvan een deel in vrachtauto’s onderweg was naar Nederland en een deel naar een onbekend gebleven bestemming. Daarnaast zijn twaalf stringboxen en twee omvormers afgevoerd. Er lagen ten tijde van de zitting ook 354 zonnepanelen op het andere perceel (zonnepanelenpark) van [bedrijf] .
2.24.
Bij brief van 30 november 2015, verzonden per e-mail en per (aangetekende en gewone) post, heeft Durasolar B.V. ( [gedaagde] ) [eiseres] bericht dat zij de overeenkomst zoals vastgelegd in de offerte zonne-energiesystemen van 27 mei 2013 en de door partijen op diezelfde datum ondertekende opdrachtbevestiging ter zake van de inrichting van het solarpark ten behoeve van Durasolar Invest (gedeeltelijk) ontbindt en dat zij met een beroep op het in artikel 18 van haar algemene voorwaarden opgenomen eigendomsvoorbehoud de geleverde zaken (zonnepanelen en omvormers) zal terughalen op de locatie bij Durasolar Invest. Tevens heeft Durasolar B.V. aangegeven dat voor de zaken en diensten ten aanzien waarvan ongedaanmaking niet mogelijk is een waardevergoedingsverbintenis ontstaat, dat Durasolar B.V. schadevergoeding vordert, dat [eiseres] gehouden blijft tot nakoming van haar betalingsverplichting en dat zij indien de hoogte van haar vordering duidelijk is deze zal verrekenen met de ongedaanmakingsverplichting die Dursolar B.V. jegens [eiseres] heeft als gevolg van de ontbinding. Deze brief is door de deurwaarder op 30 november 2015 aan [eiseres] betekend.
2.25.
De advocaat van [eiseres] heeft Durasolar B.V. bij brief van 30 november 2015, tevens verzonden per e-mail, gesommeerd om de ontmanteling van het zonnepanelenpark te staken en eventueel verwijderde zaken terug te plaatsen.
2.26.
Bij de stukken bevindt zich een door Durasolar B.V. overgelegd ongedateerd overzicht van verrichte betalingen door [eiseres] . Volgens dat overzicht heeft [eiseres] tot en met 12 december 2013 in totaal € 2.323.381,91 betaald en staat er nog een bedrag open van € 371.818,09.
2.27.
Ter zitting zijn partijen ( [gedaagde] vertegenwoordigd door zijn vader) het er over eens geworden dat samenwerking niet langer mogelijk is en dat zij – mede gelet op familieverhoudingen – (op een goede manier) uit elkaar zouden moeten gaan. De voorzieningenrechter heeft langdurig getracht om partijen te bewegen om in samenspraak met een mediator hun geschillen en het uiteengaan te bespreken, maar partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken vooral in verband met de huidige situatie (de voorliggende vorderingen), zodat mediation geen doorgang kon vinden.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – na een wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter
I. Durasolar B.V. veroordeelt om direct na betekening van dit vonnis het demonteren en verwijderen van zaken die aan haar dan wel [eiseres] toebehoren en zich bevinden op één van de zonneparken van [bedrijf] en Durasolar Invest te staken en gestaakt te houden,
II. Durasolar B.V. veroordeelt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis alle zaken die aan haar dan wel aan [eiseres] toebehoren en zich hebben bevonden op één van de zonneparken van [bedrijf] en Durasolar Invest opnieuw te monteren waar de onderscheidenlijke zaken gedemonteerd en/of verwijderd zijn, zodanig dat het betreffende zonnepark weer volledig naar behoren functioneert, een en ander zonodig conform nadere instructies door [eiseres] ,
III. Durasolar Invest veroordeelt om Durasolar B.V. direct na betekening van dit vonnis de toegang tot haar zonnepark te ontzeggen, behoudens voor zover die toegang uitsluitend strekt tot het opnieuw monteren van zaken waartoe zij ingevolge dit vonnis veroordeeld zal worden, voor welk geval Durasolar Invest dient te gehengen en gedogen dat Durasolar B.V. die werkzaamheden uitvoert,
IV. Durasolar Invest veroordeelt de gehuurde zaken binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis in gebruik te nemen en te houden, behoudens voor zover [eiseres] op enig moment alsnog een beroep mocht doen op haar opschortingsrecht,
V. aan alle vorderingen een dwangsom verbindt van € 500.000,00 per overtreding, te vermeerderen met een dwangsom van € 50.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 1.500.000,00,
VI. [gedaagde] hoofdelijk voor het geheel veroordeelt tot nakoming van de verplichtingen van Durasolar B.V. en Durasolar Invest uit hoofde van dit vonnis, en hem veroordeelt tot betaling van de eventuele dwangsomverplichting van Durasolar B.V. en Durasolar Invest uit hoofde van dit vonnis, des dat de een betalende de ander eveneens bevrijd zal zijn, althans deze veroordeling uitvoerbaar bij lijfsdwang verklaart, en
VII. Durasolar Invest, Durasolar B.V. en [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure, met bepaling dat, indien niet binnen veertien dagen na dit vonnis aan voormelde proceskostenveroordeling is voldaan, daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
3.2.
Durasolar voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

rechtsmacht

4.1.
Gedaagden sub 2. en sub 3. zijn respectievelijk gevestigd en woonachtig in Nederland, zodat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Gedaagde sub 1. is gevestigd in Roemenië. Op grond van artikel 8 aanhef en onder 1. van de Herschikte EEX-verordening heeft de Nederlandse rechter ook ten aanzien van die gedaagde rechtsmacht, nu tussen de vorderingen jegens alle gedaagden een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven, hetgeen ook overigens niet is weersproken. Daarnaast geldt dat ten aanzien van gedaagde sub 1. de huurovereenkomst aan de vorderingen ten grondslag ligt. In artikel 8 van die huurovereenkomst is een forumkeuzebeding opgenomen, waarin is bepaald dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in geval van geschillen over die huurovereenkomst. In het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem van 14 april 2015 is reeds overwogen dat op grond van dit forumkeuzebeding de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, hetgeen hier ook kan worden aangenomen.
toepasselijk recht
4.2.
In de huurovereenkomst (tussen [eiseres] en Durasolar Invest) is in artikel 8 gekozen voor de toepassing van Nederlands recht. Tussen [eiseres] en Durasolar B.V. (respectievelijk [gedaagde] ) is niet in discussie dat op hun rechtsverhouding (zijnde een koopovereenkomst), de vorderingen en de beoordeling daarvan Nederlands recht toepasselijk is. Voor wat betreft de vorderingen jegens [gedaagde] zelf, als bestuurder van Durasolar Invest, wordt verwezen naar rechtsoverweging 4.12.
inhoudelijke beoordeling
4.3.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak en is ook niet door Durasolar weersproken.
4.4.
Het gaat in dit kort geding kort gezegd om het volgende. [bedrijf] en Durasolar Invest hebben beide grond gekocht in Roemenië om daar op twee naast elkaar gelegen percelen zonnepanelenparken aan te leggen en te exploiteren met als doel het opwekken van elektriciteit en het genereren van groencertificaten, waarbij [eiseres] aan Durasolar B.V. de opdracht heeft verstrekt tot het leveren en installeren van een zonnepanelensysteem (zonnepanelen en omvormers (en aanverwante apparatuur)) op beide parken, hetgeen zij ook heeft gedaan. [eiseres] heeft de 4212 zonnepanelen en twee omvormers op het park van Durasolar Invest verhuurd aan Durasolar Invest. Durasolar B.V. stelt zich thans op het standpunt dat [eiseres] niet alle facturen heeft voldaan voor de levering en installatie van het zonnepanelensysteem en heeft, na diverse sommaties daartoe, met een beroep op het in artikel 18 van haar algemene voorwaarden opgenomen eigendomsvoorbehoud ongeveer de helft van de geleverde zaken (zonnepanelen en omvormers) op de locatie bij Durasolar Invest teruggehaald/gedemonteerd en met vrachtauto’s laten afvoeren naar onder meer Nederland (+/- 786 stuks) en (een) onbekende bestemming(en). Daarnaast bevinden zich inmiddels 354 van de in totaal 4212 panelen op het zonnepanelenpark van [bedrijf] . [eiseres] vordert in dit kort geding dat Durasolar B.V. het demonteren en verwijderen van de panelen staakt, de panelen weer opnieuw monteert (zodanig dat het park weer kan functioneren), dat Durasolar Invest wordt veroordeeld om Durasolar B.V. te verbieden het park te betreden, dat Durasolar Invest de gehuurde zaken weer in gebruik neemt (alles op straffe van verbeurte van een dwangsom) en dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen van Durasolar B.V. en Durasolar Invest, op straffe van verbeurte van een dwangsom, althans lijfsdwang.
4.5.
