Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- naar [slachtoffer] , kort voorafgaand aan het incident op 5 maart 2015, meerdere WhatsApp-berichten heeft verstuurd, die naar het oordeel van de rechtbank – in combinatie met de overige gebeurtenissen – bedreigend van aard zijn;
- op 5 maart 2015, terwijl [medeverdachte 1] aan de deur stond bij [slachtoffer] , schuin achter [medeverdachte 1] stond en daarbij heeft geschreeuwd: ‘vuile klootzak! Jij zou betalen. Jij hebt ook die schade gereden.’
- nadat [slachtoffer] door [medeverdachte 1] naar de grond was geslagen, er zo boos en opgefokt bij kwam staan dat [medeverdachte 2] heeft geprobeerd hem weg te houden;
- in de woonkamer erbij aanwezig was toen [medeverdachte 1] veelvuldig [slachtoffer] bedreigde, zij beiden hun stem hebben verheven en verdachte ook meerdere keren tegen [slachtoffer] heeft gezegd dat het geld van de aanrijding moest komen omdat er anders problemen zouden komen;
- samen met [medeverdachte 1] bij [slachtoffer] in de woning bleef, terwijl [medeverdachte 2] met de pinpas met pincode van [slachtoffer] geld ging pinnen.
- dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] meermalen tegen het hoofd heeft geslagen of gestompt;
- dat, nu [naam] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] heeft getrapt, hetgeen wordt ondersteund door de verklaring van [medeverdachte 2] dat zij heeft gezien dat [medeverdachte 1] schoppende bewegingen naar het lichaam van [slachtoffer] maakte en de verklaring van [slachtoffer] dat hij van [naam] hoorde dat verdachte hem getrapt heeft, de rechtbank bewezen acht dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] ook meermalen heeft geschopt;
- dat [medeverdachte 1] en verdachte in de woonkamer beiden naar het geld hebben gevraagd;
- dat [medeverdachte 1] en verdachte door hun hiervoor genoemde afzonderlijke handelingen een voor [slachtoffer] doorlopend (vanaf het sturen van WhatsApp-berichten tot en met de situatie in de woonkamer) dreigende situatie hebben gecreëerd;
- dat nu voor alle aanwezigen duidelijk was dat [slachtoffer] in de woonkamer bang was en zich bedreigd voelde, hij in die omstandigheid niet vrijwillig een hoeveelheid geld uit zijn portemonnee heeft afgegeven en ook zijn pinpas en de pincode niet vrijwillig heeft afgegeven. Naar het oordeel van de rechtbank is aldus sprake van gedwongen afgifte van een hoeveelheid geld en de pinpas met pincode;
- dat [medeverdachte 2] met de pinpas met pincode € 750 is gaan pinnen;
- dat [medeverdachte 1] al het geld heeft meegenomen,
3.Bewezenverklaring
op ofomstreeks 05 maart 2015 te Lobith, gemeente Rijnwaarden, tezamen en
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
en/of een portemonnee (met inhoud) en/of pinpassen,
(en
)dat hij verdachte
(s)
, althans eenmaal (krachtig
)tegen het hoofd en/of
/hebbengestompt en/of geslagen en
/of
)
, althans eenmaaltegen het lichaam heeft
/hebben
/of (vervolgens
)
heeft/hebben gezegd dat hij moest betalen en/of dat ze
, althans woorden van gelijke aard of strekking;
op ofomstreeks 05 maart 2015 te Lobith, gemeente Rijnwaarden, tezamen en
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van
althans een
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
/ofzijn mededader
(s
) zich de toegang
/hetweg te nemen
(eren
)onder
haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op
2 (twee) jarenwordt bepaald:
in minderingzal worden gebracht.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.