In deze zaak vorderde eiser, eigenaar van een monumentale boerderij, schadevergoeding van het waterschap Rivierenland wegens schade aan zijn woning die zou zijn ontstaan door dijkverzwaringen. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, heeft op 18 november 2015 uitspraak gedaan. Eiser stelde dat de dijkverzwaringen, die in de loop der jaren zijn uitgevoerd, de oorzaak waren van de schade aan zijn woning, waaronder scheurvorming en kanteling van de fundering. Het waterschap verweerde zich met een beroep op verjaring ex artikel 3:310 BW, stellende dat eiser niet tijdig had gereageerd op de schade. De rechtbank oordeelde dat de vordering van eiser was verjaard, omdat de schadeveroorzakende gebeurtenissen zich vóór de stuitingsbrief van eiser hadden voorgedaan. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de schade na 1991 was ontstaan en dat de dijkversterkingen die vóór die tijd hadden plaatsgevonden, de oorzaak van de schade waren. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten.