In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. Wevers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening in de vorm van hulp bij het huishouden ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Het college had deze aanvraag afgewezen, stellende dat eiseres gebruik kon maken van een algemeen gebruikelijke voorziening.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de hulp bij het huishouden niet kan worden aangemerkt als een algemeen gebruikelijke voorziening. De rechtbank oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat eiseres niet langer recht had op een maatwerkvoorziening. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door eiseres met ingang van 17 december 2015 een maatwerkvoorziening toe te kennen voor drie uur per week, voor de duur van vijf jaren tot 17 december 2020.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat het college het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en dat het college in de proceskosten van eiseres wordt veroordeeld tot een bedrag van € 980. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.