De vraag is allereerst of de algemene voorwaarden van Durasolar B.V. van toepassing zijn en zo ja, of Durasolar zich kan beroepen op artikel 18 hiervan, het eigendomsvoorbehoud. [eiseres] heeft betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, althans zij heeft nooit begrepen dat met de zin “Hierbij verklaren de ondergetekenden op de hoogte te zijn van de leveringsvoorwaarden” werd verwezen naar de algemene voorwaarden van Durasolar B.V. Daarnaast blijkt volgens [eiseres] uit de considerans van de huurovereenkomst (tussen [eiseres] en Durasolar Invest en die door [gedaagde] als bestuurder van Durasolar Invest is getekend) dat [eiseres] eigenaar is van panelen. De voorzieningenrechter gaat voorbij aan deze verweren en gaat er thans veronderstellende wijs vanuit dat de algemene voorwaarden (en daarmee dus ook het eigendomsvoorbehoud) van toepassing zijn. De vraag is vervolgens of Durasolar B.V. een beroep kan doen op dat eigendomsvoorbehoud, anders gezegd of zij een vordering heeft op [eiseres] .
4.6.
Durasolar B.V. stelt zich op het standpunt dat zij nog een bedrag van in totaal
€ 529.087,98 (incl. BTW) te vorderen heeft van [eiseres] . Volgens Durasolar B.V. diende [eiseres] op grond van de overeenkomst (de eerste offerte), los van het meerwerk, een bedrag van € 2.695.200,00 te voldoen, welk bedrag met vier facturen in rekening is gebracht (een factuur van 30 september 2013 ten bedrage van € 1.298.800,05 met factuurnummer 13000460, een factuur van 30 september 2013 ten bedrage van € 944.581,85 met factuurnummer 13000461, een factuur van 23 december 2013 ten bedrage van
€ 118.072,73 met factuurnummer 13000539 en een factuur van 13 mei 2015 ten bedrage van € 333.745,35 met factuurnummer 2015.102). Dit bedrag van € 2.695.200,00 dient volgens Durasolar B.V. te worden vermeerderd met een bedrag van € 233.195,22 (incl. BTW) aan meerwerk, zodat in totaal een bedrag van € 2.928.395,22 (incl. BTW) verschuldigd was, aldus Durasolar B.V. [eiseres] heeft in totaal een bedrag van € 2.323.381,91 (incl. BTW) betaald en een meerwerkfactuur van 29 mei 2015 van € 75.925,33. Volgens Durasolar B.V. dient [eiseres] dan ook nog een bedrag van € 529.087,98 (incl. BTW) aan haar te voldoen.
Indien het meerwerk buiten beschouwing zou worden gelaten, resteert een bedrag van
€ 295.892,76 en als enkel zou worden uitgegaan van het aangepaste bedrag in de tweede offerte geldt dat [eiseres] een bedrag van € 169.400,00 verschuldigd zou zijn. Volgens Durasolar B.V. heeft zij dus een (aanzienlijke) vordering op [eiseres] , op grond waarvan het inroepen van het eigendomsvoorbehoud gerechtvaardigd zou zijn.
4.7.
[eiseres] heeft dit betwist. Volgens [eiseres] , die overigens de tweede offerte (d.d. 29 augustus 2013) niet heeft geaccepteerd, kloppen de bedragen in de eerste offerte niet helemaal, omdat partijen toen nog in de verkennende fase waren. [eiseres] stelt dat partijen zijn overeengekomen dat [eiseres] een bedrag van € 2.240.965,98 incl. BTW moest betalen en dat daarnaast nog een bedrag van € 75.925,33 (zonder BTW) en van € 80.000,00 excl. BTW (zijnde € 96.800,00 incl. BTW) is betaald, hetgeen in totaal € 2.399.307,24 is. [eiseres] verwijst voorts naar een tweetal Excel bestanden die partijen hebben opgesteld na een bespreking op 7 februari 2014. Uit die bestanden blijkt dat Durasolar B.V. toen nog een vordering had van € 74.000,00, althans 40.000,00 op [eiseres] (in het laatste geval is rekening gehouden met een toen overeengekomen matiging van € 34.000,00). Volgens [eiseres] kloppen de in die bestanden gebruikte bedragen niet geheel (zo wordt de ene keer gerekend met een bedrag incl. BTW en de andere keer met een bedrag excl. BTW en zijn er bepaalde bedragen dubbel gerekend). Indien met de juiste bedragen zou worden gerekend, zo heeft [eiseres] ter zitting betoogd, zou [eiseres] (en [bedrijf] ) een vordering van in totaal +/- € 250.000,00 op Durasolar B.V. hebben.
4.8.
Ten aanzien van de (hoogte van de) beweerdelijke vordering geldt dat Durasolar B.V. voor haar berekeningen de eerste offerte als uitgangspunt neemt, omdat partijen geen overeenstemming zouden hebben bereikt over de tweede offerte. [eiseres] doet dat ook, maar stelt daarbij tegelijkertijd dat de bedragen in die offerte nog niet helemaal klopten, omdat partijen nog in een verkennende fase waren, alsook dat haar onduidelijk is hoe de bedragen op de eerste offerte ‘zo uit de hand zijn gelopen’.
