Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 juli 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 7 oktober 2015.
2.De feiten
de rechtbank) instemt met de verstrekking van een lening voor het deel van de Koopsom dat conform de Koopovereenkomst in Escrow zou moeten worden opgenomen ten behoeve van de eventuele risico’s waaronder fiscale tot een bedrag van EUR 1.000.000 (…), voor de duur (die voor de escrow-financiering was overeengekomen,
de rechtbank). Daarnaast zal Verkoper AamigoO een lening verstrekken groot EUR 5.800.000, verminderd met het beloop van de verrekening bedoeld in overweging e;
de rechtbank) wordt derhalve geacht op datum van levering (van) de Aandelen een schuld te hebben aan Verkoper uit hoofde van de Escrowfinanciering Greatbox ten bedrage van EUR 3.000.000, en dit bedrag te hebben aangewend als aflossing, zoals bedoeld in artikel 3.7b van de Koopovereenkomst van (een deel) van de schuld van de aan haar geleverde vennootschappen aan Corso;
escrowfinanciering ten belope van € 3.000.000,00, ‘welke lening The Great Box aan JVS verschuldigd is na ondertekening van deze koopovereenkomst en leningovereenkomst die heden door partijen is ondertekend (…)’.
escrowfinanciering ad € 3.000.000,00 van 28 december 2011, zodat de verplichtingen tenietgaan voor het bedrag van de koopsom en een schuld van The Great Box aan JVS resteert van € 2.226,00. Op dezelfde dag heeft cessie van de twee verkochte vorderingen plaatsgevonden.
- van ZZP Lease op Corso voor een bedrag van € 35.407,63,
- van ZZP Lease op Corso Contracting voor een bedrag van € 30.482,39,
- van Company You op Corso Informatica voor een bedrag van € 6.803,53,
- van Company You op Corso Interim voor een bedrag van € 45.043,47,
- van Arbeids Intermediair op Corso Contracting voor een bedrag van € 5.275,00, en
- van Arbeids intermediair op Corso Informatica voor een bedrag van € 63.974,74.
4.De beoordeling
de bestuurderbij het aangaan van de verbintenis wist of behoorde te begrijpen dat de schuldeiser van de vennootschap als gevolg van zijn handelen schade zou lijden. Zoals hiervoor reeds is overwogen is [gedaagde] vanaf 28 november 2011 echter direct noch indirect bestuurder geweest van Corso Holding, Corso en de Corso-dochters, terwijl ook van het aangaan van een verbintenis geen sprake is. Om diezelfde reden faalt ook het beroep van Capital Talent op artikel 2:9 BW (onbehoorlijke taakvervulling).
4.000,00(2 punten × tarief € 2.000,00)