ECLI:NL:RBGEL:2015:8038

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 december 2015
Publicatiedatum
23 december 2015
Zaaknummer
05/720286-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor poging tot afpersing door dreigbrief en sms-berichten

Op 23 december 2015 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot afpersing. De verdachte heeft op 8 november 2014 een dreigbrief geschreven aan [slachtoffer], waarin hij eiste dat deze 500.000 euro zou betalen. De brief werd samen met een mobiele telefoon in de brievenbus van het slachtoffer gedeponeerd. Op 9 en 10 november 2014 heeft de verdachte ook sms-berichten gestuurd met dreigende inhoud. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan poging tot afpersing door bedreiging met geweld. De rechtbank vond dat de inhoud van de brief en de sms-berichten voldoende aanleiding gaven voor de vrees van het slachtoffer dat hem of zijn gezin geweld zou worden aangedaan. De verdachte, een ex-politieagent, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank weegt mee dat de verdachte nooit eerder met justitie in aanraking is geweest, maar dat zijn handelen zeer geraffineerd en doordacht was. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, omdat er geen strafvorderlijk belang tegen de teruggave was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720286-14
Datum uitspraak : 23 december 2015
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1]
raadsman: F.E.J. Janzing, advocaat te Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 augustus 2015 en 09 december 2015.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen dan wel alleen door een dreigbrief en sms-berichten heeft geprobeerd [slachtoffer] af te persen, dan wel hem op deze manier heeft bedreigd. Als dit voorgaande niet kan worden bewezen wordt verdachte verweten dat hij op deze manier [slachtoffer] heeft gedwongen wat wel/niet te doen of te dulden dan wel een poging om [slachtoffer] hiertoe te dwingen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft [voornaam slachtoffer] [slachtoffer] in zijn woning in ’s-Heerenberg een brief geschreven en deze in een enveloppe op 8 november 2014 in de brievenbus van de woning van [slachtoffer] aan de [adres 2] in Arnhem gedaan. [3] In deze enveloppe zat verder een mobiele telefoon en een oplader. [4]
De brief had de volgende inhoud:
“ [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche”. [5]
[slachtoffer] heeft deze brief op 9 november 2014 gelezen. [6]
Op 9 november 2014 heeft verdachte verder een sms-bericht gestuurd naar de telefoon van [slachtoffer] uit de envelop met de inhoud:
“Wij eisen 500.000 euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor vrijdag zo niet zullen de gevolgen voor jezelf zijn”.
Op 10 november 2014 stuurde verdachte het sms-bericht:
“als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin”. [7]
Aangever [slachtoffer] heeft de berichten op 10 november 2014 gelezen. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot afpersing, nu mede gelet op de context sprake is geweest van een bedreiging met geweld en aangever zich door de inhoud van de brief en berichten ook redelijkerwijs bedreigd kon en mocht voelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om verdachte van de poging tot afpersing, de bedreiging en het
dwingen wat wel of niet te doen of te dulden vrij te spreken. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat gelet op de context – [slachtoffer] is de hoofdverdachte in een grote drugszaak en verdachte heeft uit wanhoop zo gehandeld – en de tekst die zeer specifiek naar de rijksrecherche verwijst niet kan worden bewezen dat er sprake is geweest van bedreiging met geweld.
Verdachte heeft verklaard dat hij wilde bereiken dat hij het pand dat hij in opdracht van onder meer [slachtoffer] had gekocht betaald werd. Het was geen bedreiging met geweld naar zijn persoon, maar een dreigement dat hij openheid van zaken zou geven als [slachtoffer] niet zou meewerken. Met betrekking tot de poging om [slachtoffer] te dwingen wat wel/niet te laten doen of te dulden heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever heeft verklaard dat hij zich bedreigd voelde door de inhoud van de brief en de teksten van de sms-berichten, zeker omdat er anders wat zou gebeuren met zijn familie. [9]
Zoals overwogen gaat het daarbij onder meer om teksten als “Als je familie je lief is zou ik maar mee werken” en “ (…) zullen we
ookalles vertellen aan de rijksrecherche”. Gelet op de teksten,
de omstandigheid dat hij in de brievenbus van zijn eigen woning deze brief met telefoon vond en er vervolgens sms-berichten met dezelfde strekking volgden, is de rechtbank van oordeel dat daardoor de redelijke vrees kon en mocht ontstaan dat hem en/of zijn gezin geweld zou worden aangedaan. Dit wordt versterkt door het doen voorkomen dat het om meerdere afpersers ging en het verstrekken van een prepaid telefoon, waaruit een professionele werkwijze blijkt. Door op deze wijze een envelop met een brief en telefoon en (later) sms-berichten te sturen met de voornoemde teksten heeft verdachte ook bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de teksten als dreigend met geweld tegen [slachtoffer] en zijn familie zouden worden opgevat.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft aan een poging tot afpersing door bedreiging met geweld.

3.Bewezenverklaring

In de tenlastelegging is bij de inhoud van de sms-berichten een bedrag van 50.000 euro genoemd. Op grond van de voornoemde bewijsmiddelen - waaronder de verklaring van verdachte ter terechtzitting - is de rechtbank van oordeel dat dit een kennelijke verschrijving betreft en als € 500.000,- dient te worden gelezen. Deze verschrijving is verbeterd.
Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat hij:
hij in ofomstreeks de periode van 9 november 2014 tot en met 10 november 2014 te Arnhem en
/ofte 's-Heerenberg,
althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althansalleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- een enveloppe, inhoudende een mobiele telefoon met oplader en
/ofeen brief
met de navolgende inhoud in de brievenbus van die [slachtoffer] (perceel [adres 2] Arnhem) heeft
/hebbengedeponeerd:
" [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche."
,
althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking,
van welke inhoud die [slachtoffer] op
of omstreeks9 november 2014 kennis heeft genomen en
/of
-
(een)SMS bericht(en
)naar voornoemde mobiele telefoon gestuurd met de navolgende inhoud: "Wij eisen 500.000 Euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor vrijdag zo niet dan zullen de gevolgen voor jezelf zijn" (verzonden 9 november 2014) en
/of
"Als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin" (verzonden 10 november 2014)
,
althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking,
van welke inhoud die [slachtoffer] op
of omstreeks10 november 2014 kennis heeft genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Poging tot afpersing.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de poging tot afpersing wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van de dagen die hij al heeft vastgezeten. De officier van justitie heeft meegewogen dat verdachte een ex-politieagent is, geen inzicht in zijn persoon heeft gegeven en de politie negatief in de aandacht brengt. Naar de mening van de officier van justitie levert de inzet van een arrestatieteam bij de aanhouding van verdachte geen vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv op.
De officier van justitie heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen goederen aan verdachte kunnen worden teruggegeven.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om verdachte voor de poging om [slachtoffer] te dwingen wat wel/niet te doen of te dulden een werkstraf op te leggen met daarbij eventueel een voorwaardelijke gevangenisstraf als de rechtbank gevaar voor herhaling aanwezig zou achten. Verdachte heeft een blanco strafblad en het is een vrije keuze om wel of niet mee te werken aan het opmaken van rapportages. Verder zijn er geen aanwijzingen voor problematiek en heeft hij zijn leven met een baan en gezin op orde.
Verder heeft de verdediging aangevoerd dat er sprake is geweest van een onrechtmatige aanhouding. Er is onterecht een arrestatieteam ingezet en dit levert een vormverzuim op.
Het druist in tegen artikel 6 EVRM en dient strafvermindering tot gevolg te hebben.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over het beslag.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de inzet van het arrestatieteam
Met betrekking tot het vermeende vormverzuim overweegt de rechtbank dat door de verdediging onvoldoende is onderbouwd waaruit dit vormverzuim bestaat dan wel op welke wijze verdachte hierdoor in zijn verdediging is geschaad. Nu handelen in strijd met de voorschriften ook overigens niet aannemelijk is geworden, is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een vormverzuim. Zij verwerpt daarmee het verweer van de verdediging.
Strafmaat
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 4 november 201, waar uit blijkt dat verdachte nooit eerder met justitie in aanraking is geweest.
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 13 november 2014.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing door een dreigbrief in de brievenbus van [slachtoffer] te doen en hem sms-berichten te sturen via de telefoon die hij in de envelop had toegevoegd. In de brief en berichten werd zowel [slachtoffer] zelf als zijn gezin/familie genoemd. Daarbij moeten personen zich veilig kunnen voelen in hun eigen huis.
Verdachte is zeer geraffineerd te werk gegaan.
Hij heeft onder meer handschoenen gekocht zodat hij de brief (die hij bewust in de wij-vorm heeft geschreven) niet hoefde aan te raken en twee prepaid telefoons aangeschaft waarvan hij er één in de envelop heeft gedaan en de andere telefoon heeft gebruikt om contact met [slachtoffer] op te nemen. Ten slotte heeft hij de envelop met een handschoen in het donker in de brievenbus gedaan. Er was goed over het feit en de voorbereiding nagedacht.
Verdachte heeft verklaard dat het een wanhoopsdaad was om de situatie met het pand op te kunnen lossen. De rechtbank vindt dit geen verzachtende omstandigheid. Verdachte is een ex-politieagent die, om gemakkelijk geld te verdienen, zelf de hennepwereld is ingestapt. Met zijn achtergrond wist hij welke risico’s hij hiermee nam. Dit neemt de rechtbank verdachte kwalijk.
Verdachte heeft niet meegewerkt aan de psychologische rapportage, wat er toe leidt dat de rechtbank geen inzicht heeft kunnen krijgen in de persoon van de verdachte en een eventueel herhalingsgevaar.
Gelet op al dit voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar passend.
Met betrekking tot het beslag
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 45, 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Voor het beslag:
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
o 1 tablet, merk Apple (volgnummer 3 beslaglijst d.d. 11 november 2015);
o 1 Apple iPad (volgnummer 5 beslaglijst d.d. 11 november 2015);
o 1 telefoontoestel, Apple iPhone (volgnummer 7 beslaglijst d.d. 11 november 2015).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. M.G.J. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.T.P.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 december 2015.
BIJLAGE І:
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 9 november 2014 tot en met 10 november 2014
te Arnhem en/of te 's-Heerenberg, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), - een enveloppe, inhoudende een mobiele telefoon met oplader en/of een brief
met de navolgende inhoud in de brievenbus van die [slachtoffer] (perceel [adres 2]
Arnhem) heeft/hebben gedeponeerd: " [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop
contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven
dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen
en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche.", althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer] op of omstreeks 9 november 2014 kennis heeft
genomen en/of - (een) SMS bericht(en) naar voornoemde mobiele telefoon gestuurd met de
navolgende inhoud: "Wij eisen 50.000 Euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor
vrijdag zo niet dan zullen de gevolgen voor jezelf zijn" (verzonden 9 november 2014) en/of "Als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan
vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin" (verzonden 10 november 2014), althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer] op of omstreeks 10 november 2014 kennis heeft
genomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 november
2014 tot en met 10 november 2014 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/of alleen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met
zware mishandeling en/of met gijzeling en/of met brandstichting en/of met enig
misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen ontstaat, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)opzettelijk
dreigend - een enveloppe, inhoudende een mobiele telefoon met oplader en/of een brief
met de navolgende inhoud in de brievenbus van die [slachtoffer] (perceel [adres 2]
Arnhem) gedeponeerd: " [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop
contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven
dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen
en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche.", althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer] op of omstreeks 9 november 2014 kennis heeft
genomen en/of - (een) SMS bericht(en) naar voornoemde mobiele telefoon gestuurd met de
navolgende inhoud: "Wij eisen 50.000 Euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor
vrijdag zo niet dan zullen de gevolgen voor jezelf zijn" (verzonden 9 november 2014) en/of "Als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan
vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin" (verzonden 10 november 2014), althans met een inhoud van soortgelijke dreigende aard of strekking, van welke inhoud die [slachtoffer] op of omstreeks 10 november 2014 kennis heeft
genomen;
meer Subsidiair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 november 2014 tot en met 10 november 2014 te Arnhem en/of te 's-Heerenberg,
althans in Nederland,(telkens)tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, en/of alleen, [slachtoffer] door een feitelijkheid en/of door bedreiging met een feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te
doen of te dulden, te weten - het dulden van een poststuk ( in een brievenbus op het woonadres van die [slachtoffer] , perceel [adres 2] Arnhem)) en/of - het openen van een enveloppe , inhoudende een mobiele telefoon met oplader en/of een brief, en/of - het kennisnemen van de inhoud van die/een brief en/of - het in bezit houden van die mobiele telefoon en/of - het zich beschikbaar houden voor nog nader te leggen contact via die mobiele telefoon en/of - het bijhouden van (een)SMS bericht(en) op die mobiele telefoon en/of - het kennisnemen van de inhoud van twee/een naar die mobiele telefoon verzonden SMS bericht(en) door (telkens) opzettelijk - dat poststuk, te weten die enveloppe, inhoudende die mobiele telefoon met
oplader en/of die brief, met de navolgende inhoud in de brievenbus van die
[slachtoffer] (perceel [adres 2] Arnhem) te deponeren: " [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop
contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven
dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen
en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche.", althans met een inhoud van soortgelijke aard of strekking
en/of – die/dat SMS bericht(en) met de navolgende inhoud naar die mobiele telefoon te versturen: "Wij eisen 50.000 Euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor
vrijdag zo niet dan zullen de gevolgen voor jezelf zijn" (verzonden 9 november 2014) en/of "Als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan
vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin" (verzonden 10 november 2014), althans met een inhoud van soortgelijke aard of strekking;
meest subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 november 2014 tot en met 10 november 2014 te Arnhem en/of te 's-Heerenberg, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen
en/of alleen, door een feitelijkheid en/of door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen [slachtoffer] wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten
  • het reageren op de inhoud van twee/een SMS bericht(en), die waren/was verzonden naar een mobiele telefoon, die in de brievenbus op het woonadres van die [slachtoffer] (perceel [adres 2] Arnhem) was gedeponeerd, en/of
  • het afgeven van een geldbedrag (te weten 50.000 euro, in coupures van 50 Euro, 100 Euro, 200 Euro en 500 Euro) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s),
een poststuk, te weten een enveloppe, inhoudende voornoemde mobiele telefoon met oplader en/of een brief, met de navolgende inhoud in de brievenbus van die [slachtoffer] (perceel [adres 2] Arnhem) heeft/hebben gedeponeerd:
" [voornaam slachtoffer] , Wij zijn flink door jullie genaaid en nu is het onze beurt. We willen geld zien voor de geleden schaden. Als je familie je lief is zou ik maar mee werken. In de envelop zit ook een telefoon houd deze bij de hand want we zullen hierop contact met je opnemen. Als je niet reageert zijn de consequenties voor jezelf, en kan je wel beloven dat je er spijt van krijgt als je niet mee werkt. We zullen zondag contact opnemen via de telefoon, zorg dat je reageert. Zal als ik jou was niet naar de politie gaan want dan is het sowieso afgelopen en zullen we ook alles vertellen aan de rijksrecherche.", althans met een inhoud van soortgelijke aard of strekking,
en/of
twee/een SMS-bericht(en) met de navolgende inhoud naar die mobiele telefoon heeft/hebben verzonden:
"Wij eisen 50.000 Euro en willen dit in briefjes van 50 100 200 en 500 en voor
vrijdag zo niet dan zullen de gevolgen voor jezelf zijn" (verzonden 9 november 2014) en/of "Als je voor vanavond 9 uur niet gereageerd hebt zullen er consequenties aan
vast zitten die erg vervelend zijn voor jou en je gezin" (verzonden 10 november 2014), althans met een inhoud van soortgelijke aard of strekking;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in bijlage Ι opgenomen.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, staf district, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2014160510, gesloten op 23 december 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 66 en het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 69 tot en met 71.
4.Het proces-verbaal verhoor aangifte, p. 35 en het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 70.
5.Het proces-verbaal verhoor verdachte met bijlage, p. 75 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 9 december 2015.
6.Het proces-verbaal van aangifte, p. 35-36.
7.Het proces-verbaal verhoor verdachte, p. 70 en 72 en het proces-verbaal onderzoek GSM telefoon en SIM-kaart, p. 100.
8.Het proces-verbaal van aangifte, p. 35-36.
9.Het proces-verbaal van aangifte, p. 36.