[eiseres] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er het nodige valt af te dingen op de berekeningen en de facturen van Durasolar B.V. Zo heeft [eiseres] ter zitting betwist dat er overeenstemming was over het meerwerk, aangevoerd dat sommige bedragen incl. BTW zijn en andere excl. BTW en dat er posten en daarmee bedragen dubbel zijn berekenend. Onduidelijk is daarentegen welke waarde moet worden gehecht aan de overzichten zoals opgenomen in de door [eiseres] overgelegde en ter zitting toegelichte Exelbestanden. Deze zijn kennelijk gemaakt tijdens of na afloop van een bespreking over de verrichte werkzaamheden en geleverde zaken en de daarvoor verzonden facturen, kort voordat partijen de diverse gerechtelijke procedure zijn gestart. Gelet op het verweer van [eiseres] dient er nader onderzoek te worden gedaan of [eiseres] nog een bedrag verschuldigd is aan Durasolar B.V. en zo ja hoe hoog dat bedrag is. Daarvoor is in het bestek van dit kort geding geen plaats. Dit dient in een bodemprocedure nader te worden onderzocht. De voorzieningenrechter gaat er thans evenwel veronderstellende wijs vanuit dat er een vordering van Durasolar B.V. op [eiseres] bestaat.
4.9.
Voor die beweerdelijke vordering heeft Durasolar B.V. reeds beslag gelegd. Voldoende aannemelijk is dat [eiseres] verhaal zal bieden, mocht vast komen te staan dat Durasolar B.V. een vordering op [eiseres] heeft. Dat de executiewaarde van de percelen waarop het beslag rust onzeker zou zijn, omdat hierop mogelijk rechten van hypotheek zouden zijn gevestigd, is weliswaar gesteld, maar niet nader onderbouwd door Durasolar B.V. De waarde van de percelen betreft volgens [eiseres] ongeveer € 720.000,00, terwijl de beweerdelijke vordering van Durasolar B.V. in ieder geval lager is. Daarnaast is niet weersproken dat [eiseres] een solide onderneming is die verhaal biedt. Het belang van [eiseres] als verhuurder van het zonnepanelenpark bij haar vorderingen (kort gezegd dat de panelen en omvormers weer worden teruggeplaatst, zodat het zonnepanelenpark weer kan werken) is evident, temeer nu [eiseres] de panelen verhuurt aan Durasolar Invest. Het belang van Durasolar B.V. bij uitoefening van het eigendomsvoorbehoud weegt dan ook minder zwaar, mede gelet op de omstandigheid dat er reeds zekerheid is voor de beweerdelijke vordering van Durasolar B.V. Daar komt bij dat sprake is van een wanverhouding tussen de (beweerdelijke) vordering en de waarde van de panelen en omvormers. Geconcludeerd kan dus worden dat Durasolar B.V. geen beroep kan doen op het eigendomsvoorbehoud.
4.10.
Dit maakt dat de vorderingen onder I. en II. voor toewijzing gereed liggen. De voorzieningenrechter zal Durasolar B.V. een termijn van veertien dagen geven om de panelen en andere onderdelen weer opnieuw te monteren. Ten aanzien van de 354 panelen die op het park van [bedrijf] liggen, heeft [naam 1] ter zitting toegezegd dat deze op eerste aanvraag aan Durasolar B.V. ter beschikking zullen worden gesteld.
Ten aanzien van de vorderingen onder III. (ontzegging toegang Durasolar B.V. tot het zonnepark van Durasolar Invest) en IV. (tot het in gebruik nemen van de gehuurde zaken) geldt dat deze niet zijn betwist door Durasolar Invest en voorts dat deze verplichtingen voortvloeien uit de huurovereenkomst tussen partijen. [gedaagde] heeft in zijn hoedanigheid van bestuurder van Durasolar B.V. naar Durasolar Invest (en daarmee dus naar zichzelf) op 30 november 2015 een brief geschreven waarin is medegedeeld dat Durasolar B.V. de overeenkomst met [eiseres] heeft ontbonden en dat Durasolar B.V. om die reden gebruik zal maken van haar recht van eigendomsvoorbehoud. Durasolar Invest heeft hierover geen opmerkingen gemaakt bij de verhuurder, [eiseres] . Wat daar ook verder van zij, het is in het belang van Durasolar Invest, als huurder van de zonnepanelenpark, als de panelen niet worden gedemonteerd, zodat zij het park kan exploiteren. Deze vorderingen zijn dan ook toewijsbaar, waarbij de voorzieningenrechter Durasolar Invest een termijn van 21 dagen zal geven om het gehuurde weer in gebruik te nemen.
