In deze zaak gaat het om een deelgeschil dat is ingediend door [verzoeker], een ZZP'er die letselschade heeft opgelopen tijdens werkzaamheden voor Royal Fassin B.V. en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. Op 30 december 2014 viel [verzoeker] van een palletstelling terwijl hij bezig was met het aanbrengen van antibreukfolie op de ruiten van de productieruimte van Royal Fassin. Hij stelt dat de val het gevolg is van een gebrekkige werksituatie en houdt zowel Royal Fassin als Delta Lloyd aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld op basis van de ingediende verzoekschriften, verweerschriften en de mondelinge behandeling. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om de aansprakelijkheid vast te stellen, en dat er instructie nodig is om de toedracht van het ongeval te onderzoeken. Daarom wordt het verzoek om een voorschot op de schadevergoeding afgewezen. De rechtbank concludeert dat de aansprakelijkheid van Royal Fassin en Delta Lloyd niet vaststaat, en dat er geen aanleiding is om hen te veroordelen tot betaling van een voorschot. De kosten van de procedure worden begroot op € 5.518,01, maar de veroordeling in deze kosten wordt afgewezen omdat de aansprakelijkheid niet is vastgesteld.