ECLI:NL:RBGEL:2015:7841
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaard wrakingsverzoek tegen rechter-plaatsvervanger in civiele procedure
Op 14 december 2015 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, het wrakingsverzoek van verzoeker tegen rechter-plaatsvervanger mr. M.M. Moolenburgh-Pelser ongegrond verklaard. Verzoeker was gedaagde in een kort geding tegen eiseres over de executie van een beschikking van 12 mei 2004. Tijdens een zitting op 20 november 2015, waar verzoeker en zijn advocaat niet aanwezig waren, heeft de rechter besloten dat er geen verdere inhoudelijke behandeling zou plaatsvinden omdat er geen gronden waren om het verstek te zuiveren. Dit leidde tot het wrakingsverzoek van verzoeker, die stelde dat de rechter vooringenomen was in haar beslissing.
De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoeker beoordeeld. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter onbegrijpelijk had beslist dat het verstek niet gezuiverd kon worden, wat volgens verzoeker duidde op vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de beslissing van de rechter niet voortkwam uit vooringenomenheid, maar uit een gebrek aan kennis van de stukken in het dossier. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter ten onrechte had aangenomen dat zij eerst moest oordelen over de zuivering van het verstek, terwijl dit al eerder was gebeurd.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen en werd bepaald dat de procedure hervat zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was ook aanwezig.