4.11.
De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd als in het dictum te vermelden.
4.12.
Tot slot de vordering om [gedaagde] hoofdelijk voor het geheel te veroordelen tot nakoming van de verplichtingen en tot betaling van de dwangsomverplichting van Durasolar B.V. en Durasolar Invest uit hoofde van dit vonnis. Bij het toewijzen van een dergelijke vordering, die ertoe strekt dat [gedaagde] persoonlijk aan de jegens Durasolar B.V. en Durasolar Invest toegewezen vorderingen voldoet, is enige terughoudendheid op zijn plaats. Er dienen voldoende feiten en omstandigheden te zijn waarop het oordeel zou kunnen worden gebaseerd dat [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk zou kunnen zijn voor kort gezegd het demonteren van de zonnepanelen. Daarvoor bestaat, ondanks dat door [eiseres] is betoogd dat [gedaagde] alle activiteiten uit Durasolar B.V. zou hebben ondergebracht in een nieuwe vennootschap en Durasolar Invest leeg zou zijn, thans onvoldoende grond. Mogelijk zou hierover later anders kunnen worden geoordeeld, maar onder de huidige omstandigheden voert het te ver om thans voorshands aannemelijk te achten dat [gedaagde] als bestuurder van Durasolar B.V. en Durasolar Invest zijn taak niet behoorlijk vervult (artikel 2:9 BW) en dat hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt van hetgeen is voorgevallen. Hierbij is nog terzijde gelaten dat de vraag of [gedaagde] veroordeeld kan worden om persoonlijk te doen waartoe Durasolar Invest wordt veroordeeld mogelijk naar Roemeens recht moet worden beoordeeld. Het beantwoorden van die vraag is thans niet mogelijk nu de voorzieningenrechter niet over (voldoende) informatie inzake het Roemeens recht beschikt. De vordering onder VI. zal dan ook worden afgewezen. Nu deze voorziening niet wordt toegewezen, komt de voorzieningenrechter niet toe aan de gevorderde oplegging van lijfsdwang.
4.13.
Durasolar Invest en Durasolar B.V. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. In het kop staart vonnis was abusievelijk ook [gedaagde] daarbij opgenomen, maar dit is reeds in dat vonnis aangepast en zal hierna ook zo worden geformuleerd. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 89,05
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
1.224,00
Totaal € 1.926,05

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Durasolar B.V. om direct na betekening van dit vonnis het demonteren en verwijderen van zaken die aan haar dan wel [eiseres] toebehoren en zich bevinden op één van de zonneparken van [bedrijf] en Durasolar Invest te staken en gestaakt te houden,
5.2.
veroordeelt Durasolar B.V. om binnen veertien (14) dagen na betekening van dit vonnis alle zaken die aan haar dan wel aan [eiseres] toebehoren en zich hebben bevonden op één van de zonneparken van [bedrijf] en Durasolar Invest opnieuw te monteren waar de onderscheidenlijke zaken gedemonteerd en/of verwijderd zijn, zodanig dat het betreffende zonnepark weer volledig naar behoren functioneert, en bepaalt dat Durasolar Invest dient te gehengen en gedogen dat Durasolar B.V. die werkzaamheden uitvoert,
5.3.
veroordeelt Durasolar Invest om Durasolar Invest B.V. direct na betekening van dit vonnis de toegang tot haar zonnepark te ontzeggen, behoudens voor zover die toegang uitsluitend strekt tot het opnieuw monteren van zaken waartoe zij ingevolge het onder 5.2. bepaalde is veroordeeld,
5.4.
veroordeelt Durasolar Invest de gehuurde zaken binnen eenentwintig (21) dagen na betekening van dit vonnis in gebruik te nemen en te houden, behoudens voor zover [eiseres] op enig moment alsnog een beroep mocht doen op haar opschortingsrecht,
5.5.
veroordeelt Durasolar B.V. en Durasolar Invest om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 100.000,00 per overtreding, te vermeerderen met een bedrag van
€ 25.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. en/of 5.2. en/of 5.3. en/of 5.4. uitgesproken hoofdveroordelingen voldoen, tot een maximum van € 1.500.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt Durasolar Invest en Durasolar B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.926,05, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 4 december 2015. De overwegingen waarop dit vonnis stoelt zijn afzonderlijk vastgelegd op 18 december 2015